Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Beantwoording kamervragen lid Ten Hoeve

Datum: 18-10-2004


De Staatssecretaris van Economische Zaken, Ir. C.E.G. van Gennip, heeft deze
vragen mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat als volgt beantwoord.
1. Herinnert u zich dat door het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband
Noord-Nederland in een brief van 15 juli 2002 aan de staatssecretaris van Economische
Zaken werd gevraagd of medewerking zou kunnen worden gegeven aan het beschikbaar
stellen van zgn. Kompasgelden als bijdrage aan de Zuiderzeelijn?
Ja, deze brief is op 17 juli 2002 ontvangen.

2. Is op deze brief vanuit het Ministerie van Economische al een antwoord gegeven
aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Zo ja, hoe luidde dat antwoord,
zo nee, waarom niet?

Op deze brief is geen schriftelijk antwoord verstuurd. Op 25 september 2002 heeft
in plaats daarvan een gesprek plaatsgevonden tussen de toenmalige staatssecretaris
van het Ministerie van Economische Zaken, mr. drs. J.G. Wijn, met de Commissaris
van de Koningin van Groningen, de heer J.G.M. Alders.
3. Is aan het samenwerkingsverband Noord-Nederland mondeling de mededeling verstrekt
dat beschikbaarstelling van Kompasgelden voor de Zuiderzeelijn mogelijk zou zijn?


In het bovengenoemde gesprek is de vraag of Kompasgelden beschikbaar zouden zijn
als regionale bijdrage aan de Zuiderzeelijn aan de orde geweest. Er waren nog
diverse vraagtekens bij het voorstel. De eerste was of het technisch mogelijk
zou zijn binnen de spelregels van Kompas. Daarnaast is het onduidelijk of de effecten
van het inzetten van het geld voor de Zuiderzeelijn wel gelijk zijn aan de effecten
bij uitvoering van het Kompasprogramma. Er zijn tijdens dit gesprek geen conclusies
getrokken.

4. Wat vindt u van de mogelijkheid om Kompasgelden beschikbaar te stellen ter
dekking van mogelijke financieringstekorten voor de Zuiderzeelijn? Bent u van
mening dat daarmee de bijdrage van het Noorden eventueel kan worden aangezuiverd,
of vindt u dat daarvoor het aangegeven absolute maximum van ¬ 2,73 miljard aan
Rijksmiddelen voor de Zuiderzeelijn zou worden overschreden?
In juni 2004 heeft het kabinet ingestemd met de concept-Samenwerkingsovereenkomst
waarin ook de financiële bijdrage van de regio aan het project Zuiderzeelijn is
vastgelegd (voor magneetzweefbaan ¬ 1,02 mld. en voor hogesnelheidslijn ¬ 0,23
mld, NCW 2010 en prijspeil 2002). Na ondertekening van de overeenkomst door het
rijk en de regionale partners zal de procedure van de Zuiderzeelijn worden vervolgd
met de vaststelling van het Programma van Eisen en de eerste fase van de aanbesteding,
de zogenaamde Prijsvraag. Met het gegeven dat het kabinet dit proces samen met
de regionale partners wil inzetten is de vraag naar de inzet van Kompasmiddelen
op dit moment niet meer aan de orde.

Meer informatie

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.

Voor journalisten: Dhr. L.van Zijp, persvoorlichter, telefoon (070) 379 61 17,
e-mail: L.vanZijp@minez.nl