Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Postbus 90801 2509 LV Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA 's-Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer 6 oktober 2004 W&B/B&K/04/70266 333 2040501100

Onderwerp Datum Contactpersoon Vragen door lid Koomen (CDA) 25 oktober 2004

./. Met uw brief van 6 oktober jl. heeft u mij toegezonden een aantal vragen van het lid Koomen (CDA) (2040501100). Bijgaand treft u de antwoorden aan. In de beantwoording van deze vragen heb ik verwezen naar de beantwoording van een aantal schriftelijke vragen die mij door de Vaste Commissie voor SZW zijn gesteld. Als bijlage voeg ik de desbetreffende beantwoording bij.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

2

2040501100
Vragen van het lid Koomen (CDA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over schulden bij jongeren.

Vraag 1
Bent u bekend met de verdrievoudiging van de schulden van debiteuren die jonger zijn dan 15 jaar?

Antwoord op 1
Ik ben bekend met de inhoud van het artikel in het AD en met de inhoud rapport Intrum Justitia.

Vragen 2, 3 en 4
Deelt u de mening dat het beleid om schulden onder jongeren tegen te gaan blijkbaar tekort schiet? Zo neen, waarom niet?
Deelt u de mening dat het verslechteren van de betalingsmoraal onder jongeren weinig vertrouwen geeft in de wijze waarop deze jongeren hun financiële huishouding in de toekomst regelen?
Welke aanvullende maatregelen overweegt u om de betalingsmoraal van deze jongeren te verbeteren?

Antwoorden op 2, 3 en 4
Nee, ik deel de mening niet dat het beleid rond schulden onder jongeren tegen te gaan te kort schiet.
Voor alle schulden van minderjarigen die handelingsonbekwaam zijn, zijn de ouders verantwoordelijk. Voorzover ouders niet hun schriftelijke toestemming hebben verleend aan het sluiten van de onderliggende overeenkomst, dan dienen de ouders de overeenkomst te vernietigen door middel van een buitengerechtelijke verklaring (bijvoorbeeld inzake mobiele telefonie of andere financiële producten). Op de website van het jongerenloket van SZW wordt hieraan aandacht besteed.
Uit het rapport blijkt dat het slechts gaat om een kleine groep jongeren tot en met 14 jaar. De taak van de Rijksoverheid en de gemeenten beperkt zich tot het verstrekken van informatie en voorlichting. De schuldenaar is primair zelf verantwoordelijk voor zijn schulden.
Ik verwijs u naar de beantwoording van de schriftelijke vragen 1, 5, 9 en 15 van de Vaste Commissie voor SZW naar aanleiding van mijn brief van 1 juli 2004 waarbij een reactie is gegeven op het rapport Financieel gedrag in Nederland, voor een overzicht van de preventieactiviteiten ter voorkoming van problematische schulden.

Vraag 5
Bent u bereid om met uw collega van Financiën op korte termijn te komen tot een uitbreiding van de schuldenregistratie? Zo neen, waarom niet?

Antwoord op 5
Ik verwijs u naar mijn antwoord op de schriftelijke vragen 3 en 4 van de Vaste Commissie van SZW naar aanleiding van mijn brief van 1 juli 2004 waarbij een reactie is gegeven op het rapport van het Nibud, Financieel gedrag in Nederland.

3

Vraag 6
Bent u bereid met uw collega's van Justitie, van Financiën en van Onderwijs op korte termijn te komen tot een actieplan integrale schuldhulpverlening, waarbij voorstellen worden gedaan die aanvullingen doen op het bestaande beleid en die als doel hebben het voorkomen van schulden onder jongeren?

Antwoord op 6
De keten schuldhulpverlening wordt gevormd door een aantal partijen die binnen hun beleidsterreinen zich hiervoor inzetten. Op Rijksniveau zijn de ministeries van SZW, Justitie, Economische zaken en Financiën betrokken. SZW is bij de schuldenproblematiek betrokken vanuit haar coördinerende rol van het armoedebeleid en de Wet Werk en Bijstand; Justitie vanuit haar beleidsverantwoordelijkheid voor de Wet Schuldsaneringen Natuurlijke Personen; Economische Zaken als beleidsverantwoordelijke voor de private schuldbemiddelings-bureaus; en Financiën als beleidsverantwoordelijke voor de Wet op het Consumenten Krediet en het wetsvoorstel Wet Financiële Dienstverlening. Op lokaal niveau maken de gemeenten deel uit van de keten schuldhulpverlening. De regie en de uitvoering van de schuldhulpverlening ligt bij de individuele gemeente. Ik ben al in overleg met mijn collega's van Justitie en Financiën als ketenpartners binnen de schuldhulpverlening om deze keten te versterken.
Verder verwijs ik u naar de brief van 22 november 2002 aan de TK (B&GA/IW/02/87373) over integrale schuldhulpverlening, waarin mijn voorganger u naar aanleiding van de motie Noorman-Den Uyl c.s. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 28 000 XV, nr. 23) is bericht welke acties door SZW worden uitgevoerd en waarbij de ideeën van de werkgroep van deskundigen zijn benut. Deze acties zijn inmiddels uitgewerkt.


1) Algemeen Dagblad, 30 september jl.