Socialistische Partij
Agnes Kant ook in de Kamer: `De zorg is geen markt!'
27-10-2004 * Gisteren lanceerde SP-Kamerlid Agnes Kant een manifest
tegen de invoering van marktwerking in de zorg. Het pleidooi is
ondertekend door meer dan veertig vooraanstaande artsen, bestuurders
en opinieleiders in zorgverlenend Nederland. In de Tweede Kamer kon
Kant melden dat het aantal ondertekenaars uit de zorgsector zich
binnen een dag vertienvoudigd heeft en inmiddels hebben meer dan 600
zorgwerkers hun handtekening toegevoegd. Deze fantastische reactie uit
het land ondersteunt de SP in het Kamerdebat over dit onderwerp. Hier
de bijdrage van Agnes Kant in de eerste termijn (inclusief
interrupties).
"De zorg is geen markt" staat boven het manifest dat vandaag
gepresenteerd is. Het zijn ook woorden die ik vaak gesproken heb hier
in de Kamer. Eigenlijk uit ik al jarenlang kritiek op de route die dit
kabinet kiest van marktwerking in de zorg. Zodra ik mijn voeten buiten
dit gebouw zette en sprak met mensen uit de zorg - met directies van
ziekenhuizen, met werkers op de vloer en met medische wetenschappers -
viel mij op dat niemand de route van marktwerking in de zorg
onderschrijft.
Daarom heb ik het initiatief genomen om deze mensen zich te laten
uitspreken in het manifest dat vandaag is gepresenteerd. Het is
gestart met veertig ondertekenaars en zonder enige werving, anders dan
dat het in het nieuws kwam, is dat aantal vertienvoudigd tot
vierhonderd. Ik voorspel u dat als wij er echt mee de boer op gaan,
vele mensen in zorg deze route zullen gaan afwijzen. Ik hoop dat de
minister daarnaar luistert. Het zal niet de eerste keer zijn dat
mensen die het kunnen weten omdat zij in de praktijk werken of omdat
zij deskundig zijn op het terrein, die dus weten wat de gevolgen zijn
van dit soort maatregelen, de noodklok luiden en dat dit kabinet
vervolgens niet luistert. Wij hebben dat bij de VUT/prepensioen en bij
de no-claim gezien. Laat dat in dit geval anders zijn. Ik heb het
manifest bij mij. De minister heeft het al. Ik hoop dat het aan de
handelingen kan worden toegevoegd.
De artsen, deskundigen en wetenschappers die het manifest hebben
ondertekend, wijzen op de negatieve effecten. Er zal minder
samenwerking zijn. Concurrentie en samenwerking gaan immers niet
samen. De zorg wordt duurder en de kwaliteit komt onder de druk te
staan. Marktwerking zal ook leiden tot meer bureaucratie. Er is te
weinig oog voor de lange termijn en er zal aantasting zijn van de
solidariteit in de zorg. Ik hoop dat de minister in zijn reactie op de
analyse van deze mensen wil ingaan.
Nawijn (LPF): U doet nu alsof de hele medische wereld achter uw
manifest staat. Ik kan u verzekeren dat dit absoluut niet het geval
is. In het manifest staat dat marktwerking leidt tot minder
samenwerking, duurdere zorg en een lagere kwaliteit. Ik heb u de
laatste jaren in de Kamer alleen maar horen klagen over het huidige
systeem dat al twintig jaar bestaat. Al de argumenten die in het
manifest worden genoemd, zijn ook bezwaren tegen het huidige systeem.
Het zijn geen nieuwe argumenten. Geef eens een ander systeem de kans.
Kant (SP): Vrijwel geen van de mensen met wie ik spreek in de zorg -
dat zijn allerlei willekeurige mensen - is voorstander van
marktwerking in de zorg. Ik kom vooral tegenstanders tegen die wijzen
op de risico's van die route. Komt u rustig met een manifest dat is
ondertekend door honderden mensen die ervoor zijn. Ik ben heel
benieuwd of u dat voor elkaar gaat krijgen.
Ik geloof niet dat ik of de mensen die het manifest hebben
ondertekend, zeggen dat er niets moet veranderen in de zorg. Ik zeg
niet dat er geen dingen anders moeten. Door de route die nu is
gekozen, zullen de problemen echter niet worden opgelost. Die zal
andere nieuwe problemen oproepen en een aantal dingen versterken. De
zorg zal onnodig duurder worden omdat marktwerking in zichzelf de zorg
duurder maakt. Wij hebben nu bureaucratie die is veroorzaakt door de
overheid. Die bureaucratie moet worden verminderd. U weet dat ik een
jaar geleden daarover hier een rapport heb gepresenteerd. De
voorstellen die ik daarin heb gedaan, kunnen een miljard opleveren.
Ik heb plannen genoeg voor veranderingen in de zorg. Dit kabinet gaat
echter de huidige bureaucratie inleveren voor marktbureaucratie. Daar
schieten wij niets mee op, want die marktbureaucratie is
waarschijnlijk nog erger. Onderzoek wijst dat uit. Er zijn
vergelijkingen gemaakt. Als marktwerking wordt geïntroduceerd, wordt
er ook meer bureaucratie geïntroduceerd omdat men van alles wil gaan
controleren. Er zijn genoeg andere oplossingen die wel tot betere zorg
leiden. Marktwerking leidt niet tot betere zorg.
Nawijn (LPF): U hebt vorig jaar inderdaad een heel goed rapport
gepresenteerd over de bureaucratie in de zorg. Hoe dacht u dat die
bureaucratie in de zorg is ontstaan? Die is ontstaan door het systeem
dat wij al twintig jaar hebben, door de van bovenaf geleide
gezondheidszorg. Zo is die ontstaan. Wij moeten ervan af. Daar zijn
wij het allebei over eens. Dan moet dus de kans worden gegeven aan een
ander systeem waarin men toekan met minder bureaucratie.
Kant (SP): Ik neem aan dat u het boekje hebt gelezen.
Nawijn (LPF): Helemaal.
Kant (SP): Er staan allerlei voorstellen in voor manieren waarop het
huidige stelsel en de zorg kunnen worden veranderd zonder introductie
van de markt en waarmee de bureaucratie kan worden opgelost. In
datzelfde boekje staat ook dat juist de markt leidt tot meer
bureaucratie. Ik noem een voorbeeld. Voor de marktwerking in de
ziekenhuizen met de DBC's, een vreselijk woord, moeten ziekenhuizen
onderhandelaars aanstellen. Het gaat om ongeveer vier personen per
ziekenhuis die over al die achthonderd DBC's met ik weet niet hoeveel
zorgverzekeraars om tafel moeten gaan zitten en moeten onderhandelen.
Dat is zonde van de tijd. Dat is marktbureaucratie. Dat wil ik niet.
Daarnaast moeten de specialisten en de assistenten van de specialisten
allerlei dingen registeren en bijhouden. Dat gaat heel veel tijd
kosten. Ik wil geen marktbureaucratie. De minister erkende vorig jaar
in het debat dat dit verschijnsel gaat optreden, maar hij zei
vervolgens dat het zijn probleem niet meer is als het aan de markt is.
Ik kijk daar wat anders tegenaan.
Omdat de markt averechtse effecten heeft, moet er terecht weer van
alles worden gereguleerd. Een aantal negatieve effecten wil je niet,
maar je kunt ook niet alles voorkomen. Columnist Hilhorst verwoordde
dit vorige week heel mooi in de Volkskrant. Hij schreef dat het gevolg
van marktwerking in het zorgstelsel was dat je het slechtste van twee
werelden krijgt, namelijk de starheid van de bureaucratie en de
onrechtvaardigheid van de markt. Nog los van de deskundigen die zich
vandaag hebben geroerd, heeft ook de Raad van State zich zeer kritisch
uitgelaten over de marktwerking in het zorgstelsel. Ik hoop dat de
minister hierop wil reageren.
Zorgverzekeraars Nederland heeft ook gesteld dat de marktwerking die
op 1 januari in de ziekenhuizen wordt geïntroduceerd de zorg duurder
gaat maken. Daar heb je de zogenoemde DBC's weer waar ik het net al
over had. Dat wordt een debacle, minister. Doet u dit alstublieft
niet. Als u ze al wilt, voert u ze dan niet al op 1 januari in, want
het wordt een ramp, een debacle. Dit is op dit moment niet
uitvoerbaar. Ik wens over een paar jaar ook niet verantwoordelijk te
zijn voor een nieuw parlementair onderzoek over de vraag hoe dit zo
stom kon worden geregeld.
De solidariteit in de zorg wordt aangetast. Het zal niemand verbazen
dat ik dat vind. Wij hebben al uitvoerig gediscussieerd over de
no-claim. Tijdens het debat daarover is er iets anders gebeurd. Dat de
huisartsen weer onder de no-claimregeling vallen, is ten koste gegaan
van de huisartsenzorg. Het is terecht dat de huisartsen sinds dat
debat boos zijn. Het is terecht dat zij bereid zijn om actie te
voeren. Zij moeten hiervoor namelijk de rekening betalen, terwijl er
juist dringend moet worden geïnvesteerd in de huisartsenzorg. Ik heb
nog een amendement liggen om hier 20 mln extra in te investeren, zodat
de 4% korting niet nodig is. De solidariteit wordt ook aangetast door
de verhoging van de eigen bijdrage in de thuiszorg. Vanaf het begin
van dit jaar hebben wij een aantal debatten gevoerd, maar wij hebben
geen fundamenteel debat gevoerd over de vraag of de ruim 15.000
opzeggingen die daarvan het gevolg zijn, acceptabel zijn. De
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie heeft zelfs geconstateerd
dat een meldpunt 20% opzeggingen heeft geregistreerd. Ik wil dat de
staatssecretaris hierop ingaat.
De pakketverkleining van vorig jaar wordt nog geëvalueerd. Het duurt
allemaal veel te lang. Er zijn al zeer veel signalen waaruit blijkt
dat die negatieve gevolgen heeft. Ik neem ze even met u door. De
fysiotherapie is uit het pakket gehaald. Ik krijg brieven van mensen
dat zij afzien van noodzakelijke zorg. Het aantal groepen in het
zittend ziekenvervoer was te beperkt. Deze minister heeft alweer een
hardheidsclausule ingevoerd, maar daarmee wordt het probleem niet
opgelost. Er komt extra geld, maar ook dat vormt niet de oplossing
voor het probleem. Ik wil dat de minister hierop ingaat.
Voor deel wordt teruggedraaid wat er aan zelfzorgmiddelen uit het
pakket was gehaald. Wij krijgen een aantal clusters geneesmiddelen
terug. Daarin ontbreken echter de pijnstillers, terwijl die voor een
grote groep mensen met dagelijkse pijn zo belangrijk zijn. Zij moeten
chronisch pijnstillers gebruiken. Wil de minister hierop ingaan?
Waarom kiest hij niet voor het vergoeden van chronisch gebruik van om
het even welk middel? De mensen die chronisch geneesmiddelen moeten
gebruiken, lijden hier het hardst door. Zij kunnen niet levenslang die
geneesmiddelen betalen.
Rouvoet (ChristenUnie): Mevrouw Kant somt een heleboel dingen op
waarmee ik het grotendeels eens ben. Zij noemt alleen ook het
voorbeeld van de verhoging van de eigen bijdrage voor de thuiszorg. Ik
herinner mij dat ik hierover bij de Algemene Politieke Beschouwingen
een motie heb ingediend waarmee werd beoogd om die te halveren. Als ik
mij niet vergis, heeft de fractie van de SP tegen die motie gestemd.
Hoe rijmt mevrouw Kant dat?
Kant (SP): Ik kan mij niet precies herinneren wat de dekking was, maar
ik weet wel dat ik het oneens was met die dekking. De heer Rouvoet
weet vast nog wat de dekking was.
Rouvoet (ChristenUnie): De dekking was het afschaffen van de
subsidiëring van bezitters van oldtimers.
Kant (SP): Dat vond ik geen goede dekking.
Rouvoet (ChristenUnie): Dan weet ik dat. Dan is dat verklaard.
Kant (SP): De heer Rouvoet kan ons wel voor een dilemma stellen door
een oplossing aan te dragen die wij niet willen kiezen, maar in onze
alternatieve begroting stellen wij voor om de eigen bijdrage niet te
halveren, maar af te schaffen. De heer Rouvoet weet dus waar de
fractie van de SP staat. Zij zal niet wat voor een dekking dan ook
accepteren die in om het even welke willekeurige motie aan de Kamer
wordt voorgelegd. Dat is de reden waarom de fractie van de SP tegen
heeft gestemd. Wij zijn het volstrekt eens met de stelling dat de
eigen bijdrage niet had mogen worden verhoogd. Sterker nog: ik ben
ervoor dat de eigen bijdrage wordt afgeschaft. Die is niet alleen
onrechtvaardig, maar leidt ook tot meer bureaucratie.
Omdat mensen de tandarts niet kunnen betalen, komen zij met kiespijn
bij de EHBO terecht. Dat lijkt mij geen gewenste ontwikkeling.
Professor Fauser heeft zich de afgelopen weken ook geroerd. Hij heeft
geconstateerd dat de bezuinigingen op in vitro fertilisatie averechts
werken. Er zijn echtparen die hiervoor geen 2500 tot 3000 euro kunnen
opbrengen. Professor Fauser noemt dat inkomensdiscriminatie. Voorts
merkt hij op dat het gebrek aan registratie van meerlingzwangerschap
naar aanleiding van in vitro fertilisatie te wensen overlaat. Hij
suggereert dat dit anders moet worden geregeld, willen wij dit
probleem oplossen. De minister moet mensen hun eerste behandeling niet
zelf laten betalen. Misschien wil de minister hierop reageren.
Er zijn opnieuw pakketverkleiningen voorzien en ook hierbij worden
voor een deel de verkeerde mensen getroffen, want voor alle
behandelingen die er nu uit gehaald worden, gelden toch echt heel
strenge medische indicaties. Het gaat zelfs in drie stappen tot en met
een beoordeling door de medische adviseur van een zorgverzekeraar. Die
behandelingen vinden dus echt niet zo maar plaats, zonder dat het
nodig is.
Ook het maximeren van de consulten van diëtisten is een nieuwe
maatregel en ook die vind ik niet slim, want voorkomen dat mensen
verkeerd gaan eten of dat zij voeding gebruiken die niet goed is in
verband met hun ziekte, lijkt mij preventie van ernstige
gezondheidsproblemen. De minister wil het inschakelen van diëtisten
maximeren op vier consulten; voor sommigen zal dit niet genoeg zijn.
Solidariteit betekent ook oog hebben voor wie de dupe wordt van je
beleid. Het moge duidelijk zijn dat ik ook in dit opzicht ontevreden
ben over dit kabinet. Zorg goed voor mensen die dat zelf niet meer
kunnen. En dan wil ik het toch weer even hebben over de ouderenzorg,
over de verpleeghuizen en de verzorgingshuizen. Wij hebben er onlangs
nog een debat over gehad en wij komen er nog op terug, maar ik vind de
hoge werkdruk in met name de verpleeghuizen en de verzorgingshuizen
nog steeds een schrijnend probleem. Ik zou graag zien dat het kabinet
hier heel specifiek iets aan gaat doen; er is nog een motie van mij op
dit punt. En het geldt eigenlijk evenzeer voor de psychiatrie en de
gehandicaptenzorg.
Verleden jaar was er een bericht uit Boxtel over de ouderenzorg, nu
een uit Rotterdam. Het is eigenlijk te plat voor woorden, maar er
wordt in een verzorgingshuis bezuinigd op toiletpapier. Zijn wij nu zo
diep gezonken? Je hebt dit land opgebouwd, je wordt als oudere
afhankelijk van de zorg van anderen en dan mag je op hoge leeftijd nog
voor je eigen WC-papier zorgen en er zelf voor betalen. Zijn wij nu
echt helemaal gek geworden? Er is hiermee voor mij echt een grens
bereikt en ik hoop dat dit ook voor de staatssecretaris geldt.
De vergrijzing moeten wij vooral zien als een uitdaging, niet als een
doemscenario en als een probleem zoals het kabinet het meestal schetst
om haar asociale hervormingsagenda erdoor te drukken. Het is een
uitdaging om met technologie, met het inrichten van de maatschappij,
met het inrichten van de wijken, met kleinschalige woonvormen waarin
wij voor elkaar kunnen zorgen, van een vergrijzende samenleving iets
te maken. Zo zie ik het graag en ik hoop dat dit ook voor de
staatssecretaris geldt en dat zij zal aangeven hoe zij dit in gang zal
zetten. Mijn fractie heeft al vaker suggesties gedaan: het opzetten
van eerstelijns teams, wijkverpleegkundigen en consultatiebureaus.
Maar laten wij er in ieder geval over nadenken hoe wij ouderen die
thuis willen blijven wonen, daar zo goed mogelijk toe in staat kunnen
stellen. De komende Wet maatschappelijke onrust - zo blijf ik die maar
gewoon noemen - zal wat dit betreft niet veel goeds doen, zo vrees ik.
Mijn belangrijkste kritiek op deze wet is dat het recht op zorg, op de
vorm van zorg die naar de gemeente gaat, weer om zeep wordt geholpen.
Het is een heel slimme truc om van dit recht af te komen, maar ik vind
dit niet rechtvaardig.
Bij goed zorgen voor de mensen die niet goed meer voor zichzelf kunnen
zorgen, denk ik ook aan de daklozen. Zij vormen een groeiend probleem
in ons land. Ik heb al een keer in het vragenuur gezegd dat wij op een
aantal van honderdduizend daklozen afstevenen, als wij niet uitkijken.
De schattingen lopen uiteen, maar volgens mij zijn wij al aardig op
weg naar dit getal. In een opvang voor daklozen zie je gezinnen met
jonge kinderen, jongeren, ook steeds jongere jongeren, ouderen,
gehandicapten en zelfs mensen met een rolstoel. Je hoort het ook van
mensen die daar werken. In het genoemde vragenuur heeft de
staatssecretaris mij een onderzoek toegezegd naar het fenomeen dat ook
steeds meer gezinnen met kinderen op straat komen te staan. Wanneer
kunnen wij dit onderzoek verwachten? En wat gaat zij aan dit probleem
doen? Het was immers de bedoeling van mijn vraag dat er oplossingen
gezocht zouden worden, bijvoorbeeld het onmogelijk maken dat gezinnen
uit hun huis gezet worden als er geen andere plek is waar zij terecht
kunnen. Ik denk ook aan een verplichting voor woningcorporaties om
woningen te reserveren voor mensen die geen dak boven hun hoofd
hebben. Ik heb in een daklozenopvang te horen gekregen dat er mensen
zijn die weer zelfstandig willen gaan wonen, die dat al kunnen, die
eraan toe zijn, maar die zich niet kunnen inschrijven bij een
woningbouwvereniging of die in ieder geen urgentieverklaring krijgen,
terwijl zij de hoogste urgentie hebben die mogelijk is, namelijk het
ontbreken van een dak boven hun hoofd. Hoe kan dit? Waarom worden
hiervoor niet gewoon woningen gereserveerd?
Ik doe de volgende suggestie op dit punt. Asielzoekerscentra staan
thans in ruime mate leeg en er is het idee geweest om leegstaande
asielzoekerscentra in te richten voor bijvoorbeeld vrouwenopvang. Ik
zou niet weten waarom je dat niet breder kunt trekken en daarbij
nagaat waar er leegstaande asielzoekerscentra zijn die geschikt zijn
om mensen tijdelijk op te vangen, zodat in Nederland niemand meer op
straat hoeft te slapen. Ik verneem hierop graag de reactie van de
staatssecretaris.
Wij hebben de Wet op de jeugdzorg en daarvan dachten wij dat deze het
recht op zorg zou regelen. Ik heb er echter al voor gewaarschuwd dat
dit niet gaat gebeuren. Je kunt dat immers wel in een wet zetten, maar
als het vervolgens niet afdwingbaar is, heb je geen recht op zorg. Wij
hebben nog steeds wachtlijsten, zodat dit recht er inderdaad niet is.
Zelfs bij het vermoeden van kindermishandeling duurt het veel te lang
voordat er gekeken kan worden wat er aan de hand is. Zelfs dáár zijn
wachtlijsten, terwijl iedereen toch begrijpt dat je daar niet kunt
wachten.
Ten aanzien van de bureaus jeugdzorg heb ik tijdens de behandeling van
de wet gewaarschuwd dat wij ervoor moeten oppassen dat dit geen
jeugd-RIO's worden. Toch dreigt dit te gebeuren. Ik hoor niet anders
uit het veld dan dat dit jeugd-RIO's worden en dat het daar om
dezelfde problemen gaat: wachtlijsten voor de bureaus jeugdzorg; het
niet kunnen ingrijpen als het wel nodig is, maar moeten wachten totdat
er zorg voorhanden is en niet zelf de zorg kunnen bieden. Dat moeten
wij niet hebben en ik hoop dat de staatssecretaris aangeeft dat dit
anders moet.
Ook in de jeugdzorg is de bureaucratie bar en boos; daarover werd
laatst nog een signaal afgegeven door de werkers in de jeugdzorg. Daar
moeten wij echt iets aan doen. Er wordt nu aan een meldpunt gewerkt,
maar dat duurt mij allemaal veel te lang. Ik hoop dat de
staatssecretaris kan aangeven hoe zij daar op korte termijn mee aan de
slag gaat.
De werkdruk van de voogden is ook een gigantisch probleem. Zij kunnen
absoluut niet het aantal kinderen aan dat zij onder hun hoede hebben.
Daarnaast is het nog steeds niet zo dat kinderen één vaste
hulpverlener of coach hebben. Het blijft zo dat telkens verschillende
hulpverleners zich met een gezin of kind bemoeien. Dat was beslist
niet de bedoeling en toch is de praktijk zo weerbarstig dat dit nog
steeds het geval is. Ik hoop dat de staatssecretaris kan aangeven hoe
zij dit gaat oplossen.
Graag verkrijg ik een reactie van de staatssecretaris op de
constatering van professor Jo Hermans dat de bureaus jeugdzorg anders
en beter moeten worden georganiseerd en veel sneller actie moeten
kunnen ondernemen. Daar zit volgens mij de kern van het probleem: wij
hebben wel allerlei bureaus opgetuigd, maar op het moment dat er
ergens een probleem is met een kind, moet je er van de ene dag op de
andere op af kunnen, maar dat is niet het geval, want zo is het niet
georganiseerd. Professor Hermans stelt dat bij een alarmerende melding
hulpverleners direct in staat gesteld moeten worden om een gezin
binnen te gaan en snel hulp te verlenen. De staatssecretaris vindt dit
vast ook, maar het is niet zo. Ik ga ervan uit dat zij ervoor gaat
zorgen dat dit wel het geval zal zijn.
Jeugd komt ook in de gevangenis terecht en dat vind ik op zich al heel
erg, want dan is er iets mis met een kind en is er ergens in het
voortraject vaak al niet de juiste hulp en zorg geboden. Ik wil graag
een reactie van de staatssecretaris op de mening van professor
Doreleijers, hoogleraar jeugd- en kinderpsychiatrie, die de opsluiting
van een toenemend aantal ernstig problematische jeugdigen de
verjustitialisering van de jeugdzorg noemde. Ik vrees dat hij gelijk
heeft. Immers, als kinderen gedragsproblemen hebben of psychiatrisch
gestoord zijn, behoren zij geholpen te worden en niet in de gevangenis
terecht te komen.
Graag verkrijg ik een specifieke reactie op de capaciteitsproblemen
van de multifunctionele centra. Een ander punt dat ik noem, betreft de
levensbedreigende ziektes. De wachtlijsten hebben prioriteit binnen
het kabinet, maar kan de minister inzicht geven in hoe het er op dat
punt voorstaat? Wil hij reageren op het onderzoek van het KWF dat
aangeeft dat de wachttijd voor een mammogram kan oplopen tot 65 dagen?
Dat lijkt mij veel te lang. Er loopt een actie om te bereiken dat dit
binnen een week moet. Ik wil graag dat de minister daarop reageert.
De heart-mate is een nieuw hulpmiddel dat mensen die een hartfalen
hebben, tijdelijk een overbrugging biedt om te overleven, terwijl zij
wachten op een hartdonor. Het CVZ heeft uitgesproken dat wij dit in
het pakket moeten opnemen, omdat dit een goed hulpmiddel is en een
goede manier om mensen nog een kans te geven. De minister heeft daar
nog geen beslissing over genomen, waardoor er op dit moment mensen
overlijden die daar wel mee geholpen kunnen worden. Ik wil daarom
graag dat hij aangeeft wat hij op dit punt gaat doen.
Voor preventie is er altijd te weinig geld en te weinig aandacht, ook
bij dit kabinet. Als het gaat om voeding, hoop ik dat de minister daar
net zoveel aandacht voor heeft als voor het antirookbeleid. Misschien
kan hij aangeven wat hij bijvoorbeeld wil doen aan de toename van het
aantal snoep- en frisdrankautomaten in scholen. Dat is toch een
ongewenste ontwikkeling, zo lijkt mij.
Wat betreft de salarissen in de zorg constateer ook ik een verschil in
zienswijze tussen minister Zalm en deze minister. Volgens mij is
minister Zalm er veel duidelijker over geweest. Wil de minister daarop
reageren?
Wil hij reageren op de vraag of dat ook zal gelden bij de
zorgverzekeraars? Vallen die er dan ook onder? Bekijken wij dan ook
wat er daar met de salarissen gebeurt?
(De beantwoording van de minister volgt donderdag)