Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
18 augustus 2004 AV/PB/04/72946
nr. 2030419730)
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Omtzigt 26 oktober 2004

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen van het lid Omtzigt (CDA) over het mogelijk verlies van partnertoeslag bij pensioenoverstap.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

mr. A.J. de Geus

2

Vraag 1.
Heeft u het artikel "Pensioenoverstap kost partnertoeslag " gelezen?
Antwoord 1
Ja

Vraag 2 tot en met 6
Klopt het dat deze toeslag (ex-artikel J14 en J15) vervalt bij de overgang van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) naar een ander pensioenfonds, dat wil zeggen dat de waarde hiervan niet meegenomen wordt bij de overdracht van pensioenrechten?
Welke juridische status heeft deze toeslag: is dit een afdwingbaar recht voor de deelnemers aan een pensioenfonds? Blijft dat recht bestaan bij een collectieve en een individuele waardeoverdracht van pensioenrechten?
Had en heeft het ABP op een reservering voor genoemde toeslagen?
Zijn mensen, die een waardeoverdracht overwogen of aanvroegen op de hoogte geweest of gesteld van het feit dat het recht op toeslag vervalt ten gevolge van deze overgang? Zo ja, hoe? Was deze informatie volgens u duidelijk, tijdig en begrijpelijk?
Hoe hoog is het recht op pensioen, dat maximaal wordt misgelopen in het geval beide partners 40 jaar lang recht hadden op deze toeslag?

Antwoord op vraag 2 tot en met 6
Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik u naar de bijgevoegde brief van het ABP.

Vraag 7
Acht u het naar de letter en de geest van de Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) waarin waardeoverdrachten van pensioenrechten geregeld worden, juist dat bepaalde toeslagen niet worden meegenomen bij waardeoverdrachten van pensioenen?

Antwoord 7
De basis voor de waardeoverdracht is de premievrije aanspraak die bij ontslag wordt bepaald. In geval van waardeoverdracht moet deze volledig worden afgefinancierd. In de waardeoverdracht worden alleen betrokken de onvoorwaardelijk toegezegde toeslagen, waarvoor ook kapitaalgedekte financiering is vereist.
De centrale vraag is vervolgens of een bepaalde toeslag als voorwaardelijk of als onvoorwaardelijk moet worden geĂŻnterpreteerd
Of in de concrete situatie zoals in de vragen beschreven sprake is van een voorwaardelijke danwel onvoorwaardelijke toezegging is een vraag die uiteindelijk alleen door de rechter kan worden beantwoord. De rechter zal zich naar verwachting bij de beoordeling van die vraag niet alleen baseren op het reglement maar eveneens de wijze waarop over de partnertoeslag is gecommuniceerd richting de deelnemers.

Vraag 8
Welke actie zult u ondernemen om pensioenfondsen in het algemeen en het ABP in het bijzonder ertoe te bewegen volledige voorlichting over het vervallen van toeslagen te geven aan haar (ex- )deelnemers bij het overstappen van een pensioenfonds naar een ander fonds?

3

Antwoord 8
In de Pensioenwet zullen, zoals aangekondigd in de Hoofdlijnennotitie (Kamerstukken II 2003/04, 28 294 nr 1.) de bepalingen rondom informatievoorziening worden aangescherpt. Centraal thema in de informatievoorziening zal zijn dat te allen tijde voor de deelnemer duidelijk moet zijn of sprake is van onvoorwaardelijke rechten of dat er sprake is van voornemens waarbij de uiteindelijke beslissingen (zoals bijvoorbeeld rond indexatie) nog moeten worden genomen. Deze aangescherpte bepalingen zullen gelden voor alle pensioenfondsen, dus ook voor het ABP. Het is echter uiteraard ook nu al de verantwoordelijkheid van ieder pensioenfonds om er voor zorg te dragen dat de door het fonds verstrekte informatie volledig en correct is.