Den Haag, 18 oktober 2004

Vragen van de leden Smeets en Noorman-Den Uyl (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

over de moeizame bedrijfsstart vanuit een uitkering

1.

Kent u het persbericht van onderzoeksbureau EIM over de moeizame bedrijfsstart vanuit een uitkering?

2.

Bent u op de hoogte van feit dat de meeste medewerkers van het UWV weinig weten over de mogelijkheden en daarom een bedrijfsstart vanuit een uitkering niet snel zullen aanmoedigen?

3.

Zo ja, wanner verwacht u dat het UWV wel werk maakt van de mogelijkheid om vanuit de WW- en vanuit de WAO-uitkering als zelfstandig ondernemer te starten?

4.

Hoeveel startende ondernemers vanuit de uitkering WW en WAO worden in 2004 gefaciliteerd?

5.

Gelden voor startende ondernemers vanuit de WW en WAO dezelfde faciliteiten zoals die voor starters via de Bbz gelden?

6.

Wat vindt u van de oplossingen die in het persbericht gesuggereerd worden voor het specifieke probleem voor startende WW ers van de urenverrekening, dat wil zeggen het feit dat naar rato van gewerkte uren wordt gekort op de uitkering, waardoor een erg laag inkomen overblijft?

7.

Hoe verklaart u de kritiek op de gemeenten inzake startende ondernemers? Waren de onderzoekers op de hoogte van het feite dat een beperkt aantal gemeenten als Bbz gemeente fungeert?


---

Wilt u de Kamer informeren over de voortgang en ontwikkeling en effectiviteit van de Bbz-regeling en de WW- en WAO starterregeling over de laatste 2 jaar en de Kamer daarover uiterlijk voor de behandeling van de 8ste voortgangsrapportage SUWI in november informeren?

Persbericht 12 oktober 2004