Inspectie Werk en Inkomen

Onrechtmatige gegevensverstrekking in sociale zekerheid niet uit te sluiten

De uitvoeringsorganisaties in het stelsel van sociale zekerheid verdienen waardering voor hun initiatieven om te voorkomen dat persoonlijke gegevens in verkeerde handen terechtkomen. Wel is het nog te vroeg om herhaling van incidenten met onrechtmatige gegevensverstrekking uit te sluiten. De initiatieven van de uitvoeringsorganisaties zijn namelijk voor een belangrijk deel nog in ontwikkeling. Hierdoor kan de Inspectie Werk en Inkomen nog niet beoordelen in hoeverre deze maatregelen de bescherming van persoonsgegevens waarborgen. Dit zegt de inspectie in haar vandaag gepubliceerde rapport In goed vertrouwen; onrechtmatige gegevensverstrekking aan een handelsinformatiebureau.

Een handelsinformatiebureau kon in 2002 door middel van telefonische misleiding persoonsgegevens verzamelen bij onder andere de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De inspectie constateert dat onvolkomenheden in de gegevensbescherming bij de SVB en UWV dat mede mogelijk maakten. Zo was het bij deze organisaties mogelijk om door het noemen van iemands sofi-nummer, dat voor onbevoegden eenvoudig te achterhalen is, informatie over die persoon te ontvangen. De uitvoeringsorganisaties zijn bezig om hun gegevensbescherming te verbeteren. Veel van de maatregelen die zij treffen, zijn echter nog in ontwikkeling of zijn recent ingevoerd, waardoor de inspectie nog niet kan vaststellen of zij de bescherming van persoonsgegevens voldoende waarborgen.

De inspectie heeft gekeken op welke wijze CWI, UWV en SVB de bescherming van persoonsgegevens waarborgen en heeft onderzocht welke maatregelen UWV en SVB hebben genomen om herhaling van het incident uit 2002 te voorkomen. CWI was niet bij de verstrekking van gegevens aan het handelsinformatiebureau betrokken, maar speelt wel een belangrijke rol in het stelsel van sociale zekerheid.

persbericht IWI, 28 oktober 2004