Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Convenant inzake het omzetten van kortingen en bonussen voor geneesmiddelen in structurele prijsverlagingen 2005

Partijen,

van de zijde van de overheid:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Drs. J.F. Hoogervorst, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden,

en van de zijde van de farmaceutische sector:

de Bond van de generieke geneesmiddelenindustrie in Nederland (Bogin), de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Vereniging van Research-georiënteerde Farmaceutische Industrie (Nefarma);

hierna te noemen convenantpartijen,

overwegende,


- dat het beleid is gericht op het terugbrengen van kortingen en bonussen, het tegengaan van margeconcurrentie en het bevorderen van prijsconcurrentie en transparantie;


- dat daardoor de uitgaven voor de geneesmiddelenvoorziening beter beheersbaar zullen zijn en dat daardoor de toegankelijkheid van de geneesmiddelenvoorziening in de toekomst gegarandeerd kan worden;


- dat een financiële taakstelling op de uitgaven van de geneesmiddelenvoorziening voor het jaar 2004 geldt van 622 mln (incl. btw) en voor het jaar 2005 van 685 mln. (incl. btw) uitgaande van een volumestijging voor 2005 van 10%;


- dat op 13 februari 2004 een convenant is gesloten (convenant 2004) tussen KNMP, Bogin, ZN en de minister van VWS dat is gericht op het omzetten van kortingen en bonussen in structurele prijsverlagingen en waarmee de financiële taakstelling 2004 kan worden gehaald.


- dat betrokken partijen het convenant 2004 willen voort zetten in 2005 en dat Nefarma bereid is toe te treden tot het convenant waardoor de financiële taakstelling 2005 kan worden gehaald;


- dat een herijkt en aangepast modulair tarief voor apotheekhoudenden in de loop van 2005 in werking zal treden, gebaseerd op de uitkomst van het onderzoek naar de praktijkkosten en inkoopvoordelen zoals thans wordt uitgevoerd onder regie van het CTG/ZAIO;


---


- dat het streven van partijen is gericht op het bevorderen van prijsconcurrentie en dat het nieuwe stelsel van ziektekostenverzekering prijsconcurrentie verder zal bevorderen;


- dat de bepalingen van de Mededingingswet jo. art 81 EG-verdrag onverminderd van toepassing zijn op de inhoud van dit convenant de daaruit voortvloeiende verplichtingen en de wijze waarop aan deze verplichtingen wordt voldaan;

verklaren het volgende te zijn overeengekomen voortbouwend en in aanvulling op het op 13 februari 2004 afgesloten convenant 2004:

1. Definities en reikwijdte

Artikel 1 Definities

In dit convenant wordt verstaan onder:
Kortingen en bonussen: alle op geld waardeerbare voordelen in verband met de inkoop en aflevering van Wtg-geneesmiddelen;

Artikel 2 Reikwijdte

Dit convenant heeft betrekking op inkoopvoordelen die apotheekhoudenden bedingen (realiseren) ten aanzien van de afzet van Wtg-geneesmiddelen in Nederland, op het tot stand brengen van een modulair kostendekkend tarief voor apotheekhoudenden en op de prijzen voor zelfzorggeneesmiddelen die zijn opgenomen in het verstrekkingenpakket.

2. Doelstelling

Artikel 3 Doelstelling

Het vervangen van kortingen en bonussen voor geneesmiddelen door verdere structurele prijsverlagingen als eerste stap op weg naar meer marktwerking. Hiermee kan de financiële taakstelling worden gerealiseerd.

3. Inspanningen voor convenantpartijen

Artikel 4

De Bogin zal bevorderen dat de leveranciers van generieke geneesmiddelen die aangesloten zijn bij de Bogin de apotheekinkoopprijzen van generieke geneesmiddelen zoals zij die opgeven aan Z-Index b.v. voor opname in de G-standaard met ingang van 1- 2-2004 zodanig verlagen dat ­ met inachtneming van de claw back van 6,82% tot een maximum van 6,80 per receptregel ­ op het door hen geleverde generieke geneesmiddelenpakket een effectieve daling van de omzetwaarde plus claw back van 40% wordt gerealiseerd ten opzichte van de omzetwaarde van december 2003 maal 12.


---

De Bogin zal bevorderen dat de op basis van dit convenant verlaagde prijzen gedurende de looptijd van het hele convenant niet zullen worden verhoogd.

Nieuwe generieke geneesmiddelen worden gemiddeld tenminste 40% lager geprijsd dan de apotheekinkoopprijs van het corresponderende merkgeneesmiddel in de maand voor het verstrijken van het octrooi op het geneesmiddel.

De Bogin zal bevorderen dat de bij haar aangesloten leveranciers de apotheek- inkoopprijzen van de per 1-1-2005 weer in het verzekerde pakket opgenomen zelfzorggeneesmiddelen vanaf die datum met gemiddeld tenminste 50% verlagen ten opzichte van die apotheekinkoopprijzen per 1 januari 2004.

Artikel 5

Nefarma zal bevorderen dat de leveranciers van Wtg-geneesmiddelen die aangesloten zijn bij Nefarma de apotheekinkoopprijzen van de Wtg-geneesmiddelen zoals zij die opgeven aan Z-index b.v. voor opname in de G-standaard met ingang van 1-01-2005 zodanig verlagen dat ­ met inachtneming van de claw back van 6,82% tot een maximum van 6,80 per receptregel ­ op het door hen geleverde geneesmiddelenpakket een effectieve daling wordt gerealiseerd die overeenkomt met 40 % van de omzetwaarde plus claw back over de maand december 2003 maal 12 van de door hen in de handel gebrachte geneesmiddelen waarvoor op stof- en toedieningsniveau vergelijkbare generieke geneesmiddelen beschikbaar waren.

Nefarma zal bevorderen dat de op basis van dit convenant verlaagde prijzen gedurende de looptijd daarvan niet zullen worden verhoogd en dat ook overigens gedurende de looptijd van het convenant 2005 geen prijsverhogingen plaatsvinden.

Nefarma zal bevorderen dat de bij haar aangesloten leveranciers na afloop van het octrooi op een geneesmiddel waarvoor op stof- en toedieningsniveau vergelijkbare generieke geneesmiddelen in de handel worden gebracht aanvullende prijsverlagingen doorvoeren van gemiddeld tenminste 40 % ten opzichte van de maand vóór het verstrijken van het octrooi op het geneesmiddel.

Artikel 6

Het op grond van artikel 4 en 5 ontstane laagsteprijsniveau zal als uitgangspunt gelden voor de vergoeding van op stof-en toedieningsniveau vergelijkbare generieke- en merkgeneesmiddelen met een in de medewerkersovereenkomst vast te stellen marge.

De bestaande laagste-prijsregel ex WTG, die slechts geldt als de goedkoopste leverancier de hele markt kan voorzien, blijft gehandhaafd.


---

Artikel 7

ZN zal het totstandkomen van medewerkersovereenkomsten tussen zorgverzekeraars, voorschrijvers respectievelijk apotheekhoudenden bevorderen waarin afspraken zijn opgenomen over het voorschrijven op stofnaam, het tenminste handhaven van het huidige substitutieniveau, respectievelijk het afleveren en declareren van het geneesmiddel (merk of generiek) met de in artikel 6 genoemde laagste apotheek- inkoopprijs.

ZN spant zich in om hun leden ertoe te bewegen dat zij gebruik maken van de mogelijkheden die het Verstrekkingenbesluit Ziekenfondsverzekering biedt met betrekking tot het preciseren van de aanspraak.

Artikel 8

De KNMP zal het totstandkomen van medewerkersovereenkomsten met zorgverzeke- raars en apotheekhoudenden bevorderen waarin afspraken zijn opgenomen over het tenminste handhaven van het huidige substitutieniveau, respectievelijk het afleveren en declareren van het geneesmiddel (merk of generiek) met de in artikel 6 genoemde laagste apotheekinkoopprijs.

De KNMP zegt toe als representatieve WTG-partij af te zien van tariefverzoeken tot nacalculatie over de periode 1 september 2003 tot aan 31 december 2003. Tevens zal de KNMP bevorderen dat ook in medewerkersovereenkomsten wordt afgezien van deze nacalculatie. Indien dit convenant wordt opgezegd of voortijdig eindigt blijft het gestelde in deze alinea van kracht.

Artikel 9

De minister van VWS zal de tariefbeschikkingen van het CTG die per 1-04-2004 in werking traden, gedurende de looptijd van het convenant 2005 in stand laten tenzij de taakstelling voor 2005 naar het oordeel van de minister van VWS niet wordt of dreigt niet te worden gerealiseerd.
Hiermee blijft de huidige clawback gehandhaafd op 6,82% met een maximum van 6,80 en zal de minister van VWS afzien van het doorvoeren van een verhoging van de korting op de inkoopvergoeding voor apotheekhoudenden.

Indien de taakstelling voor 2005 naar het oordeel van de minister van VWS niet wordt of dreigt niet te worden gerealiseerd zal de minister van VWS maatregelen, zoals een tijdelijke verhoging van de huidige claw back gedurende de looptijd van het convenant, (doen) invoeren teneinde de financiële taakstellingen alsnog te realiseren.

Bij voortijdige beëindiging van het convenant 2005 behoudt de minister van VWS zich het recht voor om een gedifferentieerde claw back zoals voorbereid door het CTG/ZAIO te introduceren.


---

Behoudens voortijdige beëindiging van het convenant 2005, zal de minister van VWS afzien van herberekening van de GVS-vergoedingslimieten voor de duur van het convenant, vermeerderd met een periode van 6 maanden in verband met de gebruikelijke consultatieprocedure en de feitelijke implementatie.

4. Tarief

Artikel 10

De minister van VWS, KNMP en ZN dragen binnen de looptijd van dit convenant zorg voor de invoering van een modulair tariefsysteem voor de vergoeding van de apotheek(houdende) in aansluiting op het Basispakket Farmaceutische Zorg zoals reeds gedefinieerd is door KNMP en ZN.

Deze partijen dragen binnen de looptijd van het convenant zorg voor de invoering van een systeem voor de monitoring van inkoopvoordelen op macroniveau. Hiertoe zullen partijen onderzoek verrichten naar de door apotheekhoudenden gerealiseerde inkoopvoordelen. Beide trajecten zullen parallel en in samenhang worden uitgevoerd. De onderzoeken worden periodiek herhaald.

Binnen de looptijd van dit convenant zal voor apotheekhoudenden een kostendekkend tarief worden vastgesteld. De hoogte van dit tarief is gebaseerd op de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek.

Ten behoeve van de uitvoering van bovenstaand onderzoek zullen VWS, KNMP en ZN overeenstemming bereiken over:

· de definitie van het begrip inkoopvoordelen · te hanteren onderzoeksmethoden
· toepassing van de uitkomsten van het onderzoek

Bij de bepaling van een eventuele bovenmatigheid van inkoopvoordelen wordt rekening gehouden met de inkoopvoordelen die reeds verdisconteerd zijn in de vergoedingsprijzen van geneesmiddelen en het feit dat apotheekhoudenden kosten en risico's die voortvloeien uit de uitoefening van het apotheekbedrijf financieren uit de inkoopvoordelen.

CTG/ZAio onderzoekt naar aanleiding van het verzoek van de minister van VWS in zijn brief van 13 mei 2004 (GMT/G 2479107) de praktijkkosten, de kosten die voortvloeien uit de specifieke uitoefening van het apotheekbedrijf en de inkomsten uit apotheektarieven en inkoopvoordelen (kortingen en bonussen) die apotheekhoudenden realiseren, ten einde tot een kostendekkend, modulair tarief voor apotheekhoudenden te komen. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan bepaald worden in hoeverre kostenposten toegerekend kunnen worden aan noodzakelijke zorg en wat een adequaat tarief is voor de diverse modules.


---

Invoering van het berekende kostendekkende tarief vindt gelijktijdig plaats met het vervallen of verrekenen van de berekende inkoopvoordelen.

Waar zorgverzekeraars en apotheekhoudende overeenkomen dat de apotheekhoudende de inkoop van geneesmiddelen voor zijn rekening neemt, maken beide partijen afspraken over de vergoeding die tegenover de inkoopinspanningen staat.

5. Monitoring

Artikel 11

De convenantpartijen monitoren de uitvoering van het convenant. Zij stellen een commissie "uitvoering convenant" in. Zij brengen de resultaten van de monitoring in. Zij controleren of de in dit convenant genoemde inspanningen worden uitgevoerd en resultaten worden bereikt.

De commissie komt éénmaal per maand bijeen dan wel zo veel vaker voor zover daartoe concrete aanleiding bestaat op basis van bij de commissie ingediende gegevens. De commissie kan voorstellen doen ter verbetering van de uitvoering van het convenant.

De commissie monitort in ieder geval:

· de prijsontwikkeling van de betrokken geneesmiddelen · de volumeontwikkeling van de betrokken geneesmiddelen · verschuivingen in substitutiegraad, respectievelijk de substitutiegraad van nieuwe generieke geneesmiddelen;
· eventuele resubstitutie;

De commissie legt haar bevindingen terzake voor aan de convenantpartijen. Niet dan nadat de resultaten zijn besproken door convenantpartijen worden maatregelen als bedoeld in artikel 9 doorgevoerd.

6. Slotbepalingen

Artikel 12

Dit convenant treedt onmiddellijk in werking na ondertekening en eindigt per 1 januari 2006.

Partijen kunnen dit convenant opzeggen indien zij van mening zijn dat de in dit convenant beschreven inspanningen onvoldoende plaatsvinden of de in artikel 3 beoogde resultaten niet worden bereikt.


---

aldus overeengekomen en getekend in vijfvoud te `s-Gravenhage op 20 oktober 2004.

.................................

Drs. J.F. Hoogervorst (Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

.................................

Drs. P.F. Bongers (Bond van de generieke geneesmiddelenindustrie in Nederland)

.................................

M.J.W. Bontje (Zorgverzekeraars Nederland)

.................................

Drs. M.L.A. Favié (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie)

.................................

Dr. C. de Visser (Nederlandse Vereniging van Research-georiënteerde Farmaceutische Industrie)

---

---- --