Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Persbericht ministerraad van het Koninkrijk
29 oktober 2004
NEDERLAND VRAAGT ZIMBABWE OM UITLEG OVER ONTEIGENING NEDERLANDSE
BEDRIJVEN
Nederland zet vraagtekens bij de manier waarop Zimbabwe de zogenoemde Investeringsbeschermings-
overeenkomst (IBO) met Nederland toepast. Daarom heeft het kabinet ingestemd met het voorstel van
staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken en minister Bot van Buitenlandse Zaken om de
regering van Zimbabwe om formeel overleg te vragen over de uitleg en toepassing van de IBO, met
name wat betreft de behandeling van Nederlandse (agrarische) bedrijven in Zimbabwe. Als Zimbabwe
geen gehoor geeft aan het verzoek of als de voorgenomen consultaties niet tot een bevredigend
resultaat leiden, vindt het kabinet dat Nederland de vragen voor kan leggen aan een arbitragetribunaal.
De IBO voorziet in zo'n tribunaal, waarvan de uitspraak definitief en bindend is voor de partijen. Een
arbitragetribunaal bestaat uit drie personen. Elke partij wijst een arbiter aan en deze wijzen gezamenlijk
een derde persoon van een andere nationaliteit als voorzitter aan.
Het kabinet vindt dat de regering van Zimbabwe tot nu toe niet adequaat geantwoord heeft op vragen
van Nederland over de toepassing van de IBO. Ook is Zimbabwe niet ingegaan op Nederlandse
verzoeken de investeerders in Zimbabwe een eerlijke en rechtvaardige behandeling te geven, waarop ze
op grond van de IBO recht hebben. De regering van Zimbabwe doet niets tegen de bezetting van
bedrijven van Nederlandse investeerders en bevordert die zelfs. Nederlandse investeerders raken hun
bezit kwijt door toedoen van de Zimbabwaanse overheid zonder dat ze daarvoor een passende
vergoeding krijgen.
De Nederlandse investeerders en de Nederlandse overheid zijn van mening dat Zimbabwe het verdrag
niet naleeft. De IBO biedt investeerders de mogelijkheid zonder tussenkomst van hun eigen overheid
zelf een procedure tegen het gastland te beginnen bij het Internationaal Centrum voor de Beslechting
van Investeringsgeschillen (ICSID) in Washington. Bij een geschil tussen een Nederlandse investeerder
en het gastland over een investering is de Nederlandse staat overigens geen partij.
De IBO tussen Nederland en Zimbabwe is in werking sinds 1998 en loopt tot 2013. In de IBO staat
dat een verdragspartij volledige fysieke zekerheid en bescherming aan investeerders zal bieden. Ook is
in de IBO vastgelegd dat een verdragspartij alleen onder bepaalde voorwaarden mag onteigenen,
bijvoorbeeld door een adequate vergoeding te bieden. De IBO biedt verder de mogelijkheid dat een
verdragspartij de andere verdragspartij voorstelt om formele consultaties te houden over de uitleg en
toepassing van het verdrag. In de IBO is de intentie van de verdragspartijen vastgelegd daarop in
beginsel positief te reageren.
RVD, 29.10.2004
Ministerie van Algemene Zaken