Provincie Zeeland

GS-voorstel
voor sociale agenda 2005 2008


* Procedure

* Totstandkoming

* Verdere uitwerking

* Onderwerpen die om een aanpak vragen

* Voorgeschiedenis sociale agenda

Gedeputeerde Staten van Zeeland stelden vandaag een voorstel vast voor de sociale agenda 2005 - 2008. De sociale agenda gaat over de hoofdlijnen van het provinciaal sociaal beleid voor de komende vier jaar. Het voorstel van Gedeputeerde Staten bevat zes centrale themas. Het is aan Provinciale Staten deze themas al dan niet - gedeeltelijk, geheel of aangevuld - vast te stellen.

De zes centrale themas zijn:

1. Zeeland: voor jeugd en jongeren

2. Zeeland: voor vrijwilligers

3. Zeeland: niemand aan de zijlijn

4. Zeeland: voor ouderen

5. Zeeland: goed voorzieningenniveau

6. Zeeland: sociaal veilig

Procedure

Provinciale Staten wordt verzocht dit voorstel te behandelen in de commissie sociale en bestuurlijke zaken van 19 november 2004 en vervolgens in de plenaire statenvergadering van 10 december 2004. Provinciale Staten bepalen hoe de sociale agenda er uiteindelijk uit zal zien.

Totstandkoming

Gedeputeerde Staten hebben het voorstel gebaseerd op het eerder dit jaar verschenen sociaal rapport en de sociale debatten die in juni in de drie Zeeuwse regios plaatsvonden. Daarnaast hebben GS rekening gehouden met het provinciaal sociaal beleid tot nu toe, het collegeprogramma, de strategische visie en de statenagenda.

Verdere uitwerking

Gedeputeerde Staten stellen voor de sociale agenda verder uit te werken door ondermeer vertaling van themas naar programmas van het Beleidskader sociale zorg. Hiermee wordt tevens de inzet van financiële middelen voor de uitvoering van de sociale agenda bepaald. Daarnaast kan de uitwerking (ook) op andere beleidsterreinen vorm en inhoud krijgen, door op die beleidsterreinen de sociale factor gelijkwaardig mee te wegen bij de ontwikkeling van het betreffende beleid. Gemeenten spelen een essentiële rol bij het sociaal beleid. Daarom willen GS met hen afspraken maken over vraagstukken waarbij de ambitie van provincie en gemeenten overeenkomen en die vanwege aard en schaal vragen om een aanpak op regionaal niveau.

Onderwerpen die om een aanpak vragen

De onderwerpen die volgens GS om een aanpak vragen, zijn per centraal thema achtereenvolgens:

Op het gebied van jeugd en jongeren: de onderwijsachterstand van autochtone leerlingen, het terugdringen van schooluitval en schoolverzuim, sport- en cultuurdeelname onder jongeren, structureren van het preventieaanbod in Zeeland en het betrekken van jongeren bij provinciaal beleid.

Op het gebied van vrijwilligerswerk: het versterken van de ondersteuningsstructuur voor vrijwilligers en hun organisaties, het toegankelijker maken van vrijwilligerswerk om zo nieuwe vrijwilligers te werven, het starten van een discussie over de zorgzame samenleving én de rol van het vrijwilligerswerk daarin, het verkennen van de mogelijkheden voor maatschappelijke stages en het inzetten van vrijwilligerswerk als voorportaal van betaald werk.

Op het gebied van arbeidsparticipatie: de problematiek van fase 4 werkzoekenden, het opzetten van innovatieve projecten voor kwetsbare groepen gericht op vergroting van hun kansen op de arbeidsmarkt en het tegengaan van uitsluiting van kwetsbare groepen in de Zeeuwse samenleving.

Op het gebied van participatie van ouderen: het bevorderen van ouderenparticipatie in onder meer sport, educatie, cultuur en vrijwilligerswerk, het stimuleren van projecten die gericht zijn op het bijeenbrengen van jong en oud én het doorbreken van eenzijdige beeldvorming over ouderen en voorbeeldprojecten op het terrein van versterking van sociale netwerken, voorkoming van eenzaamheid en welzijnsarrangementen in woon-zorgzones.

Op het gebied van het voorzieningenniveau: de spreiding en bereikbaarheid van de voorzieningen per regio aanpakken met een masterplan voorzieningen, verder experimenteren met multifunctionele servicecentra uitmondend in een Zeeuws concept en het stimuleren van interactieve burgerparticipatie bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld dorpsvisies.

Op het gebied van sociale veiligheid: het verminderen van overlastsituaties veroorzaakt door jongeren én bijstellen van de negatieve beeldvorming van jongeren, bestaand beleid op het gebied van huiselijk geweld voortzetten, pestgedrag terugdringen, stimuleren van verdraagzaamheid en sociale weerbaarheid, vroegtijdig signaleren en ingrijpen bij jongeren die risicogedrag vertonen voor een criminele carrière en het ontwikkelen van parameters voor sociale veiligheid met vervolgens monitoring en registratie.

Voorgeschiedenis sociale agenda

De eerste stap om te komen tot de sociale agenda was het opstellen van een sociaal rapport eerder dit jaar. Dit eerste sociaal rapport voor Zeeland schetst een beeld van de sociale infrastructuur in onze provincie. Naast cijfers en feiten zijn de resultaten van een enquête verwerkt die werd ingevuld door zon 6.300 inwoners. Zowel objectieve als subjectieve gegevens zijn dus geïnventariseerd en geanalyseerd. De drie hoofdthemas die in het rapport beschreven worden, zijn: volwaardige participatie aan de samenleving voor alle Zeeuwse burgers (wat doen de mensen), behoud en versterking van de leefbaarheid (wat is er voor de mensen) en sociale veiligheid (hoe veilig is het en hoe veilig voelen mensen zich).

De tweede stap was het organiseren van sociale debatten. Tijdens deze debatten discussieerden vertegenwoordigers van Zeeuwse maatschappelijke organisaties en gemeenten aan de hand van verschillende stellingen en het sociaal rapport over het sociale klimaat in Zeeland. Op basis van deze discussies hebben de drie regios (Zeeuws-Vlaanderen, Oosterschelderegio en Walcheren) ieder hun eigen aanbevelingen gedaan aan Provinciale Staten met de vraag deze mee te nemen in de besluitvorming over de sociale agenda.

12 oktober 2004, M. de Jonge, 0118 631392, perberichtnr. 98.

Zie ook: Bestuur en organisatie - Beleid
Sociale agenda