Socialistische Partij

Agnes Kant ook in de Kamer: `De zorg is geen markt!'

27-10-2004 * Gisteren lanceerde SP-Kamerlid Agnes Kant een manifest tegen de invoering van marktwerking in de zorg. Het pleidooi is ondertekend door meer dan veertig vooraanstaande artsen, bestuurders en opinieleiders in zorgverlenend Nederland. In de Tweede Kamer kon Kant melden dat het aantal ondertekenaars uit de zorgsector zich binnen een dag vertienvoudigd heeft en inmiddels hebben meer dan 600 zorgwerkers hun handtekening toegevoegd. Deze fantastische reactie uit het land ondersteunt de SP in het Kamerdebat over dit onderwerp. Hier de bijdrage van Agnes Kant in de eerste termijn (inclusief interrupties).

"De zorg is geen markt" staat boven het manifest dat vandaag gepresenteerd is. Het zijn ook woorden die ik vaak gesproken heb hier in de Kamer. Eigenlijk uit ik al jarenlang kritiek op de route die dit kabinet kiest van marktwerking in de zorg. Zodra ik mijn voeten buiten dit gebouw zette en sprak met mensen uit de zorg - met directies van ziekenhuizen, met werkers op de vloer en met medische wetenschappers - viel mij op dat niemand de route van marktwerking in de zorg onderschrijft.

Daarom heb ik het initiatief genomen om deze mensen zich te laten uitspreken in het manifest dat vandaag is gepresenteerd. Het is gestart met veertig ondertekenaars en zonder enige werving, anders dan dat het in het nieuws kwam, is dat aantal vertienvoudigd tot vierhonderd. Ik voorspel u dat als wij er echt mee de boer op gaan, vele mensen in zorg deze route zullen gaan afwijzen. Ik hoop dat de minister daarnaar luistert. Het zal niet de eerste keer zijn dat mensen die het kunnen weten omdat zij in de praktijk werken of omdat zij deskundig zijn op het terrein, die dus weten wat de gevolgen zijn van dit soort maatregelen, de noodklok luiden en dat dit kabinet vervolgens niet luistert. Wij hebben dat bij de VUT/prepensioen en bij de no-claim gezien. Laat dat in dit geval anders zijn. Ik heb het manifest bij mij. De minister heeft het al. Ik hoop dat het aan de handelingen kan worden toegevoegd.

De artsen, deskundigen en wetenschappers die het manifest hebben ondertekend, wijzen op de negatieve effecten. Er zal minder samenwerking zijn. Concurrentie en samenwerking gaan immers niet samen. De zorg wordt duurder en de kwaliteit komt onder de druk te staan. Marktwerking zal ook leiden tot meer bureaucratie. Er is te weinig oog voor de lange termijn en er zal aantasting zijn van de solidariteit in de zorg. Ik hoop dat de minister in zijn reactie op de analyse van deze mensen wil ingaan.

Nawijn (LPF): U doet nu alsof de hele medische wereld achter uw manifest staat. Ik kan u verzekeren dat dit absoluut niet het geval is. In het manifest staat dat marktwerking leidt tot minder samenwerking, duurdere zorg en een lagere kwaliteit. Ik heb u de laatste jaren in de Kamer alleen maar horen klagen over het huidige systeem dat al twintig jaar bestaat. Al de argumenten die in het manifest worden genoemd, zijn ook bezwaren tegen het huidige systeem. Het zijn geen nieuwe argumenten. Geef eens een ander systeem de kans.

Kant (SP): Vrijwel geen van de mensen met wie ik spreek in de zorg - dat zijn allerlei willekeurige mensen - is voorstander van marktwerking in de zorg. Ik kom vooral tegenstanders tegen die wijzen op de risico's van die route. Komt u rustig met een manifest dat is ondertekend door honderden mensen die ervoor zijn. Ik ben heel benieuwd of u dat voor elkaar gaat krijgen.
Ik geloof niet dat ik of de mensen die het manifest hebben ondertekend, zeggen dat er niets moet veranderen in de zorg. Ik zeg niet dat er geen dingen anders moeten. Door de route die nu is gekozen, zullen de problemen echter niet worden opgelost. Die zal andere nieuwe problemen oproepen en een aantal dingen versterken. De zorg zal onnodig duurder worden omdat marktwerking in zichzelf de zorg duurder maakt. Wij hebben nu bureaucratie die is veroorzaakt door de overheid. Die bureaucratie moet worden verminderd. U weet dat ik een jaar geleden daarover hier een rapport heb gepresenteerd. De voorstellen die ik daarin heb gedaan, kunnen een miljard opleveren.

Ik heb plannen genoeg voor veranderingen in de zorg. Dit kabinet gaat echter de huidige bureaucratie inleveren voor marktbureaucratie. Daar schieten wij niets mee op, want die marktbureaucratie is waarschijnlijk nog erger. Onderzoek wijst dat uit. Er zijn vergelijkingen gemaakt. Als marktwerking wordt geïntroduceerd, wordt er ook meer bureaucratie geïntroduceerd omdat men van alles wil gaan controleren. Er zijn genoeg andere oplossingen die wel tot betere zorg leiden. Marktwerking leidt niet tot betere zorg.

Nawijn (LPF): U hebt vorig jaar inderdaad een heel goed rapport gepresenteerd over de bureaucratie in de zorg. Hoe dacht u dat die bureaucratie in de zorg is ontstaan? Die is ontstaan door het systeem dat wij al twintig jaar hebben, door de van bovenaf geleide gezondheidszorg. Zo is die ontstaan. Wij moeten ervan af. Daar zijn wij het allebei over eens. Dan moet dus de kans worden gegeven aan een ander systeem waarin men toekan met minder bureaucratie.

Kant (SP): Ik neem aan dat u het boekje hebt gelezen.

Nawijn (LPF): Helemaal.

Kant (SP): Er staan allerlei voorstellen in voor manieren waarop het huidige stelsel en de zorg kunnen worden veranderd zonder introductie van de markt en waarmee de bureaucratie kan worden opgelost. In datzelfde boekje staat ook dat juist de markt leidt tot meer bureaucratie. Ik noem een voorbeeld. Voor de marktwerking in de ziekenhuizen met de DBC's, een vreselijk woord, moeten ziekenhuizen onderhandelaars aanstellen. Het gaat om ongeveer vier personen per ziekenhuis die over al die achthonderd DBC's met ik weet niet hoeveel zorgverzekeraars om tafel moeten gaan zitten en moeten onderhandelen. Dat is zonde van de tijd. Dat is marktbureaucratie. Dat wil ik niet. Daarnaast moeten de specialisten en de assistenten van de specialisten allerlei dingen registeren en bijhouden. Dat gaat heel veel tijd kosten. Ik wil geen marktbureaucratie. De minister erkende vorig jaar in het debat dat dit verschijnsel gaat optreden, maar hij zei vervolgens dat het zijn probleem niet meer is als het aan de markt is. Ik kijk daar wat anders tegenaan.

Omdat de markt averechtse effecten heeft, moet er terecht weer van alles worden gereguleerd. Een aantal negatieve effecten wil je niet, maar je kunt ook niet alles voorkomen. Columnist Hilhorst verwoordde dit vorige week heel mooi in de Volkskrant. Hij schreef dat het gevolg van marktwerking in het zorgstelsel was dat je het slechtste van twee werelden krijgt, namelijk de starheid van de bureaucratie en de onrechtvaardigheid van de markt. Nog los van de deskundigen die zich vandaag hebben geroerd, heeft ook de Raad van State zich zeer kritisch uitgelaten over de marktwerking in het zorgstelsel. Ik hoop dat de minister hierop wil reageren.

Zorgverzekeraars Nederland heeft ook gesteld dat de marktwerking die op 1 januari in de ziekenhuizen wordt geïntroduceerd de zorg duurder gaat maken. Daar heb je de zogenoemde DBC's weer waar ik het net al over had. Dat wordt een debacle, minister. Doet u dit alstublieft niet. Als u ze al wilt, voert u ze dan niet al op 1 januari in, want het wordt een ramp, een debacle. Dit is op dit moment niet uitvoerbaar. Ik wens over een paar jaar ook niet verantwoordelijk te zijn voor een nieuw parlementair onderzoek over de vraag hoe dit zo stom kon worden geregeld.

De solidariteit in de zorg wordt aangetast. Het zal niemand verbazen dat ik dat vind. Wij hebben al uitvoerig gediscussieerd over de no-claim. Tijdens het debat daarover is er iets anders gebeurd. Dat de huisartsen weer onder de no-claimregeling vallen, is ten koste gegaan van de huisartsenzorg. Het is terecht dat de huisartsen sinds dat debat boos zijn. Het is terecht dat zij bereid zijn om actie te voeren. Zij moeten hiervoor namelijk de rekening betalen, terwijl er juist dringend moet worden geïnvesteerd in de huisartsenzorg. Ik heb nog een amendement liggen om hier 20 mln extra in te investeren, zodat de 4% korting niet nodig is. De solidariteit wordt ook aangetast door de verhoging van de eigen bijdrage in de thuiszorg. Vanaf het begin van dit jaar hebben wij een aantal debatten gevoerd, maar wij hebben geen fundamenteel debat gevoerd over de vraag of de ruim 15.000 opzeggingen die daarvan het gevolg zijn, acceptabel zijn. De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie heeft zelfs geconstateerd dat een meldpunt 20% opzeggingen heeft geregistreerd. Ik wil dat de staatssecretaris hierop ingaat.

De pakketverkleining van vorig jaar wordt nog geëvalueerd. Het duurt allemaal veel te lang. Er zijn al zeer veel signalen waaruit blijkt dat die negatieve gevolgen heeft. Ik neem ze even met u door. De fysiotherapie is uit het pakket gehaald. Ik krijg brieven van mensen dat zij afzien van noodzakelijke zorg. Het aantal groepen in het zittend ziekenvervoer was te beperkt. Deze minister heeft alweer een hardheidsclausule ingevoerd, maar daarmee wordt het probleem niet opgelost. Er komt extra geld, maar ook dat vormt niet de oplossing voor het probleem. Ik wil dat de minister hierop ingaat.

Voor deel wordt teruggedraaid wat er aan zelfzorgmiddelen uit het pakket was gehaald. Wij krijgen een aantal clusters geneesmiddelen terug. Daarin ontbreken echter de pijnstillers, terwijl die voor een grote groep mensen met dagelijkse pijn zo belangrijk zijn. Zij moeten chronisch pijnstillers gebruiken. Wil de minister hierop ingaan? Waarom kiest hij niet voor het vergoeden van chronisch gebruik van om het even welk middel? De mensen die chronisch geneesmiddelen moeten gebruiken, lijden hier het hardst door. Zij kunnen niet levenslang die geneesmiddelen betalen.

Rouvoet (ChristenUnie): Mevrouw Kant somt een heleboel dingen op waarmee ik het grotendeels eens ben. Zij noemt alleen ook het voorbeeld van de verhoging van de eigen bijdrage voor de thuiszorg. Ik herinner mij dat ik hierover bij de Algemene Politieke Beschouwingen een motie heb ingediend waarmee werd beoogd om die te halveren. Als ik mij niet vergis, heeft de fractie van de SP tegen die motie gestemd. Hoe rijmt mevrouw Kant dat?

Kant (SP): Ik kan mij niet precies herinneren wat de dekking was, maar ik weet wel dat ik het oneens was met die dekking. De heer Rouvoet weet vast nog wat de dekking was.

Rouvoet (ChristenUnie): De dekking was het afschaffen van de subsidiëring van bezitters van oldtimers.

Kant (SP): Dat vond ik geen goede dekking.

Rouvoet (ChristenUnie): Dan weet ik dat. Dan is dat verklaard.

Kant (SP): De heer Rouvoet kan ons wel voor een dilemma stellen door een oplossing aan te dragen die wij niet willen kiezen, maar in onze alternatieve begroting stellen wij voor om de eigen bijdrage niet te halveren, maar af te schaffen. De heer Rouvoet weet dus waar de fractie van de SP staat. Zij zal niet wat voor een dekking dan ook accepteren die in om het even welke willekeurige motie aan de Kamer wordt voorgelegd. Dat is de reden waarom de fractie van de SP tegen heeft gestemd. Wij zijn het volstrekt eens met de stelling dat de eigen bijdrage niet had mogen worden verhoogd. Sterker nog: ik ben ervoor dat de eigen bijdrage wordt afgeschaft. Die is niet alleen onrechtvaardig, maar leidt ook tot meer bureaucratie.

Omdat mensen de tandarts niet kunnen betalen, komen zij met kiespijn bij de EHBO terecht. Dat lijkt mij geen gewenste ontwikkeling. Professor Fauser heeft zich de afgelopen weken ook geroerd. Hij heeft geconstateerd dat de bezuinigingen op in vitro fertilisatie averechts werken. Er zijn echtparen die hiervoor geen 2500 tot 3000 euro kunnen opbrengen. Professor Fauser noemt dat inkomensdiscriminatie. Voorts merkt hij op dat het gebrek aan registratie van meerlingzwangerschap naar aanleiding van in vitro fertilisatie te wensen overlaat. Hij suggereert dat dit anders moet worden geregeld, willen wij dit probleem oplossen. De minister moet mensen hun eerste behandeling niet zelf laten betalen. Misschien wil de minister hierop reageren.

Er zijn opnieuw pakketverkleiningen voorzien en ook hierbij worden voor een deel de verkeerde mensen getroffen, want voor alle behandelingen die er nu uit gehaald worden, gelden toch echt heel strenge medische indicaties. Het gaat zelfs in drie stappen tot en met een beoordeling door de medische adviseur van een zorgverzekeraar. Die behandelingen vinden dus echt niet zo maar plaats, zonder dat het nodig is.

Ook het maximeren van de consulten van diëtisten is een nieuwe maatregel en ook die vind ik niet slim, want voorkomen dat mensen verkeerd gaan eten of dat zij voeding gebruiken die niet goed is in verband met hun ziekte, lijkt mij preventie van ernstige gezondheidsproblemen. De minister wil het inschakelen van diëtisten maximeren op vier consulten; voor sommigen zal dit niet genoeg zijn.

Solidariteit betekent ook oog hebben voor wie de dupe wordt van je beleid. Het moge duidelijk zijn dat ik ook in dit opzicht ontevreden ben over dit kabinet. Zorg goed voor mensen die dat zelf niet meer kunnen. En dan wil ik het toch weer even hebben over de ouderenzorg, over de verpleeghuizen en de verzorgingshuizen. Wij hebben er onlangs nog een debat over gehad en wij komen er nog op terug, maar ik vind de hoge werkdruk in met name de verpleeghuizen en de verzorgingshuizen nog steeds een schrijnend probleem. Ik zou graag zien dat het kabinet hier heel specifiek iets aan gaat doen; er is nog een motie van mij op dit punt. En het geldt eigenlijk evenzeer voor de psychiatrie en de gehandicaptenzorg.

Verleden jaar was er een bericht uit Boxtel over de ouderenzorg, nu een uit Rotterdam. Het is eigenlijk te plat voor woorden, maar er wordt in een verzorgingshuis bezuinigd op toiletpapier. Zijn wij nu zo diep gezonken? Je hebt dit land opgebouwd, je wordt als oudere afhankelijk van de zorg van anderen en dan mag je op hoge leeftijd nog voor je eigen WC-papier zorgen en er zelf voor betalen. Zijn wij nu echt helemaal gek geworden? Er is hiermee voor mij echt een grens bereikt en ik hoop dat dit ook voor de staatssecretaris geldt.

De vergrijzing moeten wij vooral zien als een uitdaging, niet als een doemscenario en als een probleem zoals het kabinet het meestal schetst om haar asociale hervormingsagenda erdoor te drukken. Het is een uitdaging om met technologie, met het inrichten van de maatschappij, met het inrichten van de wijken, met kleinschalige woonvormen waarin wij voor elkaar kunnen zorgen, van een vergrijzende samenleving iets te maken. Zo zie ik het graag en ik hoop dat dit ook voor de staatssecretaris geldt en dat zij zal aangeven hoe zij dit in gang zal zetten. Mijn fractie heeft al vaker suggesties gedaan: het opzetten van eerstelijns teams, wijkverpleegkundigen en consultatiebureaus. Maar laten wij er in ieder geval over nadenken hoe wij ouderen die thuis willen blijven wonen, daar zo goed mogelijk toe in staat kunnen stellen. De komende Wet maatschappelijke onrust - zo blijf ik die maar gewoon noemen - zal wat dit betreft niet veel goeds doen, zo vrees ik. Mijn belangrijkste kritiek op deze wet is dat het recht op zorg, op de vorm van zorg die naar de gemeente gaat, weer om zeep wordt geholpen. Het is een heel slimme truc om van dit recht af te komen, maar ik vind dit niet rechtvaardig.

Bij goed zorgen voor de mensen die niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen, denk ik ook aan de daklozen. Zij vormen een groeiend probleem in ons land. Ik heb al een keer in het vragenuur gezegd dat wij op een aantal van honderdduizend daklozen afstevenen, als wij niet uitkijken. De schattingen lopen uiteen, maar volgens mij zijn wij al aardig op weg naar dit getal. In een opvang voor daklozen zie je gezinnen met jonge kinderen, jongeren, ook steeds jongere jongeren, ouderen, gehandicapten en zelfs mensen met een rolstoel. Je hoort het ook van mensen die daar werken. In het genoemde vragenuur heeft de staatssecretaris mij een onderzoek toegezegd naar het fenomeen dat ook steeds meer gezinnen met kinderen op straat komen te staan. Wanneer kunnen wij dit onderzoek verwachten? En wat gaat zij aan dit probleem doen? Het was immers de bedoeling van mijn vraag dat er oplossingen gezocht zouden worden, bijvoorbeeld het onmogelijk maken dat gezinnen uit hun huis gezet worden als er geen andere plek is waar zij terecht kunnen. Ik denk ook aan een verplichting voor woningcorporaties om woningen te reserveren voor mensen die geen dak boven hun hoofd hebben. Ik heb in een daklozenopvang te horen gekregen dat er mensen zijn die weer zelfstandig willen gaan wonen, die dat al kunnen, die eraan toe zijn, maar die zich niet kunnen inschrijven bij een woningbouwvereniging of die in ieder geen urgentieverklaring krijgen, terwijl zij de hoogste urgentie hebben die mogelijk is, namelijk het ontbreken van een dak boven hun hoofd. Hoe kan dit? Waarom worden hiervoor niet gewoon woningen gereserveerd?

Ik doe de volgende suggestie op dit punt. Asielzoekerscentra staan thans in ruime mate leeg en er is het idee geweest om leegstaande asielzoekerscentra in te richten voor bijvoorbeeld vrouwenopvang. Ik zou niet weten waarom je dat niet breder kunt trekken en daarbij nagaat waar er leegstaande asielzoekerscentra zijn die geschikt zijn om mensen tijdelijk op te vangen, zodat in Nederland niemand meer op straat hoeft te slapen. Ik verneem hierop graag de reactie van de staatssecretaris.

Wij hebben de Wet op de jeugdzorg en daarvan dachten wij dat deze het recht op zorg zou regelen. Ik heb er echter al voor gewaarschuwd dat dit niet gaat gebeuren. Je kunt dat immers wel in een wet zetten, maar als het vervolgens niet afdwingbaar is, heb je geen recht op zorg. Wij hebben nog steeds wachtlijsten, zodat dit recht er inderdaad niet is. Zelfs bij het vermoeden van kindermishandeling duurt het veel te lang voordat er gekeken kan worden wat er aan de hand is. Zelfs dáár zijn wachtlijsten, terwijl iedereen toch begrijpt dat je daar niet kunt wachten.

Ten aanzien van de bureaus jeugdzorg heb ik tijdens de behandeling van de wet gewaarschuwd dat wij ervoor moeten oppassen dat dit geen jeugd-RIO's worden. Toch dreigt dit te gebeuren. Ik hoor niet anders uit het veld dan dat dit jeugd-RIO's worden en dat het daar om dezelfde problemen gaat: wachtlijsten voor de bureaus jeugdzorg; het niet kunnen ingrijpen als het wel nodig is, maar moeten wachten totdat er zorg voorhanden is en niet zelf de zorg kunnen bieden. Dat moeten wij niet hebben en ik hoop dat de staatssecretaris aangeeft dat dit anders moet.

Ook in de jeugdzorg is de bureaucratie bar en boos; daarover werd laatst nog een signaal afgegeven door de werkers in de jeugdzorg. Daar moeten wij echt iets aan doen. Er wordt nu aan een meldpunt gewerkt, maar dat duurt mij allemaal veel te lang. Ik hoop dat de staatssecretaris kan aangeven hoe zij daar op korte termijn mee aan de slag gaat.

De werkdruk van de voogden is ook een gigantisch probleem. Zij kunnen absoluut niet het aantal kinderen aan dat zij onder hun hoede hebben. Daarnaast is het nog steeds niet zo dat kinderen één vaste hulpverlener of coach hebben. Het blijft zo dat telkens verschillende hulpverleners zich met een gezin of kind bemoeien. Dat was beslist niet de bedoeling en toch is de praktijk zo weerbarstig dat dit nog steeds het geval is. Ik hoop dat de staatssecretaris kan aangeven hoe zij dit gaat oplossen.

Graag verkrijg ik een reactie van de staatssecretaris op de constatering van professor Jo Hermans dat de bureaus jeugdzorg anders en beter moeten worden georganiseerd en veel sneller actie moeten kunnen ondernemen. Daar zit volgens mij de kern van het probleem: wij hebben wel allerlei bureaus opgetuigd, maar op het moment dat er ergens een probleem is met een kind, moet je er van de ene dag op de andere op af kunnen, maar dat is niet het geval, want zo is het niet georganiseerd. Professor Hermans stelt dat bij een alarmerende melding hulpverleners direct in staat gesteld moeten worden om een gezin binnen te gaan en snel hulp te verlenen. De staatssecretaris vindt dit vast ook, maar het is niet zo. Ik ga ervan uit dat zij ervoor gaat zorgen dat dit wel het geval zal zijn.

Jeugd komt ook in de gevangenis terecht en dat vind ik op zich al heel erg, want dan is er iets mis met een kind en is er ergens in het voortraject vaak al niet de juiste hulp en zorg geboden. Ik wil graag een reactie van de staatssecretaris op de mening van professor Doreleijers, hoogleraar jeugd- en kinderpsychiatrie, die de opsluiting van een toenemend aantal ernstig problematische jeugdigen de verjustitialisering van de jeugdzorg noemde. Ik vrees dat hij gelijk heeft. Immers, als kinderen gedragsproblemen hebben of psychiatrisch gestoord zijn, behoren zij geholpen te worden en niet in de gevangenis terecht te komen.

Graag verkrijg ik een specifieke reactie op de capaciteitsproblemen van de multifunctionele centra. Een ander punt dat ik noem, betreft de levensbedreigende ziektes. De wachtlijsten hebben prioriteit binnen het kabinet, maar kan de minister inzicht geven in hoe het er op dat punt voorstaat? Wil hij reageren op het onderzoek van het KWF dat aangeeft dat de wachttijd voor een mammogram kan oplopen tot 65 dagen? Dat lijkt mij veel te lang. Er loopt een actie om te bereiken dat dit binnen een week moet. Ik wil graag dat de minister daarop reageert.

De heart-mate is een nieuw hulpmiddel dat mensen die een hartfalen hebben, tijdelijk een overbrugging biedt om te overleven, terwijl zij wachten op een hartdonor. Het CVZ heeft uitgesproken dat wij dit in het pakket moeten opnemen, omdat dit een goed hulpmiddel is en een goede manier om mensen nog een kans te geven. De minister heeft daar nog geen beslissing over genomen, waardoor er op dit moment mensen overlijden die daar wel mee geholpen kunnen worden. Ik wil daarom graag dat hij aangeeft wat hij op dit punt gaat doen.

Voor preventie is er altijd te weinig geld en te weinig aandacht, ook bij dit kabinet. Als het gaat om voeding, hoop ik dat de minister daar net zoveel aandacht voor heeft als voor het antirookbeleid. Misschien kan hij aangeven wat hij bijvoorbeeld wil doen aan de toename van het aantal snoep- en frisdrankautomaten in scholen. Dat is toch een ongewenste ontwikkeling, zo lijkt mij.

Wat betreft de salarissen in de zorg constateer ook ik een verschil in zienswijze tussen minister Zalm en deze minister. Volgens mij is minister Zalm er veel duidelijker over geweest. Wil de minister daarop reageren?

Wil hij reageren op de vraag of dat ook zal gelden bij de zorgverzekeraars? Vallen die er dan ook onder? Bekijken wij dan ook wat er daar met de salarissen gebeurt?

(De beantwoording van de minister volgt donderdag)