2004
Duurzame kwaliteit van leven: een kwestie
van kiezen 20 oktober 2004
Weinig steun voor prestatiemaatschappij
Duurzaamheid gaat over de vraag of de huidige ontwikkeling van de
wereld kan worden voortgezet. Het antwoord is afhankelijk van
maatschappelijke opvattingen over de kwaliteit van leven en de
verdeling ervan over de wereld en van wetenschappelijke inzichten in
het functioneren van het maatschappelijk en het natuurlijk systeem. Om
structuur aan te brengen in het debat over duurzaamheid, heeft het
Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM een rapport uitgebracht
getiteld 'Kwaliteit en Toekomst; verkenning van duurzaamheid'. Het
rapport is op 20 oktober aangeboden aan staatssecretaris Van Geel van
VROM.
Weinig steun voor de prestatiemaatschappij
In deze duurzaamheidsverkenning zijn vier verschillende wereldbeelden
uitgewerkt. Dit zijn vereenvoudigde visies op de doelstellingen en
drijfveren van mensen en de werking van de wereld. Om te onderzoeken
in welke mate deze visies in Nederland leven, heeft TNS-NIPO een
enquête gehouden onder 2.500 Nederlanders. Daaruit blijkt onder andere
dat nog geen 10% van de Nederlanders zich kan vinden in een
prestatiemaatschappij, met verdere globalisering, individualisering en
deregulering.
Veruit de meerderheid van de bevolking ziet liever een maatschappij
waarin solidariteit en aandacht voor de directe omgeving behouden
blijven. Deze voorkeur wordt door de aanhangers van vrijwel alle
politieke partijen gedeeld. De meeste mensen (70%) zien de
duurzaamheidsvraag als een sociaal dilemma: zij zijn alleen bereid om
hun gedrag aan te passen als anderen dat ook doen. Bovendien zijn zij
van mening dat de overheid het doorbreken van dit sociaal dilemma moet
organiseren. Deze uitkomst staat haaks op het idee dat de burger een
terugtredende overheid zou willen.
Trends
Verschillende wereldbeelden geven verschillende antwoorden op de
duurzaamheidsvraag. Zij geven het contrast weer tussen globalisering
en regionalisering enerzijds en eigen belang versus algemeen belang
anderzijds. Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft duurzaamheid
meetbaar gemaakt met indicatoren die gebaseerd zijn op de
verschillende wereldbeelden. Dat levert het beeld op dat de
duurzaamheid in Nederland tot 1990 is afgenomen en daarna ongeveer
gestabiliseerd. Die trend volgt uit het grote gewicht dat maatschappij
en wetenschap toekennen aan mondiale ecologische vraagstukken en uit
de geleidelijke verbetering van de honger- en armoedesituatie.
Eenzijdige benadering is risicovol
Op zich is elk wereldbeeld in de ogen van de aanhanger duurzaam. De
kwetsbaarheid ervan wordt vooral gezien door de aanhangers van de
andere wereldbeelden. Beleid gericht op een duurzame samenleving zou
robuust moeten zijn. Robuust wil zeggen dat het zich niet baseert op
één enkel wereldbeeld. Een robuuste duurzaamheidsstrategie van
nationale en internationale overheden zou ten minste aandacht moeten
besteden aan sturing van de technologische ontwikkeling,
gedragsverandering en het aanpakken van het wereldwijde
bevolkingsvraagstuk.
Het risico bestaat dat de verwachtingen over de effectiviteit van
mondiale besluitvorming (VN) te hoog gespannen zijn. Een Europees
schaalniveau lijkt daarom effectiever. Een duurzaamheidsstrategie zou
in dat geval kunnen aansluiten bij typisch Europese waarden, zoals
solidariteit en aandacht voor de niet-materiële aspecten van het
bestaan.
meer informatie
Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, T:030-2749111, F:030-2742971
Home Agenda Contact
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu