Sociaal en Cultureel Planbureau

Vraag naar verpleging en verzorging neemt toe
Verpleging en verzorging verklaard.
· Door de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken kan de vraag naar verpleging en verzorging met bijna 40% toenemen van 1,2 miljoen in 2000 tot 1,7 miljoen in 2020. · In diezelfde periode zal het gebruik van de AWBZ-gefinancierde verpleging en verzorging toenemen met bijna 30% van ruim 500.000 in 2000 naar een kleine 650.000 in 2020. · Het gebruik van particuliere zorg zal in diezelfde periode stijgen met 77% van ruim 550.000 in 2000 tot ruim 1 miljoen in 2020. Het aandeel van de AWBZ-zorg in het totaal van de informele, particuliere en AWBZ-zorg zal hierdoor dalen van 31% in 2000 tot 26% in 2020. · Bezuinigingen op de thuiszorg kunnen leiden tot hogere uitgaven aan andere en duurdere vormen van zorg. · Eventuele toename van armoede onder ouderen kan leiden tot hoger gebruik van AWBZ-zorg. · Eventuele afname mantelzorg (familie, vrienden) kan eveneens leiden tot hoger gebruik van AWBZ-zorg. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de SCP-publicatie Verpleging en verzorging verklaard die op donderdag 14 oktober jl. is verschenen. In de publicatie geven SCP-onderzoekers drs. Joost Timmermans en dr. Isolde Woittiez een beeld van de zorg die Nederlanders met beperkingen vragen en ontvangen binnen de sector verpleging en verzorging. Die zorg kan bestaan uit huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging of tehuisopname. De voorzieningen die tot de sector gerekend worden zijn thuiszorginstellingen, verpleeghuizen en verzorgingshuizen die collectief via de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) gefinancierd worden. Daarnaast maken veel mensen gebruik van particuliere (zelf betaalde) zorg of informele zorg (familie, vrienden). In de publicatie wordt antwoord gegeven op de volgende vragen: Welk soort zorg wordt aan wie verleend? Wat bepaalt de keuze tussen hulpbronnen? Welke effecten hebben mogelijke beleidsmaatregelen op de vraag naar en het gebruik van zorg? Hoeveel mensen hebben in de toekomst verpleging en verzorging nodig en hoeveel mensen ontvangen die zorg al dan niet collectief gefinancierd? Antwoorden op deze vragen geven informatie over de te verwachten groei in de uitgaven aan AWBZ-gefinancierde verpleging en verzorging. Het aantal personen dat verpleging en verzorging nodig heeft neemt toe Het aantal personen dat verpleging en verzorging nodig heeft (thuis of in een tehuis) wordt in dit rapport als potentiële vraag beschouwd. Het zijn de mensen die vanwege hun beperkingen een beroep op de AWBZ kunnen doen, maar dat niet altijd doen en ook niet altijd krijgen. De potentiële vraag naar zorg zal tot 2020 toenemen met 39% van 1,2 miljoen tot 1,7 miljoen personen. De vergrijzing en de toename in het aantal mensen met chronische aandoeningen zijn de belangrijkste oorzaken hiervan. De potentiële vraag naar tehuisopvang of alternatieven daarvoor zal van ruim 300.000 in 2000 toenemen tot een kleine 450.000 in 2020. Dit hangt onder meer samen met de toename van het aantal mensen met psychische aandoeningen en met aandoeningen ten gevolge van een ongeval. De potentiële vraag naar thuiszorg zal van ruim 900.000 personen in 2000 stijgen tot een kleine 1,2 miljoen in 2020. Het gebruik van collectief AWBZ-gefinancierde verpleging en verzorging groeit bescheiden Meer dan de helft van de potentiële vragers naar zorg doet in het huidige stelsel geen beroep op collectief AWBZ-gefinancierde zorg omdat particuliere zorg of informele zorg toereikend is. Het gebruik van AWBZ-zorg zal in de toekomst veel minder snel dan de potentiële vraag ernaar. Dat komt doordat de beter opgeleide en meer koopkrachtige ouderen van de toekomst weliswaar vaker zorg vragen, maar deze zorg voor een deel particulier zullen inkopen. Het gemiddeld aantal gebruikers van AWBZ-thuiszorg neemt naar verwachting toe van ruim 340.000 in 2000 tot ruim 430.000 in 2020; een stijging van 28%. Dit is beduidend lager dan de 39% groei van de potentiële vraag. In 2020 zullen er ook 28.000 meer mensen zijn met kenmerken van de huidige verzorgingshuisbewoners. Dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat ook het aantal verzorgingshuizen moet toenemen omdat vergelijkbare zorg ook op andere manieren verstrekt kan worden (zorg buiten de muren). Overigens zijn in de publicatie de omvang en de kwaliteit van het aanbod buiten beschouwing gebleven. De ramingen zijn volledig gebaseerd op kenmerken die van invloed zijn op de vraag naar of behoefte aan zorg. Steeds groter deel zorg wordt op zorgmarkt gekocht; het aandeel van de AWBZ-zorg neemt af Naar verwachting zijn er in 2020 730.000 personen die alleen informele zorg gebruiken; dat is 17% meer dan nu. De groei van de informele zorg is bescheiden; ze ligt op hetzelfde niveau als de bevolkingsgroei. Het gemiddeld aantal ontvangers van AWBZ-zorg (thuis of in een tehuis) zal van 500.000 in 2000 stijgen naar een kleine 650.000 in 2020 (28% meer dan nu). Het gebruik van particuliere zorg zal met 77% veel sneller toenemen, van ruim 550.000 in 2000 tot ruim 1 miljoen in 2020. Dat komt doordat de beter opgeleide en meer koopkrachtige ouderen van de toekomst vaker de oplossing van hun verzorgingsprobleem bij de particuliere zorg vinden. Het aandeel van de particuliere zorg binnen het totaal van de informele, particuliere en ZWBZ-zorg stijgt hierdoor in twintig jaar van 34% naar 44% en het aandeel van de AWBZ-zorg daalt van 31% naar 26%. Bezuinigingen op verpleging en verzorging hebben mogelijk averechts effect op de uitgaven Als de thuiszorg uitsluitend gereserveerd wordt voor kwetsbare hulpbehoevenden (dat wil zeggen: alleenstaanden met een laag inkomen en matige of ernstige beperkingen) zouden 200.000 mensen de zorg die ze nu ontvangen kwijtraken. Circa 50.000 van hen komen gezien hun hulpbehoefte in aanmerking voor opname in een tehuis. Onder hen zijn bijvoorbeeld mensen met een ernstige chronische aandoening die met thuiszorg en hulp van een partner nog zelfstandig kunnen blijven wonen, maar die door het kwijtraken van één van de twee hulpbronnen naar een tehuis moeten verhuizen. In dat geval zou tegenover de besparing aan thuiszorg een andere, grotere kostenpost staan van duurdere zorg. Toename van armoede onder ouderen kan leiden tot hoger gebruik van AWBZ-zorg Ouderen met een laag inkomen zijn sterk oververtegenwoordigd onder de bewoners van tehuizen. Toch woont een groot deel van de relatief arme en ernstig hulpbehoevende ouderen gewoon thuis. Dat is mede mogelijk dankzij allerlei inkomensmaatregelen als fiscale aftrek, huursubsidie, vrijstellingen enzovoorts. Zouden die voorzieningen wegvallen, dan zijn deze ouderen ook in grote getale aangewezen op de zekerheid van het tehuis. Daarbij speelt ook een rol dat het alternatief van de woon-zorg voorziening voor ouderen met een laag inkomen financieel moeilijk bereikbaar is. Afname van mantelzorg kan leiden tot hoger gebruik van AWBZ-zorg In 2000 ontvingen een half miljoen personen alleen informele zorg van familie of vrienden, terwijl ze wel voor AWBZ-zorg in aanmerking kwamen. Als de beschikbaarheid van informele zorg zou afnemen, dan heeft dat gevolgen voor het beroep op de AWBZ. In de studie is berekend wat het effect zou zijn wanneer het aantal personen dat alleen informele zorg ontvangt met 10% zou afnemen. Dit leidt tot een stijging van het gebruik van AWBZ-zorg met 6.000 personen. SCP-publicatie 2004/11 Verpleging en verzorging verklaard, Joost Timmermans en Isolde Woittiez, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, oktober 2004, ISBN 90 377 0189-2, prijs EUR 14,50. De publicatie is verkrijgbaar bij de boekhandel of te bestellen bij het SCP via fax 070 - 340 7044, e-mail: bestel@scp.nl of via de web-site: www.scp.nl