Ministerie van Buitenlandse Zaken

Toespraak minister Agnes van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) bij het symposium 'De hemel van Nederland. Nieuwe perspectieven op het christendom in samenleving en cultuur', ter viering van het eeuwfeest van het Thijmgenootschap, Plenaire bijeenkomst,
Universiteit van Tilburg,
9 oktober 2004

De hemel van Nederland is de hemel van de wereld-

Het lijkt er soms op dat wij in Nederland onze cultuurgeschiedenis willen ontkennen. 'God zij met ons' mocht na veel hangen en wurgen nog net op onze munt van 2 euro blijven staan. Het zelfde geldt voor de afbeelding van een kerk in het nieuwe paspoort. Zonder kruis zeiden de 'goddelozen' in de Tweede Kamer. Anders kwetsen we teveel mensen. Gelukkig is de kerk in het paspoort gered, dankzij het CDA. Maar opnemen van joods-christelijke tradities in de Europese Grondwet is al echt uit den boze, 'hoe haalt Balkenende dat in zijn hoofd'. Zodra onze minister-president christelijke waarden bij het publieke debat betrekt, gaat er een storm van protest op. Dan de 24uurs economie: geen rustdag meer, helemaal geen rust meer voor middenstanders. En afgelopen dinsdag luidden kerken de noodklok, omdat subsidies aan de zogenoemde 'kanjermonumenten', waaronder de St. Jan in Den Bosch, per 1 januari aanstaande worden stopgezet.

Nieuwkomers in Nederland, vaak met een andere religieuze achtergrond, snappen maar weinig van deze ontkenning van onze geschiedenis die onverbrekelijk verbonden is met het christelijke erfgoed. Integratie wordt lastiger als je niet weet waarin je integreert. En ook buiten Nederland is men verbaasd. Professor Kennedy wees daar hier in zijn verhaal al op. Drie maanden geleden sprak bij ons op het ministerie van Buitenlandse Zaken de Amerikaanse buitenlandexpert Walter Russel Mead over de relatie tussen Amerika en Europa. Hij koos het perspectief van de born again Christians, volgens hem 43% van het Amerikaanse electoraat. Die zien een Europa dat zijn christelijk geloof is verloren en daardoor leidt aan seculiere en spirituele kwalen, zoals culturele leegte, een demografische krimp en een te kort aan solidariteit. Zij beschouwen ons als een volkje dat zich graag op de borst klopt over hulp aan de armen, maar in de praktijk nooit echt een offer wil brengen. Kijk maar naar die enorme landbouwsubsidies, zo redeneren zij, en zie hoe voorzichtig Europa oordeelt over de tragedie in Darfur. Uiteraard kan daar veel tegenin worden gebracht, maar het gaat mij hier even over de beeldvorming.

Dat beeld strookt niet helemaal met de werkelijkheid. Onze christelijke waarden spelen natuurlijk wel degelijk een rol in de samenleving. En zelfs kun je stellen dat zij in opkomst zijn. Hebben de stille tochten niet veel weg van de rooms-katholieke processies? Wat betekent het feit dat regelgeving nodig is, om te voorkomen dat de particuliere rouwaltaartjes langs de snelweg nog meer slachtoffers eisen? Hoe moeten we het massale rouwbeklag duiden, voor André Hazes in de AmsterdamArena?

We moeten ophouden onze geschiedenis te verloochenen. Het is belangrijk onze christelijke wortels te erkennen en de waarde hiervan te benutten. Niet bang zijn om religieuze waarden terug brengen in het publieke domein. Niet statisch, niet monopolistisch, niet alleen door kerkbestuurders, niet alleen in de kerk op zondag of op een levensbeschouwelijk congres op zaterdag. Wel door die waarden uit te durven dragen, op een eigentijdse manier, geïnspireerd, ook op maandag en dinsdag als we op school zijn of op ons werk. Het waarden en normen-debat dat het Kabinet in gang heeft gezet, moet hieraan een impuls geven. Ik ben ook dankbaar dat deze universiteit onder leiding van Hein van Oorschot religie weer een plek geeft ook in de bèta en gamma vakken. Daarom is dit ook een mooie plek om de viering van 100 jaar Thijmgenootschap te houden. Dank ook voor de inspirerende agenda die u heeft samengesteld.

Dames en heren,

Wereldwijd blijft Nederland achter bij Afrika, Latijns-Amerika en Azië, waar religie veel meer een rol speelt in het publieke domein. De hemel van Nederland is echter niet anders dan de hemel van de wereld. Als wij een bijdrage willen leveren aan een betere wereld, dan moeten we samen optrekken met geloofsgemeenschappen, omdat we voor vrede en rechtvaardigheid in kerken en moskeeën bondgenoten kunnen vinden. Als wij willen werken aan een veiligere wereld, dan moeten we politiek misbruik van religie ontmaskeren en de liefde en het perspectief van het geloof benutten voor verandering en ontwikkeling. Dit betekent dialoog in plaats van debat, ontmoeting in plaats van confrontatie, respect in plaats van intolerantie. Geloofsgenoten uit verschillende landen kunnen veel van elkaar leren, daar ben ik van overtuigd. We moeten er meer gebruik van maken.

Kerken en hun verbanden, hun organisaties spelen daarbij een niet te vervangen rol. Organisaties zoals Pax Christi bijvoorbeeld ­ ik ben blij dat Pax Christi voorzitter, Mgr. Van Luyn, hier vandaag ook is ­ proberen in vrede- en verzoeningsprocessen het katholieke gedachtegoed maatschappelijk toe te passen.

Inspiratie moet van mensen komen. Van gewone mensen én van leiders die ons hierin voorgaan. Politiek, maatschappelijk en religieus. En als katholiek zeg ik dan: ook binnen onze eigen kerk. Juist omdat leiders verantwoordelijkheid dragen. Leiders kunnen anderen inspireren in hun denken en handelen.

Zoals Dom Helder Camara dat in de jaren zestig en daarna deed vanwege armoede en onrecht in Latijns-Amerika. Het vergrotte de betrokkenheid van mensen in onze eigen samenlevingen en leidde tot de oprichting van de Vastenakties in West-Europa. In ontwikkelingslanden zie ik talloze andere bemoedigende voorbeelden. Neem bijvoorbeeld bisschop Tutu die in Zuid-Afrika de verzoeningscommissie leidde. Daarmee krijgen religieuze waarden betekenis voor de hele samenleving.

Kerk en politiek zijn gescheiden verantwoordelijkheden. Maar in het publieke domein kunnen ze elkaar prikkelen en scherp houden. Elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid naar de samenleving. Als ik met de Kardinaal ­ als minister (!) ­ spreek over het belang van preventiemethoden tegen Aids, zijn we het niet altijd eens. Maar we moeten dat gesprek wel blijven voeren. Ook publiek. Dat kan mensen inspireren, hun verbondenheid met de wereld om ons heen vergroten en een appel doen op eigen verantwoordelijkheid.

Religie en religieuze waarden horen in het publieke domein, ook binnen de Nederlandse Ontwikkelingssamenwerking. Religie is een niet te verwaarlozen kracht in ontwikkelingsprocessen. Voor miljoenen mensen is religie hun enige referentiekader. Dus relevant indien deze mensen tot ontwikkeling komen. Toch weten we nog te weinig hoe hiermee om te gaan. Daarom heb ik de Adviesgroep Internationale Vraagstukken gevraagd mij te adviseren over de invloed van culturele en religieuze factoren op ontwikkelingsprocessen en hoe dit te gebruiken bij de uitvoering van ons werk. Natuurlijk leggen we ons oor ook te luister bij onze partners in het Zuiden. Ik weet zeker dat onze discussies vandaag tussen wetenschap, kerk, politiek en samenleving zullen bijdragen aan dit denkproces.

Gefeliciteerd met uw eeuwfeest!