Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten

Afdeling Golfstaten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 25 oktober 2004

Behandeld


- A.P. Wegerif


Kenmerk


- DAM-598/04

Telefoon


- 070 348 5838


Blad


- 1/3

Fax


- 070 348 6639


- - ap.wegerif@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lidVan Bommel over oplegging doodstraf in Iran

Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van Bommelover - oplegging doodstraf in Iran. Deze vragen werden ingezonden op - 27 september 2004met kenmerk - 2040500470.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over oplegging doodstraf in Iran.

Vraag 1
Is het waar dat drie Iraanse minderjarige jongens de doodstraf hebben gekregen? Zo ja, om wie gaat het en wat is de te verwachten procedure?

Antwoord
Mij zijn de volgende recente gevallen bekend waarbij jongens die minderjarig waren ten tijde van hun misdaad in Iran ter dood zijn veroordeeld: Ali Mahin Tourabi, Milad Bakhtiari, Morteza Feizi en Feiz Mohammad. In de eerste drie gevallen heeft het Iraanse hooggerechtshof de doodstraffen bevestigd, in het laatste geval is mij alleen veroordeling tot de doodstraf in eerste aanleg (augustus jl.) bekend.

Vraag 2
Hebt u vernomen van de executie van het 16 jarige meisje Atefe Rajabi in Neka (provincie Mazarandan) op zondag 15 augustus 2004 vanwege "het begaan van wandaden die onverenigbaar zijn met kuisheid"? Wat is hierover uw oordeel?

Antwoord
Ja. Ik acht het schokkend dat iemand om dergelijke redenen wordt geëxecuteerd. De Iraanse rechterlijke macht houdt staande dat betrokkene volgens haar eigen opgave 22 zou zijn geweest. Dat doet overigens niets af aan mijn oordeel.

Vraag 3
Bent u bereid stappen te ondernemen om te voorkomen dat Esmail Mahommadi, lid van de Koerdische organisatie Komala, ter dood wordt gebracht?

Antwoord
Ik ben bereid na onderzoek van deze kwestie stappen te ondernemen als voor betrokkene geen juridische wegen meer openstaan en zijn geval voldoet aan de criteria die terzake in EU-verband zijn afgesproken.

Vraag 4
Deelt u de mening dat executies van minderjarigen onaanvaardbaar zijn? Bent u bereid de Iraanse ambassadeur te ontbieden? Indien niet, waarom niet? Op welke wijze brengt u dan uw mening aan de Iraanse autoriteiten over?

Antwoord
Ja. De Nederlandse ambassadeur in Teheran heeft reeds namens de EU over alle hier genoemde gevallen van minderjarige ter dood veroordeelden gedemarcheerd zowel bij het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken als bij de rechterlijke macht. Tevens is mijn zorg overgebracht aan de Iraanse ambassadeur in Den Haag. De daarbij van Iraanse zijde verkregen reactie is in zoverre bemoedigend dat nu in de praktijk van executie lijkt te worden afgezien.

===