Vlaanderen betaalt jaarlijks meer dan 11 miljard euro aan Wallonië en Brussel
(21/10/04)
In mei 2003 kwam de KBC tot de bevinding dat de interregionale
transfers in 2002 5,4 miljard euro bedroegen. Op aandringen van o.m.
de N-VA vroeg de vorige Vlaamse regering aan ABAFIM (Administratie
Budgettering, Accounting en Financieel Management) om een doorlichting
van die transfers. Door Vlaams parlementslid Kris Van Dijck gevraagd
naar een stand van zaken, zei toenmalig minister-president Somers dat
de gegevens nog voor de regionale verkiezingen van 2004 beschikbaar
zouden zijn. De bekendmaking van de resultaten bleef echter
achterwege.
Via een vraag aan huidig minister-president Leterme, kreeg Bart De
Wever eindelijk inzage in de ABAFIM-studie. De resultaten zijn
ontluisterend.
1) Cijfers
De ABAFIM-studie beperkt zich tot de geldstromen via de sociale
zekerheid, de federale begroting en de financiering van de deelstaten.
Deze drie stromen resulteerden in 2003 in een transfer van 6,6 miljard
euro van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel. Het grootste deel van
deze transfer loopt langs de sociale zekerheid (56,6 %). De transfer
via de federale begroting is goed voor 23,6 % en de financiering van
de deelstaten voor 19,9 %.
Helaas zijn de ABAFIM-cijfers niet volledig. Ook via de afbetaling van
de staatsschuld komt een transfer tot stand. De laatste betrouwbare
berekening van deze transfer gebeurde door de KULeuven voor het jaar
1985 en werd toen op 3,5 miljard euro bepaald. Bij hantering van
dezelfde berekeningswijze was dit bedrag in 1999 reeds aangegroeid tot
4,72 miljard euro.
De totale transfer van Vlaanderen aan de Franstaligen bedraagt dus
niet minder dan 11,3 miljard euro per jaar. De Vlamingen verliezen op
deze manier ruim 7 % van hun primair inkomen.
2) Mythes doorprikt: Vlaanderen betaalde, betaalt en blijft betalen
De mythe dat vroeger het rijkere Wallonië instond voor het armere
Vlaanderen, werd reeds eerder doorprikt. Professor Juul Hannes speurde
jaren naar voorbeelden van solidariteit van het zuiden naar het
noorden, maar vond er geen enkel. Integendeel, uit zijn onderzoek
blijkt dat de Vlamingen vanaf 1830 meer dan hun deel hebben betaald
van de Belgische rekeningen. Economen van de UCL hebben de
studieresultaten van Hannes opgevraagd, maar daarna nooit
gecontesteerd of genuanceerd.
De ABAFIM-studie doorprikt nu de andere mythe: ook in de toekomst zal
er geen ommekeer van de transfers tot stand komen. Dit blijkt uit de
twee simulaties die werden gemaakt voor de periode 2003 2030. In een
eerste simulatie wordt uitgegaan van een ongewijzigde productiviteit,
werkende beroepsbevolking, uitgaven in sociale zekerheid, Wel wordt de
snellere vergrijzing van Vlaanderen in rekening gebracht. In deze
simulatie nemen de transfers na een korte inkrimping nog toe om in
2030 uit te komen op 7,4 miljard euro. In een tweede simulatie wordt
uitgegaan van een ongewijzigde werkgelegenheidsgraad voor Vlaanderen
en een fors toenemende werkgelegenheidsgraad voor Wallonië en Brussel.
Onder deze weinig realistische- omstandigheden zouden de transfers
weliswaar gestadig dalen, maar zouden ze in 2030 nog steeds 2,66
miljard euro bedragen.
3) Solidariteit of verloren geld?
Gezien het huidige verschil in welvaart tussen Vlaanderen en Wallonië
is een solidariteitstransfer tussen beide deelstaten verantwoord en
nodig. Echte solidariteit veronderstelt evenwel transparantie,
objectiviteit en doelmatigheid. De huidige geldstromen voldoen aan
geen enkel van die drie criteria.
4) Wat nu?
De N-VA vraagt aan haar Vlaamse coalitiepartners om, in het licht van
deze nieuwe gegevens over de financiële transfers, werk te maken van
het engagement in het Vlaams regeerakkoord, om af te stappen van de
huidige geldstromen en te streven naar objectieve en transparante
solidariteit.
De N-VA hoopt dat ook de Franstalige partijen zich zullen bezinnen
over de nieuwe gegevens inzake de geldstromen. Verdere stappen in de
staatshervorming zullen uiteindelijk beide gemeenschappen ten goede
komen en staan niet haaks op de solidariteit. De weigering ervan zou
getuigen van een fatale kortzichtigheid. Zeker een onverkort non op de
splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, een loutere uitvoering van de
Grondwet, zou getuigen van een gevaarlijke arrogantie.
Dit bericht is een samenvatting van de nota die Bart De Wever opstelde
over de transferproblematiek. De volledige nota kan u vinden door hier
te klikken.
Auteur:
wnd. Voorzitter N-VA
Bart De Wever
Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn, woordvoerder
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be