GroenLinks

Mensenrechtenorganisaties: start onderhandelingen met Turkije

26 oktober 2004

Mensenrechtenorganisaties hebben de EU opgeroepen om de toetredingsonderhandelingen met Turkije te beginnen. Op vragen van GroenLinks europarlementariër Joost Lagendijk tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement zeiden de NGO's nog veel kritiek te hebben, maar overtuigd te zijn dat onderhandelingen de beste garantie zijn voor het doorzetten van het hervormingsproces.

Hoorzitting
De Mensenrechtencommissie van het Europees Parlement organiseerde maandag 25 oktober een hoorzitting over de mensenrechtensituatie in Turkije. Uitgenodigd waren o.a. de Turkije specialist van Human Rights Watch, Jonathan Sugden, de voorzitter van de pro-Koerdische DEHAP partij Tuncer Bakirhan en Selhattin Demirtas, een vertegenwoordiger van de Turkse Human Right Association.

Onomwonden 'ja'
De bijeenkomst stond in het teken van het rapport dat het Europees Parlement de komende maand zal opstellen over de voortgang van de hervormingen in Turkije en het begin van toetredingsonderhandelingen. De NGO's, die begonnen met het prijzen van voltooide hervormingen in Turkije, namen geen blad voor de mond met betrekking tot misstanden die in Turkije blijven bestaan. Desondanks beantwoordden ze Lagendijk's vraag naar de wenselijkheid van onderhandelingen met de EU met een onomwonden 'ja'.

Implementatie problematisch
Het veruit grootste probleem blijven mishandeling en zelfs marteling in politiebewaring. Demirtas en Bakirhan meldden dat deze praktijken vooral in Zuid-Oost Turkije, het gebied waar het Turkse leger en de Koerdische PKK jarenlang oorlog voerden, nog altijd met regelmaat voorkomen. Ondanks de in 1997 ingezette hervormingskoers die een aantal wetswijzigingen mogelijk maakte om mishandeling en marteling te verbieden en de daders ervan streng te straffen. De implementatie van deze hervormingen blijkt duidelijk nog een probleem.

Human Rights Watch
Jonathan Sugden van Human Rights Watch kwam met een concreet plan voor de Turkse regering om haar belofte van 'zero tolerance' ten opzichte van mishandelend en martelend overheidspersoneel waar te maken. De regering zou een intern monitoring-systeem op moeten zetten waarbij alle drie maanden een rapport gepresenteerd wordt op basis van bevindingen van controles in alle Turkse provincies. Verder zou de regering verdenkingen van mishandeling geuit door mensenrechtenorganisaties in de toekomst systematisch moeten onderzoeken.

Terugkeerprogramma's
Een ander probleem dat aangekaart werd is de terugkeer van vluchtelingen naar hun streek van herkomst. De regering zou volgens de NGO's meer werk moeten maken van het opzetten van een geloofwaardig terugkeerprogramma voor de 380 000 Koerden die in de jaren negentig door regeringstroepen uit hun dorpen verjaagd zijn.

Beslissend moment
"Maar," vroeg Lagendijk, voorzitter van de Turkije-delegatie in het Europees Parlement, "vinden jullie dat er in Turkije zoveel veranderd is dat het starten van onderhandelingen gerechtvaardigd is?" Daarop antwoordden de deelnemers eenstemmig dat de EU de mogelijkheid die zich nu aandient met beide handen aan moet nemen. Turkije staat voor een van de meest beslissende momenten in haar geschiedenis: doorgaan op de ingeslagen weg van hervormingen, of terugvallen naar de tijd dat het leger boven de democratie stond en de mensenrechten met voeten trad. Nú met Turkije aan tafel gaan zitten is de beste garantie om deze tweede optie voor altijd uit te schakelen.

«