Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Sub-Sahara Afrika

Afdeling Midden- en Oost-Afrika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 28 oktober 2004

Behandeld


- Anneloes Schueler


Kenmerk


- DAF-1047/04

Telefoon


- 0703486312


Blad


1/1

Fax


- 0703486607


Bijlagen


- 1


- Anneloes.schueler@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de ledenKarimi (Groen Links), Koenders en Samsom (beiden PvdA) over de arrestatie van Rwandese mensenrechtenactivisten in Oeganda

Graag - bieden wiju hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door Karimi (Groen Links), Koenders en Samsom (beiden PvdA) over de arrestatie van Rwandese mensenrechtenactivisten in Oeganda. Deze vragen werden ingezonden op - 22 september 2004met kenmerk 2040500250.

De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne - Van der Hoeven, minister voor Ontwikkelings-samenwerking op vragen van de leden Karimi (GroenLinks), Koenders en Samson (beiden PvdA) over de arrestatie van Rwandese mensenrechtenactivisten in Oeganda.

Vraag 1
Kent u het bericht dat zeven personen van de Rwandese mensenrechtenorganisatie Liprodhor en één persoon van het Rwandese tijdschrift 'UMUSESO' in Kampala zijn gearresteerd?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Waarom zijn deze personen in Kampala gearresteerd? Hadden zij om bescherming gevraagd bij de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Oeganda?

Antwoord
Deze personen zijn gearresteerd omdat ze illegaal in Uganda verbleven, nadat hun toeristenvisum was verlopen. Vanaf het moment van binnenkomst tot aan hun arrestatie is er door de medewerkers van Liprodhor en Umuseso geen bescherming gevraagd bij de vluchtelingenorganisatie UNHCR in Uganda.

Inmiddels hebben de gevluchte Liprodhor-medewerkers zich gemeld bij de UNHCR in Kampala en beschikken nu over een tijdelijke vluchtelingenstatus. Een definitieve beslissing over hun status wordt spoedig verwacht.

Vraag 3
Heeft u inmiddels aan de Rwandese en Ugandese autoriteiten om opheldering gevraagd? Zo ja, hoe luidde hun reactie? Zo neen, bent u bereid dat zo spoedig mogelijk te doen?

Vraag 4
Kunt u ook vanwege het feit dat het werk van deze mensen gesteund wordt door de Nederlandse ambassade in Kigali, uitzoeken waar deze mensen zijn gedetineerd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid de Rwandese of de Ugandese autoriteiten om toestemming te vragen hen te mogen bezoeken?

Antwoord
Na intensief overleg van vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap, waaronder Nederland, te Kigali en Kampala met de Rwandese en Ugandese autoriteiten en met de gearresteerde medewerkers van Liprodhor en Umuseso hebben de laatsten zich bij de UNHCR laten registreren als vluchteling, waarna zij op 21 september werden vrijgelaten.

Vraag 5
Wat heeft de Nederlandse ambassade in Kigali, gelet op de grote mate van betrokkenheid bij de activiteiten van Liprodhor en 'Umuseso', ondernomen om deze mensen te helpen? Hebben deze mensen de Nederlandse ambassade in Kigali om hulp gevraagd naarmate de repressie tegen mensenrechtenorganisaties en media, waaronder het door Nederland gesteunde Liprodhor en Umuseso, in Rwanda verergerde? Wat heeft de Nederlandse ambassade hen geadviseerd?

Antwoord
Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Kigali hebben veelvuldig contact met vertegenwoordigers van het Rwandees maatschappelijk middenveld, waaronder medewerkers van Liprodhor en Umuseso.

Het valt niet uit te sluiten dat door het verschijnen van het parlementair rapport over de 'genocide ideologie' er sprake lijkt te zijn van toenemende druk op mensenrechtenorganisaties en de onafhankelijke pers. Het politiek klimaat in Rwanda lijkt zo verslechterd te zijn dat een aantal van de personen die werkzaam zijn voor organisaties die genoemd worden in het parlementair rapport zichzelf genoodzaakt zagen het land te ontvluchten.

Mede op basis van contacten met maatschappelijke organisaties heeft de Nederlandse ambassade de Rwandese autoriteiten veelvuldig aangesproken op de verslechtering van het politieke klimaat. De EU heeft een duidelijke verklaring afgegeven over de reactie van de Rwandese regering op het parlementaire rapport waarin er tevens op gewezen wordt dat eenieder onschuldig is tot het tegendeel is bewezen.

Vraag 6
Wanneer is de regering bereid in de dialoog tussen Rwanda en Nederland een kritischer toon te laten horen en de Rwandese regering te confronteren met de feiten over begane mensenrechtenschendingen? Heeft de door de Nederlandse regering gebezigde stille diplomatie nog wel enig effect? Zo ja, kunt u dat toelichten?

Antwoord
Recente ontwikkelingen in de interne politieke situatie in Rwanda waaronder de reactie van de Rwandese regering op het parlementaire rapport inzake de 'genocide ideologie', hebben geleid tot niet mis te verstane kritiek door zowel Nederland als de EU op die ontwikkelingen. De Nederlandse regering spreekt de Rwandese regering frequent aan op de ontwikkeling van de binnenlandse situatie. De Nederlandse diplomatieke inzet in Rwanda omvat stille diplomatie en publieke stellingname, zowel unilateraal als in EU-verband.

De Nederlandse ambassade heeft zich bijvoorbeeld tegenover de (internationale) pers in Rwanda kritisch uitgelaten over het recente parlementaire rapport aangaande de 'genocide ideologie' en de Rwandese regeringsreactie daarop. Andere voorbeelden van publieke stellingname zijn de recente EU-verklaringen over de rechtzaak tegen oud-president Pasteur Bizimungu en over de reactie van de Rwandese regering op het parlementaire rapport inzake de genocide-ideologie.

Wij zijn voornemens beide middelen, vertrouwelijk én publiek, te blijven inzetten waarbij telkenmale de vraag zal moeten worden gesteld naar het verwachte effect. Duidelijk is daarbij dat verslechtering van de situatie tot hardere boodschappen zal leiden, zowel van Nederland als van de internationale partners.

===