Gemeente Haarlem


13 oktober 2004
sector Stedelijke Ontwikkeling

275/2004
Gemeente Haarlem, het college van burgemeester en wethouders

Persbericht


Haarlems bestuur ontvangt minister Dekker


Herstructurering in Haarlem onder de loep


In het kader van een reeks werkbezoeken aan de 56 prioritaire wijken in Nederland bezocht minister Dekker van VROM op 13 oktober jl. de Haarlemse wijken Europawijk en Delftwijk. De 56-wijkenaanpak is onderdeel van het Actieprogramma Herstructurering dat zich richt op versnelling van de herstructurering in de steden. De gemeente Haarlem verbond zich in 2002 aan deze aanpak en maakte prestatieafspraken met het rijk voor de aanpak van Europawijk en Delftwijk. De afspraken moeten tot een snel resultaat leiden. Hierdoor wordt het tempo van de stedelijke vernieuwing in Haarlem hoog gehouden. Tijdens het werkbezoek nam het ministerie kennis van de vorderingen in de aanpak in Haarlem.

Stedelijke vernieuwing is erop gericht om de leefbaarheid in een stad te verbeteren. In sommige wijken is het slechter gesteld met de leefbaarheid dan in andere wijken. Dat is vooral het gevolg van specifieke problemen, zoals werkloosheid, sociale problemen of een slechte kwaliteit van de bebouwde omgeving. Door deze wijken extra aandacht te geven en extra faciliteiten te bieden, kan bewerkstelligd worden dat de stedelijke vernieuwing hier sneller tot stand komt. De aanpak van deze wijken dient - mede gelet op de voorbeeldfunctie ervan - het proces van stedelijke vernieuwing ook in de rest van de stad verder op gang te brengen.

Europawijk maakt onderdeel uit van de naoorlogse wijk Schalkwijk in het zuiden van Haarlem. Voor dit gebied is een uitvoeringsplan vastgesteld dat gekenmerkt wordt door de thema's: woningbouw, water en bereikbaarheid. De aanpak van het zuidelijk deel van Europawijk wordt gekenmerkt door samenwerking tussen de woningcorporaties en de gemeente Haarlem. In een visie beschrijven beide partijen gezamenlijk wat de doelstellingen voor de vernieuwing in deze wijk zijn. Ook welzijnsinstellingen, lokale middenstanders, wijkraden en bewoners hebben een actieve rol in de aanpak. In 2005 ligt de visie voor ter besluitvorming, waarna met de uitvoering gestart kan worden.
Minister Dekker bezocht het aandachtsgebied met een rondrit langs de gewenste veranderingslocaties. Zij heeft ook met een aantal bewoners gesproken over de toekomst van hun wijk.

In Delftwijk dienden zich zo'n tien jaar geleden de eerste signalen aan dat de wijk zich ontwikkelde tot een probleemgebied. De wijk dateert uit de jaren '50 en is ondanks de prachtige ligging in het noorden van Haarlem steeds minder populair geworden. Ook hier sloegen de gemeente en de woningcorporaties de handen ineen om de neerwaartse spiraal te stoppen. Zij kwamen gezamenlijk tot de Toekomstvisie Delftwijk 2020, waarin alle ambities voor de wijk zijn opgenomen. Kern daarvan is dat de wijk een stedelijke uitstraling houdt, met een groot aandeel gestapelde woningen. Delftwijk krijgt niet alleen een levensloopbestendig woningaanbod, er wordt ook geïnvesteerd in de openbare ruimte en in passende voorzieningen. Delftwijk heeft actieve bewoners. Vanuit wijkinitiatieven worden de communicatie en participatie gestimuleerd en komen ideeën samen. Om alle belangen goed op elkaar af te stemmen, ook die van welzijnsorganisaties, en om de verschillende initiatieven te coördineren, is wijkmanagement geïntroduceerd.
Tijdens een wandeling door de wijk werd de voortgang in de aanpak getoond. De minister werd door een bewoner ontvangen in een 'nog niet opgeknapte woning' en was later getuige van de ondertekening van een prestatieovereenkomst tussen de woningcorporaties en de gemeente èn een gemeenschappelijke verklaring door de gemeente, de woningbouwcorporaties, de winkeliers en bewoners van de wijk in het reeds opgeknapte woningbouwcomplex Charivarius. Met deze verklaring is de aanpak van de wijk, waarvoor de partijen zich gezamenlijk hard maken, nog eens benadrukt.

Naast deze twee prioritaire wijken bezocht minister Dekker het Stationsplein, onderdeel van de aanpak van de Spoorzone. Dit gebied is een belangrijke ontwikkelingszone in Haarlem waar vele kansen liggen op het gebied van wonen, bereikbaarheid en werkgelegenheid. De zone begint aan de oostzijde van Haarlem bij NS-station Haarlem-Spaarnwoude en loopt via de Waarderpolder en de werkplaats van Nedtrain naar de Spaarne-oever en vanaf de westelijke Spaarne-oever via de Nieuwstad en het Stationsplein naar de Spoorwegdriehoek in het westen van Haarlem. Voor dit gebied is een masterplan vastgesteld waarmee de ambities voor de toekomst vastgelegd zijn. Aangegeven wordt waar functies zoals het wonen, het werken en de voorzieningen een plek vinden in relatie tot de infrastructuur. Het Stationsplein is een van de eerste delen van het plangebied die aangepakt worden. Minister Dekker nam tijdens een presentatie kennis van de plannen om de verkeersknoop op en rond het plein te ontwarren en alle verkeersstromen in een efficiëntere structuur samen te brengen. Hierbij is veel aandacht voor de voetganger in het gebied. Het ministerie van VROM is bij dit project betrokken door een aanvraag voor de BIRK-subsidie die de gemeente voor de aanpak indiende.

Voor vragen kunt bellen met:
Colette Laddé, gemeente Haarlem, 023-511 35 81 / 06 462 155 04
Babet Verstappen, ministerie van VROM, 070-339 12 32 / 06 113 513 13


Colette Laddé, communicatieadviseur
023-5113581
cladde@haarlem.nl

---- --