Socialistische Partij

Uitkleden ouderenzorg respectloos en verwerpelijk

Het kan dus nog gekker, dacht ik toen ik vorig jaar de berichten hoorde over bezuinigingen op wc-papier in een verzorgingshuis in Boxtel. Niet zo zeer omdat wc-papier nu zo duur is, maar de platheid van de bezuiniging maakte dat terecht velen vonden dat hier een grens overschreden werd. Het verzorginghuis werd bedolven onder protesten en wc-papier en de maatregel werd teruggedraaid. Ondanks de commotie vorig jaar heeft nu woonzorgcentrum Maasveld besloten toiletpapier voortaan niet meer gratis te leveren.

---

door Agnes Kant, Tweede-Kamerlid voor de SP

---

Het steeds meer zelf moeten betalen in zorginstellingen is een trend. Toiletpapier, andere `verzorgingsproducten' als zeep en zelfs het `tweede' kopje koffie kan er vaak niet meer gratis af. In instellingen voor psychiatrische patiënten is dagbesteding een onderdeel van de therapie, maar de klei of het hout voor de houtbewerking moet dan soms wel zelf betaald worden. Let wel, het gaat hier om instellingen waarin mensen voor hun verblijf een hoge ABWZ eigen bijdrage betalen. En van hun inkomen na aftrek daarvan een schamel `zak en kleedgeld' overhouden. Alle reden voor mij om naar bij de verantwoordelijk staatssecretaris Ross aan de bel te trekken.

In een eerste reactie was ook de staatssecretaris `onthutst'. Dat was echter van korte duur. In antwoord op Kamervragen werd ze al weer heel formeel: "De zorgaanbieder maakt hierin zijn eigen keuzes, na overleg met de cliëntenraad, rekening houdend met de verstrekking zoals vastgesteld in een zogenaamde `groene lijst'. De lijst is niet op een dermate gedetailleerd niveau dat daarmee ook exact is vastgesteld welke producten of voorziening de instelling wel of niet moet bieden." Aldus de staatssecretaris. Vertaald in gewoon Nederlands: ik ga er niet over doe er dus niets aan. Ook een bestuurder van woonzorgcentrum Maasland verwijst in deze krant naar de formele kant van de zaak. Hij zegt: "Wij gaan uit van de zogeheten groene lijst van het College van Zorgverkeringen en daar horen persoonlijke verzorgingsproducten niet bij. Wij zijn niet verantwoordelijk voor wc-papier. Als Ross vindt van wel, moet ze maar een aanwijzing geven." Dat moet ze dan inderdaad maar snel doen, denk ik dan. Maar waar gaan we in dit land naartoe als we formeel gaan neuzelen over regeltjes en groene lijsten? Het gaat hier toch om menselijke waardigheid, en normen van fatsoen en respect?

Het klopt dat de gemiddeld geldende norm is dat persoonsgebonden verzorgingsartikelen zelf betaald worden. Maar wat is dan persoongebonden? Wat is een verzorgingsartikel? En wat als iemand zelf niet in staat is deze producten te kopen? Door de financiële tekorten in de instellingen zijn hier de normen in mijn ogen onaanvaardbaar aan het schuiven. Vandaag is het toiletpapier en een tweede kopje koffie (wat volgens mij al te ver gaat), maar straks is het de incontinentieluier en het eerst kopje koffie of toetje. Als instellingen zich vanwege financiële tekorten gedwongen voelen tot dit soort maatregelen, moeten ze in Den Haag aankloppen en desnoods gaan protesteren en actie voeren.

Ik vind het vooral respectloos voor de ouderen die ons land hebben opgebouwd. Ik zal het daarom wederom de komende week de staatssecretaris om maatregelen vragen. Als er hier geen grens getrokken wordt, stel ik voor dat Tweede-Kamerleden en het voltallig kabinet voortaan ook eigen pleerollen meenemen naar Den Haag - die vegen immers nu ook hun billen met publiek gefinancierd pleepapier.

Dit artikel werd gepubliceerd in het Rotterdams Dagblad, 26 oktober 2004