Openbaar Ministerie

Arrondissementsparket Amsterdam, 21 oktober 2004

Transactie inzake onjuiste belastingaangifte

In een onderzoek naar mogelijk opzettelijk onjuiste aangifte loonbelasting en valsheid in geschrifte door AFP BV, gevestigd te Arnhem in januari 2001 is met een tweetal verdachten een transactie overeengekomen. De verdachten zullen ieder een geldbedrag van 5000,= betalen. Met AFP BV is overeengekomen dat zij ten titel van transactie een geldbedrag van 61.260,= betalen en het bewaarschrift tegen de naheffingsaanslag loonbelasting over december 2000 en januari 2001 zullen intrekken.

Omstandigheden van de feiten
De arbeidsovereenkomst tussen een der verdachten en AFP B.V. werd per november 2000 beëindigd. In een afschrift van de overeenkomst met betrekking tot het einde dienstverband was te lezen dat het deze verdachte werd toegestaan om zijn bij overeenkomst van 10 juni 1998 verleende optierechten op dat moment uit te oefenen. Gezien de waardevaststelling van de aandelen is het vermoeden ontstaan dat het aan verdachte uitgekeerde bedrag geen onbelaste uitoefening van de optieregeling is geweest maar een (belaste) afkoopsom in verband met het einde dienstverband. Over de voorwaarden voor het vertrek, de waarde van de aandelen en de uiteindelijk ontslagovereenkomst is overleg gevoerd tussen de twee verdachten.
Dit feitencomplex levert opzettelijk onjuiste aangifte loonbelasting (artikel 69 Algemene Wet Rijksbelasting) en valsheid in geschrifte op (artikel 225 Wetboek van Strafrecht)

Redenen voor transactie
Mede op grond van gewijzigde omstandigheden binnen de organisatie, te weten de ontbinding van de vennootschap en de pensionering van een van de verdachten, heeft de belastingdienst besloten tot het aanbieden van deze transactie. Het nadeel dat de belastingdienst heeft geleden door de onjuiste aangifte wordt middels een naheffingsaanslag teruggevorderd.