CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 14 oktober 2004
Samen werken aan de toekomst van de burgers van onze stad!

Inleiding

Mijn voorganger Leonard Geluk ging in zijn algemene beschouwingen altijd eerst terug in de tijd en sprak dan over de boeiende jaren zeventig. Vorig jaar heeft hij plechtig beloofd dat niet meer te doen. Deze lijn Geluk neem ik graag over en ik zal in de beschouwingen van het CDA dan ook niet zover teruggaan in de tijd.

De coalitie van Leefbaar Rotterdam, VVD en CDA heeft in een politiek ingewikkelde tijd, bestuursverantwoordelijkheid op zich genomen. De burgers in onze stad hebben in 2002 duidelijk het signaal afgegeven; we willen veranderingen, het moet anders, en het liefst graag snel. Met een ingewikkeld en ambitieus programma is deze coalitie nu over de helft van haar bestuursperiode, en ik denk dat iedereen het erover eens is, er gebeurt veel in Rotterdam, ook politiek en bestuurlijk. Er wordt hard gewerkt.

Dit College is nadrukkelijk met een aantal themas aan de slag gegaan. Onderwerpen die tot 2002 mondjesmaat en heel voorzichtig werden besproken, zijn nu expliciet gemaakt en worden op een praktische wijze aangepakt.

Ik wil er graag een aantal noemen;


- Veiligheid als topprioriteit en een duidelijke overheid als handhaver. Niet soft, maar strak (om met de burgemeester te spreken).

Het wordt veiliger in Rotterdam, niet alleen op papier maar ook in de beleving van de Rotterdammers. Het Centraal Station is veiliger en ook het Openbaar Vervoer; wij horen dat ook vaak.
Dat heeft veel inspanning (met dank aan de stadsmariniers) en ook veel geld gekost, maar de resultaten zijn voor iedereen zichtbaar. Natuurlijk geen reden om achterover te leunen; ga hier dus mee door College, onze steun heeft u.

Een ander onderwerp waar dit College hard aan werkt is;
- Rotterdam als grote stad, met een eenzijdige bevolkingssamenstelling, een zwakke economische positie en waar veel gezinnen en mensen met midden- en hogere inkomens de stad verlaten. Het huisvestingsbeleid van dit College, bouwen voor de midden- en hogere inkomens, is vol ingezet. Ook de bouw van 3.000 woningen per jaar wordt alom erkent als een grote prestatie. Natuurlijk zal dit nog jaren moeten worden voortgezet, maar de lijn is goed en er wordt hard aan gewerkt. Prima.

Een ander punt wat dit College voortvarend heeft aangepakt en nadrukkelijk in de steigers heeft gezet is;

- Rotterdam Zet Door. Dit College, wat niet van notas houdt, heeft in een korte tijd een hele scherpe analyse neergezet van de kansen en problemen in onze stad. Scherp dat zeker, maar ook gesteund door velen, niet in de laatste plaats door het kabinet. Een prestatie van formaat om op veel punten het kabinet mee te krijgen en te overtuigen van de noodzaak zaken anders aan te pakken. Belangrijk de steun vanuit Den Haag, dat is in het verleden wel eens anders geweest. Wij verwachten het komende jaar resultaten van de samenwerking met het kabinet (bijvoorbeeld de Rotterdam-Wet).


- Ook op het gebied van Schoon en Heel worden duidelijke resultaten gehaald. Het wordt schoner in Rotterdam en het is ook zichtbaar. Cruciaal voor de leefbaarheid van onze stad en de beleving van de mensen. Dat mag duidelijk zijn.


- Ook de manier waarmee het College aan de slag is met de PGAs moet in 2005 worden doorgezet. Er wordt veel inzet en energie vrijgemaakt om dit voor elkaar te krijgen. Prima, laten we echter niet vergeten dat achter een lijst gewone mensen schuil gaan, die ook een menswaardig bestaan willen.


- Ik wil nog laatste punt noemen. Wat mij de laatste tijd opvalt is de strengere aanpak van misbruik van sociale voorzieningen. Ik weet dat hier hard op wordt ingezet, en dat er resultaten worden geboekt. Uitstekend, de CDA-fraktie vraagt dan ook; kan het nog een tandje hoger?

De CDA-fraktie is zich bewust van het feit dat er nog veel meer voorbeelden zijn, waarbij duidelijk blijkt dat dit College en deze coalitie van aanpakken weten. Maar de spreektijd is slechts beperkt.

De begroting

De vijf prioriteiten (veiligheid, economie, onderwijs en jeugd, inburgeren en huisvesting) worden vol doorgezet, en er wordt extra in geinvesteerd. Het College ligt goed op schema. Complimenten daarvoor en ook voor de verdere ontwikkeling van de programmabegroting. De paragrafen over weerstandsvermogen, bedrijfsvoering, lastenparticpaties en grondbeleid zijn informatief en helpen ons een goede beoordeling te maken. Dank daarvoor. Het gelijk houden van de OZB vinden wij een goede zaak.

Na 2006 het weerstandsvermogen weer op het niveau van 30 miljoen Euro brengen moet een absolute richtlijn zijn. Inzet alleen is voor ons eigenlijk niet genoeg. Graag een reaktie van het College.

De CDA-fraktie zal niet zeggen; dit is het beste College ooit, met de beste begroting ooit, (dat zeggen CDA-ers namelijk nooit en dat houdt u ook niet scherp) maar we zijn zeer te spreken over de daadkracht van het College en de uitvoering van het coalitieprogramma. Niet te veel notas maar uitvoering, niet alleen analyseren maar vooral ook aanpakken, zaken benoemen en kijken of er oplossingen zijn. Dat spreekt ons aan.

In de politiek is het zo dat je eigenlijk nooit tevreden moet zijn, dat zijn de hedendaagse burgers namelijk ook nooit. En dat brengt het CDA tot de volgende zaken waar we nadrukkelijk aandacht voor willen vragen;

- De relatie burger, overheid en organisaties/instellingen;
- De diensten en het deelgemeentelijk bestel;
- Economie en onderwijs;

- Ouderen en Welzijn;

- Samen werken aan de stad en wat bindt mensen?

De relatie burgers, overheid en organisaties/instellingen

Ik maak even een uitstapje naar het nationale niveau.

We leven anno 2004 in een tijd van economisch zwaar weer, bezuinigingen en moeilijke keuzen die vooral pas over een aantal jaren duidelijk en zichtbaar zullen worden. Vergrijzing, arbeidsparticipatie en solidariteit zijn daarbij sleutelbegrippen. Het is ook de tijd van de mondige burger, de burger als klant, die invloed wil uitoefenen en zelf wil bepalen wat er gebeurt. De burger is steeds minder gebonden aan politieke partijen en dat betekent steeds vaker electoraal winkelen. De burger wil het hier en nu en wel direct.

Het is de tijd van de polarisatie, waar de politiek overigens vrolijk aan mee doet. Op zich niet zoveel mis mee maar er wordt steeds vaker op de man gespeeld.
Natuurlijk hebben wij begrip voor de zorgen van de mensen in het land maar wat te denken van sommige spreekkoren tijdens de demonstraties van de afgelopen tijd in Rotterdam en Amsterdam; of wat te denken van de posters waarop de Minister President met blote vrouwen wordt afgebeeld.
Dit kan absoluut niet; dit is schandalig, waar is het respekt voor de ander gebleven?

Het wordt zichtbaar dat de verzorgingsstaat moet veranderen. De verzorgingsstaat heeft naast veel goeds ook afhankelijkheid van de burger heeft opgeleverd. Afhankelijk van de overheid en het ambtelijk apparaat en afhankelijk van een ongebreidelde regelgeving. Dit staat op gespannen voet met de mondige, volwassen burger, die zijn eigen keuzes wil maken en een eigen verantwoordelijkheid heeft. Deze tijd vraagt om een andere relatie tussen de overheid en burgers en de maatschappelijke instellingen, het vraagt om andere verhoudingen.

Ik noem bijvoorbeeld het gekozen burgermeesterschap. Het CDA-Rotterdam is daar een groot voorstander van, natuurlijk moet je dat goed regelen, en komt dat niet op een jaar; maar er is wel erg veel koud watervrees.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat, als het gaat om het gekozen burgermeesterschap, wel erg wordt vastgehouden aan de eigen belangen van de zittende macht. (Dat geldt natuurlijk niet voor alle burgermeesters, bijvoorbeeld die van de grote steden.)

Kijk bijvoorbeeld ook eens in bedrijven en organisaties, daar wordt steeds meer een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van medewerkers en komt steeds meer de nadruk te liggen op eigen keuzes en eigen kwaliteiten.
We zien dat ook in het onderwijs, bijvoorbeeld in het hoger beroepsonderwijs waar jonge mensen steeds meer wordt geleerd dat jezelf verantwoordelijk bent voor je studie en je voortgang. Je bepaalt zelf in hoge mate wanneer en welke competenties je haalt.

Steeds meer werken mensen in zelfsturende teams, in projekten en netwerken. Steeds meer wordt een beroep gedaan op creativiteit, flexibiliteit en eigen verantwoordelijkheid.
Was het vroeger op je werk zo dat je moest doen wat de baas zei, of in het onderwijs wat de leraar zei of in de kerk wat de dominee zei (dit laatste voorbeeld is voor wethouder Pastors), nu wordt nadrukkelijk een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en het zelf maken van keuzen.

Daar blijft de overheid nog in achter, de overheid/politiek heeft deze trend nog niet goed weten te vertalen. De overheid is langzaam, heeft veel regelgeving en voor alles wel procedures. Het is niet flexibel en doet eigenlijk geen beroep op eigen verantwoordelijkheid van burgers.

Wel een goed voorbeeld van een overheid die de nieuwe ontwikkelingen probeert te vertalen naar politiek beleid is wat mij betreft de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Daarin wordt mensen nadrukkelijk de verantwoordelijkheid gegeven om de eigen zorg te organiseren en een beroep te doen op de eigen netwerken en de eigen sociale omgeving. Je geeft zelf sturing, draagt zelf de verantwoordelijkheid en er wordt verwacht dat je een beroep doet op anderen.
Als we op school zeggen je bent verantwoordelijk voor je eigen studie, als we op het werk zeggen je bent verantwoordelijk voor je eigen werk dan mag de overheid dat ook tegen burgers zeggen: Wil je zelf ook een aantal zaken regelen!
En kun je dat niet zelf, dan vraag je dat aan je collegas, of in je omgeving/familie en vrienden en kennissen.

Er is niets mis met mensen die een beroep op elkaar doen en omzien naar elkaar. Dat is van alle tijden en dat mag de politiek best vragen.
Het is niet een truuk om mensen hun eigen problemen te laten oplossen en alleen maar te bezuinigen. Het doet een beroep op burgers om een bijdrage te leveren aan problemen die het samenleven nu eenmaal met zich meebrengt.

Ja maar zullen sommigen zeggen, niet iedereen kan dat altijd even makkelijk, daar is dan de overheid voor, die in voorkomende gevallen hulp en steun biedt. Maar mensen zijn niet zielig, en kunnen en doen veel meer dan wij denken.

Bij de verworvenheden van onze samenleving daar hebben onze (voor)ouders hard voor geknokt welvaart en individuele vrijheid, hoort ook verantwoordelijkheid; niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen.

En dat is niet een spruitjesgeur of terug willen naar de jaren vijftig of de lacherigheid die er is als iemand het heeft over waarden en normen.

Samenleven doe je niet alleen!

De overheid, ook de lokale overheid moet daar beter op inspelen en meer ruimte geven aan burgers en de organisaties en instellingen van die burgers. De overheid kan dus best wat minder, ook in Rotterdam.

Diensten en deelgemeentenbestel

Diensten

Er wordt een inhaalslag gemaakt op de dienstverlening richting burger. Dat is een goed zaak, maar even refererend aan de motie Geluk, die het ook vooral had over efficiency van de Rotterdamse diensten, konstateert het CDA toch maar weinig beweging. Het blijft stroperig en log. Is daar nu echt geen versnelling in aan te brengen ook gelet op wat het CDA net naar voren heeft gebracht?

Zorgen maken wij ons over de Dienst Stadstoezicht, de kwaliteit die wordt geleverd en het werken op maat (aandacht voor verschillende gebieden in de stad die een verschillende aanpak vergen). Natuurlijk is de dienst volop in verandering, maar College, hoe gaat u ervoor zorgen dat de kwaliteit snel toeneemt en dat er op maat wordt geleverd? Want de taken van de Dienststadstoezicht, zijn cruciaal op straat en dus in de beleving van de burger.

We zeiden het al eerder. De overheid kan best wat minder, ook in Rotterdam. De uitkomsten van de ROTS-diskussie zien wij dan ook graag tegemoet, en wij willen niet alleen weten waar bijvoorbeeld subsidies minder kunnen, maar ook wat de overheid minder gaat doen.

Deelgemeentebestel

Als we praten over nieuwe verhoudingen tussen burgers en de overheid dan hebben we het ook over het Rotterdamse deelgemeentebestel. Wij konstateren de laatste tijd dat de deelgemeenten en het bestel steeds vaker in het nieuws verschijnen, helaas niet altijd positief. En wij zien dat bij verschillende politieke partijen de diskussie in volle gang is.

Wij huilen niet mee met de wolven in het bos over hoe het erg het wel is in deelgemeenteland en dat het maar afgeschaft moet worden. Ik hoor mensen zeggen dat wij op de Coolsingel beter met burgers om kunnen gaan en dat wij de taken van de deelgemeenten er wel even bij zullen doen. Ik vind dat een grove overschatting van ons als gemeenteraad en het gaat voorbij aan de dagelijkse praktijk in de deelgemeenten. Wij zien de meerwaarde van het bestel, maar zien ook dat het tijd wordt voor een verbouwing.

Het CDA is voorstander van politiek dicht bij mensen, een bestuur in de buurt en democratisch gelegitimeerd. Op het deelgemeentelijke nivo is er tijd en ruimte om een sterke band aan te gaan met burgers en maatschappelijke organisatie en kan konkreet en direkt gewerkt worden aan de leefbaarheid van de straat, de wijk en de buurt. Dat is de kracht van deelgemeenten en dat is waar ze goed in zijn. De burger vraagt om een overheid die dienstbaar, klantgericht en daadkrachtig is. En daar zal de diskussie ons inziens dan ook over moeten gaan; hoe zorgen we er voor dat de deelgemeenten in samenwerking met de Coolsingel dat waar kunnen maken.

Daarom moet er kritisch worden gekeken naar de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en prioriteiten van de gemeente enerzijds en de deelgemeenten anderzijds. Hierover moeten duidelijke afspraken met elkaar worden gemaakt. Ook kan wat ons betreft onderzocht worden of de bestuurstruktuur en de huidige gebiedsindeling adequaat is voor de taken waarvoor men staat. Daarbij kan ook gekeken worden de omvang van raden en dagelijks besturen, en bijvoorbeeld de huidige praktijk van het dualisme.

Wij beseffen heel goed dat in deze coalitieperiode er afspraken over het deelgemeentebestel zijn gemaakt. Wij houden ons daar aan. Wij begrijpen echter ook dat vanaf 2006 en verder gewerkt moet worden aan de bestuurlijke vernieuwing van de stad.

Economie en Onderwijs

Het Havenbedrijf maakt moeilijke tijden door, daar komen we de komende tijd nog over te spreken, maar voor het CDA staat nu al vast dat voorkomen moet worden dat schade ontstaat aan een voorspoedige ontwikkeling van de haven zelf. Van groot belang is ook de zwaar bevochten overeenkomst met het rijk, die glansrijke perspectieven opent voor verdere economische ontwikkeling van het gehele Rotterdam-Rijnmondgebied.

De economische paragraaf van de begroting is ambitieus, maar dat bevalt ons zeer. Wij steunen de samenhang die het College wil aanbrengen tussen enerzijds het feit dat we de grootste haven zijn en blijven en anderzijds het inzetten op de (meest) kansrijke factoren. Het CDA rekent hiertoe absoluut de noordrand van Rotterdam met als economische aanjager een luchthaven, die juist op dat punt jaren is verwaarloosd.

Het CDA is ingenomen met de instelling van economische kansenzones. Wij verwachten dat het midden- en kleinbedrijf een belangrijke bijdrage kan leveren aan ontstaan van een innovatief klimaat. Wij komen binnenkort met een eigen visie op de wijze waarop de economische kansenzones concreet kunnen worden ingevuld en hoe het ondernemersklimaat voor het midden- en kleinbedrijf kan worden bevorderd.

De inzet op de kenniseconomie heeft steun van het CDA. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het creëren van werkgelegenheid voor jonge, hoog opgeleide mensen. Het is voor de welvaart van de stad onontbeerlijk om mensen die aan onze universiteit en hogescholen studeren aan de stad te binden.

De realiteit van vandaag is dat er enerzijds sprake is een tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten en anderzijds van een relatief grote werkloosheid onder laagopgeleide mensen. Wij willen daarom vragen bij de ontwikkeling van de Economische Visie 2020 aan dit aspect veel aandacht te besteden.

Een goede match tussen vraag en aanbod van arbeid is belangrijk. Het is bekend dat het VMBO waar het grootste deel van onze jongeren naar toe gaat met veel problemen kampt. Het CDA heeft zich ingezet en zet zich blijvend in voor een Innovatief en Creatief VMBO. VMBO scholen moeten leerlingen maatwerk kunnen leveren wat past bij hun mogelijkheden en aansluit op de behoeften van de arbeidsmarkt. Regels die dit in de weg staan, moeten worden afgeschaft. En de huisvesting en faciliteiten dienen van goede kwaliteit te zijn. Wij zien uit naar de reactie van het College op de moties Erdal die wij op deze punten hebben ingediend.
Maar vragen tegelijkertijd aan het College, kan het echt niet wat scherper?

Ook voor de jongeren in onze stad geldt natuurlijk dat de stad aantrekkelijk moet zijn en dat de woningmarkt op wensen van de jongeren inspeelt. Dat gebeurt alwel, dat weten we, maar we willen daar toch in de commissie nader stil bij staan. Niet alleen wonen en werken is belangrijk, maar ook de vrijetijsbesteding. De stad moet aantrekkelijk zijn voor onze jongeren om binding met de stad te krijgen en te houden, ook op het gebied van cultuur en sport.

Ouderen en Welzijn

ID-banen

Het CDA is het afgelopen jaar veel bezig geweest met het welzijnswerk in deze stad. Dat mag voor een ieder bekend zijn. Het voorstel van het College rond de ID-banen en de overleggen daarover in het veld hebben onze steun. Maar we willen ook oog hebben voor organisaties die zwaar getroffen worden door de afbouw van de ID-banen en misschien wel door de hoeven gaan. We zullen goed kijken naar de maatschappelijke effekten en consequenties met name in het welzijnsveld. En ontstaan hier onoverkomelijke problemen dan zullen wij met een voorstel komen om financieel wat bij te spijkeren.

Ouderen en gehandikapten

De CDA-fraktie blijft aandacht vragen voor de positie van ouderen en mensen met een handikap.
Allereerst wil het CDA benadrukken dat ouderen vitaler zijn dan ooit en daarmee ook belangrijke funkties voor de stad, de gemeenschap, kunnen vervullen.
Rotterdam heeft hen nodig vanwege hun wijsheid en levenservaring, maar ook bij hun inzet in het vrijwilligerswerk.
Voorkomen van sociaal isolement en volwaardig mee kunnen doen, dat is belangrijk. En dat geldt natuurlijk niet alleen voor ouderen maar ook voor mensen met een handikap.
Dat vraagt inspanningen van de mensen zelf, van hun sociale omgeving, maar zeker ook goede ondersteuning van de gemeente, zorgverzekeraars en andere partners.
Wij vinden dat de gemeente Rotterdam een kwalitatief goed voorzieningennivo in stand moet houden voor de mensen die dat echt nodig hebben.
Dan gaat het dus om een toegankelijke woning, er op uit kunnen met eventueel aangepast vervoer en een goed aanbod van welzijnsaktiviteiten. Voor wat betreft het Vervoer op Maat, zullen wij, zoals aangekondigd, goed kijken naar mogelijke nadelige effekten van de 500 zones en met voorstellen komen. (motie).

De nota Rotterdams Ouderenbeleid Actief, Kleurrijk en Zorgzaam loopt eind dit jaar af. De evaluatie wachten wij met smart af, maar de CDA-fraktie geeft u alvast mee dat wat ons betreft voor het ouderen- en gehandikaptenbeleid een vernieuwd actieplan opgesteld moet worden en daaraan gekoppeld een gedegen budget. Daar moet wat ons betreft meer geld voor worden vrijgemaakt (motie in de commissie). Dat de cliënten en de belangenorganisaties hier nauw bij betrokken worden spreekt voor zich.

Wij zijn van mening dat er zoveel mogelijk gestreefd moet worden naar algemene voorzieningen voor iedereen, toegankelijk voor iedereen. Maar wij constateren dat veel voorzieningen nog onvoldoende zijn afgestemd op de wensen en behoeften van met name de eerste generatie allochtonenouderen. Het CDA pleit voor extra investeringen door reguliere instellingen voor wat betreft het bereiken van deze mensen.

Emancipatie

Ik noem hier ook even het emancipatiebeleid van mannen en vrouwen in achterstandssituaties. Wij zijn benieuwd naar de ideeën van de wethouder en de partners die ze bij de uitvoering wil betrekken, kan de wethouder een tipje van de sluier oplichten? Het CDA overweegt om op korte termijn een motie in te dienen om concreet invulling te geven aan een actieplan.

De toekomst van de stad en wat bindt mensen?

Rotterdam is een grote stad en we zijn onderdeel van een open samenleving; veel mensen en natuurlijk ook veel verschillen. Natuurlijk zijn er zaken die botsen en is er onbegrip tussen mensen, natuurlijk nemen mensen gebruiken mee, die soms vraagtekens oproepen. Goed om dat bespreekbaar te maken, dat kan meer begrip opleveren. Het mag echter niet blijven bij het benadrukken van de verschillen tussen mensen en groepen in onze stad.
Het CDA gaat niet voor de verschillen maar voor de overeenkomsten tussen mensen.

De Islamdebatten in deze stad worden door ons dan ook beoordeeld op wat mensen bindt en welke bijdragen mensen leveren aan onze stad. Het gaat dus over Rotterdam, dat is de bindende faktor. Het CDA wil dat deze diskussie leidt tot konkrete akties en programmas op het gebied van bijvoorbeeld de leefbaarheid, het onderwijs, werk en het gezin (kinderen en ouders). Is het College dat met het CDA eens?

Niet wat ons onderscheidt maar wat ons bindt is belangrijk. Wat hebben we gezamenlijk? Wat bindt mensen en welke waarden hebben we gemeen? Zaken als, eerlijkheid, vrijgevigheid, vriendelijkheid, mededogen, betrouwbaarheid en gastvrijheid worden door veel mensen gedeeld. Dat hebben veel mensen met elkaar gemeen, dat zijn ons inziens gedeelde waarden.

En waar vinden we dat terug? Overal natuurlijk; s-middags om 15.00 uur als de school uitgaat, staan vaders en moeders, soms ook opas en omas, die maar een ding willen; namelijk dat hun kind (kleinkind) goed zijn best doet en uitgroeit tot een goed mens. Dat zien we op ons werk, waar je samen met anderen een klus klaart en waarbij collegialiteit en vriendelijkheid belangrijke waarden zijn. Dat zien we ook bij de sportklup, waar inzet en werken aan je talent belangrijk is. Dat zien we dus overal, overal in onze stad. Dat verwachten wij van Rotterdammers, dat ze een bijdrage leveren en meedoen in onze stad. Want Rotterdam is van iedereen!

Rotterdam: een stad van en voor iedereen, een stad waarin iedereen meedoet. Dat is wat het het CDA wil.

Afsluiting

Tot slot wil ik me expliciet richten tot mijn collegas.

Beste collegas, het valt mij de laatste tijd op in sommige commissies, maar ook soms wel in de Raad, dat dingen weleens wat rommelig/chaotisch verlopen en zaken soms heel direkt op de man of vrouw worden gespeeld. En misschien doe ik daar zelf ook wel aan mee. Ik vind dat echter bij onze funktie van volksvertegenwoordiger niet zo gepast. Naast het feit dat volksvertegenwoordiging eervol is, betekent het ook dat we dienstbaar zijn aan de gemeenschap. En hebben we een belangrijke voorbeeldfunktie.

Het CDA ziet met vertrouwen 2005 tegemoet.