Praktijkonderzoek Veehouderij

Gras-klaver in biologische vruchtwisseling

In 2002 is op praktijkcentrum Aver Heino een meerjarig onderzoek gestart naar de effecten van gras-klaver in biologische vruchtwisseling op de kringloop van stikstof, fosfaat en kalium. De hoofdvraag van het onderzoek is: wat is de optimale leeftijd om een gras-klaverzode te scheuren? Onder optimaal wordt verstaan: maximale opbrengst bij minimale stikstofverliezen.

In het onderzoek worden verschillende vruchtwisselingschema's vergeleken bij verschillende bemestingsstrategieën. Een vruchtwisselingschema bestaat steeds uit 2-4 jaar gras-klaver, gevolgd door 1-2 jaar snijmaïs en tenslotte 1 jaar triticale-GPS. De gewassen worden al dan niet bemest met circa 30 kuub runderdrijfmest per hectare, met de varianten:

1. geen runderdrijfmest

2. 30 ton runderdrijfmest bij de teelt van triticale of snijmaïs
3. 30 ton runderdrijfmest bij de teelt van grasklaver
4. 30 ton runderdrijfmest bij de teelt van grasklaver en 30 ton bij de teelt van snijmaïs of triticale

De proef ligt in drie herhalingen op drie percelen: hoge zwarte enkeerdgrond (perceel 1-2), een beekeerdgrond met fijn zand (perceel 13-15) en een beekeerdgrond met wat grover zand (perceel 23-24). Ieder jaar worden onder andere de drogestofopbrengst en de stikstof-, fosfaat en kali-onttrekking bepaald. Verder wordt gedurende het groeiseizoen enkele malen het gehalte N-min in bodemlagen 0-30, 30-60 en 60-90 cm gemeten. Om de twee jaar worden van dezelfde lagen het organische stofgehalte, N-totaalgehalte en het fosfaatgehalte gemeten. De verwachting is dat het onderzoek belangrijke informatie zal opleveren over gras-klaver in (biologische) vruchtwisseling met snijmaïs en triticale.

Op 4 oktober zijn de snijmaïsveldjes (Symphony) van de vruchtwisselingproef geoogst. De opbrengst varieerde van 8,9 tot 17,3 ton drogestof/ha en was gemiddeld over alle behandelingen (bemest en onbemest) en percelen 13,7 ton drogestof/ha. De gemiddelde opbrengst op de zwarte enkeerd (de es) bedroeg gemiddeld 16,2 ton/ha en van de beide beekeerdgronden respectievelijk 12,0 en 12,8 ton/ha (foto oogsten snijmaïs met machine AH?).
Een week na het oogsten is een deel van de snijmaïsveldjes gespit (20 cm) en ingezaaid met triticale (Santop). De overige veldjes, waar volgend jaar weer snijmaïs op komt, zijn ingezaaid met Nitrafix (90 % bladrogge, 10 % triticale).
Op de gras-klaverveldjes van meer dan 2 jaar oud staat een mooie zode, met een aanzienlijk aandeel witte klaver. De gras-klaver dit jaar ingezaaid na triticale was redelijk opgekomen op perceel 1-2 en 23-24, maar beduidend minder op perceel 13-15. De grasklaver die vorig jaar na de triticale was gezaaid had een goede zode gevormd, maar bevatte nog weinig klaver.

Binnenkort de resultaten van de N-min-metingen in bodemlagen 0-30, 30-60 en 60-90 cm en de jaaropbrengsten van de gras-klaverveldjes.
---

© Praktijkonderzoek - Animal Sciences Group - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt: 19-10-2004 16:23.
Mail vragen en opmerkingen over de Praktijkonderzoek Website naar: webmaster.po.asg@wur.nl