Ernst & Young

Intra-Europese investeringen in eerste halfjaar 2004 sterk gestegen

21 oktober 2004 - Volgens de meest recente European Investment Monitor van Ernst & Young nemen directe buitenlandse investeringen (FDI - foreign direct investment) mede door sterke groei in Oost-Europa een hoge vlucht. Het Verenigd Koninkrijk bleef in de eerste zes maanden van 2004 aan kop wat betreft het aantal voor dat gebied bekendgemaakte projecten, maar het waren de Centraal- en Oost-Europese landen die het volgens het rapport uitzonderlijk goed deden. Tussen januari en juni 2004 registreerde de monitor 1.432 projecten, ofwel een stijging van 27 procent ten opzichte van de 1.126 projecten in dezelfde periode van vorig jaar. De Top-5 bleef gelijk (Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Spanje), waarbij het Verenigd Koninkrijk haar leidende positie heeft verstevigd. De Oost-Europese Big 4, Hongarije, Tsjechië, Polen en Rusland liet een aanzienlijke stijging van het aantal projecten zien, van 156 naar 283, en hun aandeel steeg van 14 procent in het eerste halfjaar 2003 naar 20 procent in 2004. Dr. Douglas van den Berghe, manager bij Ernst & Young Real Estate & Advisory Services stelt: 'De resultaten voor de eerste helft van 2004 laten weer een aanzienlijke groei zien, na meerdere jaren van dalende intra-Europese investeringen. Het jaar 2003 lijkt een echte kentering gebracht te hebben, en met uitzondering van een of twee landen, doet dit herstel zich zowel in het Oosten als het Westen van Europa voor, al zullen de resultaten voor het gehele jaar pas uitwijzen wie de winnaars en wie de verliezers zijn.' Van den Berghe verder: 'Maar de meest opvallende trend is de sterke groei in het Oosten. Ter vergelijking, Slowakije had meer projecten dan Nederland, Hongarije meer dan Duitsland en Tsjechië, Polen en Rusland deden het allemaal beter dan Spanje. Als deze trend doorzet zal het FDI-landschap in Europa ingrijpend veranderen. Er is weliswaar een natuurlijke oostwaartse tendens te constateren vanwege de markten die zich daar openen en de mogelijkheden die zich daar tegen lagere kosten voordoen, maar het ziet er in deze fase van het herstel naar uit dat er meer dan genoeg te verdelen is voor zowel Oost- als West-Europa.' De Verenigde Staten bleef de grootste investeerder, met solide groei van 332 in het eerste halfjaar van 2003 naar 396 in dezelfde periode van 2004, en zij behield haar aandeel van 28 procent van alle projecten. Japan, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland volgden op de lijst van grootste buitenlandse investeerders, en kenden eveneens een sterke groei qua aantal projecten. Investeringen vanuit Azië (Japan, China, Singapore, Zuid-Korea) leken in het eerste halfjaar van 2004 toe te nemen en zouden aan het eind van het jaar de Top-5 kunnen bereiken als deze trend doorzet. Terwijl de automobiel-sector met 12 procent van alle projecten aan kop bleef, was er sprake van herstel in een aantal van de 'traditionelere gebieden van de nieuwe technologie'. Het aandeel van de electronica-sector steeg van 6 procent naar 8 procent, terwijl het aantal projecten toenam van 69 naar 109. In de computer-sector steeg het aantal projecten eveneens, naar 30 projecten tegen 20 in de eerste helft van vorig jaar, en de telecommunicatie-sector kwam sterk terug met 33 projecten tegen 19. Fabrieksnijverheid blijft de belangrijkste activiteit, met 43 procent van alle projecten. Al daalde het aandeel in het totale aantal projecten, de absolute aantallen namen toe van 551 (eerste helft van 2003) tot 610 in de eerste helft van 2004. De European Investment Monitor 2004 van Ernst & Young is online beschikbaar. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij onze woordvoerder Toby Ellson, telefoon 010 406 53 64.