Verbond van Verzekeraars

Wft nog niet compleet

Het toezicht op de financiële sector moet transparanter, minder administratieve en nalevingslasten met zich meebrengen, en toekomstbestendig zijn. Dat is kort gezegd de visie van het Verbond en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) op het wetsvoorstel voor de Wet op het financieel toezicht (Wft), waarvan de eerste tranche binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld.

In de Wft zullen de bevoegdheden van de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten, worden ondergebracht. De bedoeling is dat de wet in tranches wordt ingevoerd. Op 1 januari 2006 moet de eerste tranche in werking treden, die een aantal belangrijke zaken regelt, zoals de verhouding tussen de toezichthouder en de minister, de begroting van de toezichthouder en de sancties die hij ter beschikking heeft (onder meer het opleggen van boetes en een publicatiebevoegdheid). Volgens het Verbond en de NVB kunnen die zaken echter niet los worden gezien van de onderwerpen die in de volgende tranches aan de orde komen. De daadwerkelijke consequenties van de gehele Wft zijn nu nog niet te overzien, vindt beleidsmedewerker Ron Batten van het Verbond. Verschillende delen grijpen op elkaar in. Wij vinden daarom dat de Wft uiteindelijk in zijn geheel moet worden beoordeeld. Een ander bezwaar van beide brancheorganisaties is dat het wetsvoorstel niet los kan worden gezien van de voorgenomen plannen voor een Consumententoezichthouder, de voorstellen van de commissie-Kohnstamm over de vormgeving van zelfstandige bestuursorganen (zbos) en van de Europese ontwikkelingen op toezichtgebied. Veel Europese landen hebben inmiddels één toezichthouder en er zijn indicaties dat het single-regulator-model in de nabije toekomst wel eens in heel Europa kan gaan gelden. Het kost onnodig veel geld en moeite als we in Nederland binnen vijf tot tien jaar de toezichtwetgeving wéér overhoop moeten halen, aldus Batten.

Transparantie
Een van de doelen van de Wft is om de transparantie te vergroten. Volgens het Verbond en de NVB lukt dat met het huidige voorstel niet. Batten: De Wft is vanuit een cross-sectorale benadering opgezet, terwijl de wet op veel verschillende instellingen van toepassing is. Al die instellingen zullen straks afzonderlijk moeten bekijken welke passages precies op hen van toepassing zijn. Dat is niet overzichtelijk en het leidt bovendien tot nieuwe nalevingslasten van een vermijdbare soort.
Verder zijn het Verbond en de NVB het niet eens met het voornemen van het ministerie van Financiën om achteraf toezicht te houden op de beleidsregels van de toezichthouder, en met het voorstel voor een dubbele toets bij de vergunningverlening (een toets door zowel de Autoriteit Financiële Markten als gedragstoezichthouder als door De Nederlandsche Bank als prudentieel toezichthouder). Ook de samenwerking tussen de twee toezichthouders is nog niet goed geregeld. Tot slot vrezen het Verbond en de NVB dat de Wft geen vermindering van administratieve lasten en nalevingskosten met zich zal meebrengen. In een Memorie van Toelichting staat dat het wetsvoorstel tot een administratieve-lastenreductie van 5 à 10% leidt. De onderbouwing daarvan zien we echter nergens terug. Ik verwacht dan ook geen enkele lastenverlaging, aldus Batten.

Verzekerd!, oktober 2004