Overleven buiten de veehouderij in Noord-Kenia
Dubbelpromotie Sociale geografie/Economie
donderdag 21 oktober 10.00 en 11.30 uur
Nomadische veetelers in Noord-Kenia kunnen steeds minder goed van hun eigen kuddes leven, en degenen die het niet meer redden vestigen zich in nederzettingen. Omdat het grootste gedeelte van Noord-Kenia kurkdroog is, is het moeilijk om een bestaan op te bouwen buiten de veehouderij. Velen vestigen zich dan ook in gebieden waar akkerbouw mogelijk is. Daar ontstaan echter grote problemen: landschaarste, waterproblemen, etnische onlusten en grote armoede. Uit de literatuur over het gebied komt naar voren dat de koloniale overheid de mobiliteit van veehouders ingeperkt zou hebben, met grote negatieve sociaal-economische en ecologische gevolgen. Uit het onderzoek van Karen Witsenburg en Adano Roba blijkt dat de Engelse koloniale overheid geen enkele nomadische veehouder heeft gestimuleerd om zich te vestigen; integendeel. Deze veehouders werden, zodra ze een permanente verblijfplaats zochten, gestimuleerd om hun traditionele leefwijze te behouden. Ook blijkt dat milieuproblemen niet zijn toegenomen, ook al is de bevolking in de akkerbouwgebieden fors gegroeid. Verder laten Witsenburg en Roba zien dat geweld afneemt in tijden van droogte. Met de toenemende waterschaarste neemt de samenwerking tussen de etnische groepen toe.Mw. K.M. Witsenburg en A.W. Roba: Surviving pastoral decline. Pastoral sedentarisation, natural resource management and livelihood diversification in Marsabit District, Northern Kenya. Promotor is prof. dr. A.J. Dietz.
Meer informatie kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam