ABVAKABO FNV

Jonge werknemers minder tevreden over het werk

Jongere werknemers in verpleeg- en verzorgingshuizen minder tevreden over het werk

De vakbonden ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en FHZ maken zich zorgen over jonge werknemers in verpleeg- en verzorgingshuizen. Uit een onderzoek onder 68.183 werknemers in 1.332 instellingen blijkt dat één op de vijf werknemers in de verpleeg- & verzorgingshuizen geen plezier heeft in het werk. Tevens vinden zij het werk niet voldoende uitdagend. Daarnaast heeft ook een vijfde van de medewerkers te maken met gezondheidsklachten en hebben zij het gevoel dat het werk zowel psychisch als lichamelijk te zwaar is. Bijna 12.000 werknemers hebben na een werkdag onvoldoende energie over voor andere activiteiten.

De vakbonden ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en FHZ maken zich zorgen over deze uitkomsten, temeer omdat de laatste jaren juist in overleg met de werkgevers in de V&V-sector extra maatregelen zijn getroffen op het gebied van arbeidsomstandigheden- en personeelsbeleid.

Het minst tevreden zijn werknemers in uitvoerende cliëntgebonden functies, tussen de 25 en de 40 jaar met een arbeidscontract langer dan 15 uur per week. Belangrijke redenen om de instelling te verlaten zijn ontevredenheid over de communicatie en het overleg binnen de organisatie.

Vooral onder jongere werknemers (tot 25 jaar) die nog een opleiding volgen, komen klachten over pijn in de rug, nek, schouders en aan knieën en handen het meeste voor. Deze categorie blijkt ook het minst tevreden over de personeelsbezetting. Ook zijn ze ontevreden over de mate waarin de eigen capaciteiten kunnen worden benut. Jonge leidinggevenden vinden daarnaast dat zij onvoldoende in staat worden gesteld zelfstandig beslissingen te nemen.

De vakbonden ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en FHZ wijzen erop dat deze signalen serieus moeten worden genomen. Als dat niet gebeurt kan de sector in de nabije toekomst niet alleen onvoldoende nieuwe instroom in de verzorgende functies realiseren, maar schaadt ze daarmee ook de kwaliteit van zorg. De toenemende vergrijzing, en de complexer wordende zorgvraag dwingt de sector tot maatregelen die leiden tot voldoende en adequaat opgeleide werknemers in verpleeg- en verzorgingshuizen.

Net als in het 2002 gehouden onderzoek blijkt dat hoe ouder de werknemer is hoe gezonder hij/zij zich voelt. Volgens de onderzoekers is hier misschien sprake van de 'survival of the fittest en/of van een effect van doorstroming van oudere werknemers naar kleinere arbeidscontracten'. De vakbonden pleiten daarom voor betere begeleiding van jongeren. Ook vragen zij aandacht voor de arbeidsomstandigheden van werknemers in uitvoerende cliënt gebonden functies.

Opnieuw blijken de instellingen onvoldoende aandacht te hebben voor een goede afstemming tussen werk en privé. Hoewel slechts één op de drie werknemers daar veel belang aan hecht, blijkt dat de meeste respondenten menen geen invloed te kunnen uitoefenen op de omvang van hun contract. Er wordt nog teveel ad hoc geregeld en dat is niet bevorderlijk voor de sfeer en de motivatie.
Bij de komende CAO-onderhandelingen in de branche Verpleeg- en Verzorgingshuizen gaan de vakbonden voorstellen werknemers meer zeggenschap te geven op de combinatie van werk en privé.

Kwaliteit van de zorg
De werknemers beoordelen de kwaliteit van de zorg als zorgwekkend. Een op drie werknemers kan onvoldoende aandacht aan een cliënt besteden wanneer die deze nodig heeft. Bij één op de drie instellingen zijn er onvoldoende opgeleide werknemers in relatie tot de zwaarte van de zorg ten aanzien van de cliënten Met deze uitkomst worden de resultaten bevestigd van het recentelijk gepresenteerde onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (10 september 2004). Uit dat onderzoek bleek dat in ten minste een kwart van de verpleeghuizen de bewoners weinig mogelijkheid hebben de dag naar wens in te delen. Ook is er te weinig tijd om te douchen en is er onvoldoende hulp bij de maaltijden. Inzet van voldoende personeel kan volgens de vakbonden hier een oplossing voor bieden.

De doelstelling om in 2004 een reductie van 20 procent te realiseren op de thema's psychische en fysieke belasting is nader onderzocht bij 502 van de 1.332 instellingen. De doelstelling is voor wat de psychische belasting procent gehaald. Uit de scores blijkt wel dat in 16 procent van de geselecteerde instellingen sprake is van achteruitgang, bij 37procent is de score gelijk gebleven en bij 48 procent is de score erop vooruitgegaan. Voor het eind van dit jaar zal uit ander nog lopend onderzoek moeten blijken of de reductie op het thema fysieke belasting is gehaald of niet.

ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en FHZ constateren dat onvrede over de kwaliteit van zorg voor de cliëntgebonden functies invloed heeft op de werkdruk. Hier kan belangrijke winst worden behaald door herijking van de personele bezetting en verbetering van het gebruik van de capaciteiten van de werknemers. Bij de komende CAO-onderhandelingen moet niet alleen het kwaliteitsbeleid van de instelling op de agenda staan, maar ook de evenredigheid in personeelsbezetting. De vakbonden ondersteunen het pleidooi van de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor een onafhankelijk onderzoek naar de vraag waar de minimaal vereiste zorg aan moet voldoet en welke personele normen daar dan bijhoren.

De resultaten van het WIB-onderzoek tonen aan dat de inspanningen van bonden en werkgevers op het gebied van ARBO en het personeelsbeleid hun vruchten afwerpen. Haaks hierop staan de bezuinigingsmaatregelen die het kabinet heeft ingezet. Als gevolg daarvan verslechtert de positie van de zorgsector op de arbeidsmarkt. De vakbonden vrezen dat de instellingen zonder voldoende financiële middelen terugzakken naar een niveau van jaren geleden en daar is niemand bij gebaat.

ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en FHZ houden op 11 november 2004 voor de sectoren Zorg en Welzijn met zeven protestbijeenkomsten verspreid over het land een actiedag tegen het kabinetsbeleid. Het protest is ook gericht tegen de afbraak van de kwaliteit van zorg- en dienstverlening. De bonden hebben de werknemers inmiddels opgeroepen in actie te komen op 11 november.