---

Brieven aan de Kamer
---

Informele Navo-ministeriële bijeenkomst in Poiana Brasov

4-11-2004 17:14:00

Op 13 en 14 oktober jl. werd te Poiana Brasov in Roemenië de informele najaarsvergadering gehouden van de Noord-Atlantische Raad op het niveau van ministers van Defensie (NAR-D). Belangrijkste onderwerpen tijdens de bijeenkomst waren het transformatieproces van de Navo en de lopende Navo operaties. Op 14 oktober werd een informele Navo-Rusland Raad gehouden, waarbij de Russische minister van Defensie Ivanov aanwezig was. Nederland werd vertegenwoordigd door de permanente vertegenwoordiger bij de Navo, ambassadeur Patijn.

Transformatie In zijn openingsverklaring vroeg SG Navo De Hoop Scheffer aandacht voor de relatie tussen het transformatieproces en de operationele commitments van de Navo. De SG wees daarbij op de discrepantie tussen de beschikbaarheid van militaire eenheden en de ter beschikking stelling daarvan (politieke bereidheid) voor operationele inzet. Het succes van operaties is volgens de SG mede afhankelijk van de bruikbaarheid en de beschikbaarheid van de militaire eenheden. De SG Navo onderstreepte in dit kader het belang van transparantie en een meer evenredige lastenverdeling.

De voorzitter van het Militair Comité, generaal Kujat, ging uitgebreid in op het belang van het politieke besluitvormingsproces en de werving van eenheden voor operaties (force generation). Enerzijds dient er een politieke bereidheid te zijn militaire eenheden ter beschikking te stellen voor de uitvoering van een operatie; anderzijds is er noodzaak tot meer transparantie, voorspelbaarheid en verbetering van de lange termijn planning van operaties. Gezien de financiële beperkingen van sommige lidstaten dient ook meer aandacht te worden gegeven aan multi-nationale oplossingen.

Na de openingen van de SG Navo en de voorzitter van het Militair Comité gaf de Franse minister van Defensie, mevrouw Alliot-Marie, een inleiding over het onderwerp force generation. Enerzijds signaleerde zij een afnemende politieke bereidheid om militairen ter beschikking te stellen; anderzijds constateerde zij een toename van het aantal Navo-operaties. De Navo bevindt zich hierdoor in toenemende mate in een spagaat, hetgeen ten koste gaat van de geloofwaardigheid van het bondgenootschap. Ten aanzien van militaire bijdragen stelde de Franse minister dat het van belang is dat alle Navo-landen een bijdrage leveren en dat nadrukkelijk wordt gekeken naar de mogelijke bijdragen van partnerlanden. Minister Alliot-Marie pleitte eveneens voor meer duidelijkheid ten aanzien van de militaire vereisten aan een operatie: het geweldsniveau, aflossingsmogelijkheden, de kosten, de duur en de gewenste eindstaat van een operatie. Een hogere mate van voorspelbaarheid betekent volgens de minister eveneens een hogere kans op beschikbaarheid. Tevens kan hierdoor het (nationale) politieke besluitvormingsproces versneld worden.

Aansluitend op de Franse inleiding hield de Deense minister Gade een inleiding over de verbetering van de inzetbaarheid van eenheden (usability). De usability-discussie kan worden gezien als een katalysator voor nationale transformatie en voor de versterking van de steun van de publieke opinie voor het transformatieproces (value for their tax money). De Deense minister meldde dat Nederland en Denemarken in het kader van een verhoogde transparantie over usability reeds inzicht hadden gegeven in hun nationale situatie. Nederland heeft op basis van een overeengekomen definitie van landstrijdkrachten een nationale berekening gemaakt, die tijdens de vergadering is uitgereikt. Deze berekening geeft een overzicht van de nationale cijfers in relatie tot de door Navo bepleitte operationele inzetbaarheid voor internationale operaties van 40% van de landstrijdkrachten en een feitelijke inzet van 8% van de landstrijdkrachten. De gekozen berekeningsmethodiek is tegelijk met de nationale cijfers uitgereikt aan de bondgenoten. De regering zal de Tweede Kamer inlichtingen als door de Navo een gezamenlijke berekeningsmethodiek is ontwikkeld.

De Deense minister riep andere landen op eveneens op korte termijn hun nationale cijfers aan te leveren. Hierdoor kan binnen de Navo een grotere transparantie tot stand worden gebracht. De idee nationale cijfers aan te leveren werd breed gedeeld. Verschillende landen pleitten voor het opstellen van soortgelijke outputindicatoren voor marine en luchtstrijdkrachten. Tijdens de informele ministeriële vergadering in Nice, in februari 2005, moeten de eerste usability-resultaten gepresenteerd worden.

In de aansluitende discussie werd gewezen op de noodzaak van het verbeteren van de bruikbaarheid van militaire eenheden. Er dient een einde te worden gemaakt aan investeringen in onbruikbare structuren. Vervolgens werd ingegaan op de politieke besluitvorming in relatie tot militaire operaties. In navolging van minister Alliot-Marie werd door verschillende landen gewezen op de noodzaak van een hogere voorspelbaarheid van militaire operaties: er dient vooraf zoveel mogelijk inzicht te worden gegeven in militaire vereisten, geweldsniveau, financiële aspecten en aflossingsmogelijkheden. De opvatting was dat landen meer troepen beschikbaar zullen stellen indien over deze aspecten duidelijkheid bestaat. Tevens onderschreven enkele landen de boodschap van minister Alliot-Marie om (niet-Navo) partnerlanden te betrekken bij de discussie over force generation. Tot slot werd meer inzicht gevraagd in de nationale beperkingen bij de beschikbaarstelling van eenheden. De Global Force Generation Conference die de Navo in november 2004 zal organiseren, werd door veel landen gezien als belangrijk voor het inzichtelijk maken van de discrepantie tussen de huidige commitments van landen en de behoefte aan Navo-zijde. SG De Hoop Scheffer concludeerde dat er veel behoefte was aan verbetering van het lange-termijn force generation-proces.

De financieringsdiscussie is sterk gelieerd aan de onderwerpen force generation en usability. Verschillende landen pleitten voor een discussie over gemeenschappelijke financiering, mede in relatie tot een meer eerlijke lastenverdeling. Een van de opvattingen was dat gemeenschappelijke financiering moet worden toegekend aan landen die kritische capaciteiten leveren. De SG Navo concludeerde dat verbetering van de financiële arrangementen, met aandacht voor multi-nationale oplossingen, de komende tijd uitgewerkt moet worden. In het kader van de NRF werd gepleit voor het starten van de discussie over de omstandigheden waaronder de NRF kan worden ingezet. Eveneens werd voorgesteld de voor- en nadelen uit te werken van een permanent NRF hoofdkwartier.

Werklunch operaties De ministers van Defensie bespraken tijdens een werklunch de lopende Navo operaties. Ten aanzien van de Isaf-operatie in Afghanistan bestond grote tevredenheid over het vreedzame verloop van de presidentsverkiezingen. Het is nu zaak om ook de parlementsverkiezingen van april 2005 tot een succes te maken. Fase 2 van het operatieplan voor Afghanistan kan nu tot uitvoering komen met een uitbreiding van het aantal Provincial Reconstruction Teams (PRTs) in west Afghanistan. Verschillende landen, waaronder de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, bepleitten een samenvoeging in de loop van 2006 van Isaf en Operation Enduring Freedom (Oef). Onder andere Duitsland en Frankrijk verwachtten geen positieve effecten van een samenvoeging van beide operaties.

Verschillende ministers schetsten de teelt van en handel in drugs als één van de voornaamste problemen voor Afghanistan. Er werden weinig concrete oplossingen voor dit probleem voorgesteld. Overigens zouden naast de Navo ook de EU en de VN een rol moeten spelen bij het oplossen van het drugsprobleem. Namens Nederland vroeg ambassadeur Patijn aandacht voor een drietal aspecten die samenhangen met de operatie in Afghanistan. Gelet op de voortgang die is gemaakt met de stabilisatie en het politieke proces zou de NAR de doelstellingen ten aanzien van Afghanistan opnieuw moeten definiëren en heldere aanwijzingen moeten verstrekken aan de militaire uitvoerders. Er moet daarnaast een samenhangende aanpak van de drugsproblematiek worden geformuleerd en er dient een overzicht te worden opgesteld van de militaire opties voor de samenvoeging van Isaf en Oef. De SG Navo concludeerde dat de ministers van Defensie instemmen met een opdracht aan de militaire autoriteiten om vóór de volgende informele bijeenkomst in Nice opties uit te werken voor een betere samenhang tussen Isaf en Oef.

Wat betreft Irak is met de goedkeuring van het operationeel concept voor de trainingsmissie een stap voorwaarts gezet. De militaire Navo autoriteiten werken thans aan een operatieplan, dat voor het eind van oktober 2004 aan de NAR aangeboden zal worden. SG De Hoop Scheffer pleitte ervoor dit plan daarna zo snel mogelijk uit te voeren. De SG verzocht landen tot tevens na te gaan of zij overtollig materieel bezitten dat aan de Iraakse autoriteiten ter beschikking kan worden gesteld.

De situatie in Kosovo blijft instabiel. De gebeurtenissen van maart 2004 kunnen zich helaas zonder waarschuwing herhalen. Op basis van de ervaringen van maart 2004 is KFOR thans beter voorbereid, maar de tactische reserve voor KFOR is nog steeds niet ingevuld. De hoop is gevestigd op de Global Force Generation Conference in november 2004, waarin de vulling van de lopende operaties aan de orde wordt gesteld. Ten aanzien van de overgang van de Sfor- naar de Althea-operatie in Bosnië-Herzegovina werd gemeld dat deze voorspoedig en volgens plan verloopt.

Navo-Rusland Raad Minister Ivanov onderstreepte in zijn inleiding het belang van een intensieve dialoog tussen Rusland en de Navo. Hij pleitte voor praktische oplossingen op een groot scala van onderwerpen, zoals terrorisme, nucleaire veiligheid en luchthavenbeveiliging. Rusland bewijst zijn goede wil volgens minister Ivanov door de organisatie van verschillende antiterrorisme oefeningen en seminars en door zijn voorziene bijdrage aan de Operatie Active Endeavour. Rusland bereidt in dit kader de uitzending voor van twee schepen, die samen met Navo schepen in de regio zullen patrouilleren. De schepen zullen dit najaar worden gestuurd. Minister Ivanov vroeg daarnaast aandacht voor het terrorisme in Tsjetsjenië, waaraan ook Arabische nationalisten deelnemen. Rusland zoekt momenteel uit hoe deze terroristen vanuit het buitenland in Tsjetsjenië geraken. Het terrorisme in Rusland moet volgens Ivanov in één adem worden genoemd met de aanslagen van 11 september 2001 in de VS en van 11 maart 2004 in Madrid.

Samenwerking met de Navo krijgt ook vorm op andere gebieden. Met steun van het Navo hoofdkwartier wordt in Rusland gewerkt aan defensiehervormingen. Met de nationale materieeldirecteuren van de Navo-lidstaten werkt Rusland aan de ontwikkeling van technologie voor de strijd tegen het terrorisme. Tot slot wees minister Ivanov op de goede samenwerking op een groot aantal economische onderwerpen. In het kader van Afghanistan wees minister Ivanov op de transitieregelingen voor personeel en materieel die Rusland heeft getroffen met Frankrijk en Duitsland. Rusland steunt de inspanningen van de coalitie en de Navo in Afghanistan en heeft $100 miljoen ter beschikking gesteld voor de wederopbouw van het land.

Veel landen onderstreepten het belang van samenwerking met Rusland. Ze pleitten voor een snelle ondertekening van de documenten die de weg effenen voor Russische deelname aan Operatie Active Endeavour, de operatie die het scheepvaartverkeer in het oostelijk deel van de Middellandse Zee controleert. Voor samenwerking in het kader van de strijd tegen het terrorisme werd verdergaande interoperabiliteit van belang groot geacht, evenals een toenemende informatie-uitwisseling over onderwerpen als non-proliferatie, technologie, luchtruim monitoring en de situatie in Afghanistan. Ook de door Rusland georganiseerde oefeningen, onder andere op het gebied van nucleaire veiligheid, werden breed verwelkomd. Het Verenigd Koninkrijk bood aan in 2005 een dergelijke oefening te organiseren. De Verenigde Staten vroegen aandacht voor een seminar in 2005 waarin de lessons learned van de aanslagen in New York, Madrid en Beslan door experts bekeken kunnen worden. Verder werd er gesproken over een gemoderniseerde civil emergency planning. Er dient meer aandacht te komen voor de bescherming van burgers tegen NBC-aanvallen en de samenwerking in de Navo-Rusland Raad werd uitermate geschikt bevonden voor de ontwikkeling van initiatieven. De Verenigde Staten riepen Rusland op een vredesbewarende brigade op te richten, die volledig interoperabel is met de Navo.

De Navo-Rusland Raad was een informele vergadering. De ministers belegden echter tevens een korte formele sessie om een samenwerkingsprogramma voor 2005 op het gebied van defensiehervormingen goed te keuren.

DE MINISTER VAN DEFENSIE

NB: Brief dateert van 26 oktober 2004, maar is op 4 november 2004 naar de kamer verzonden.

Nieuws Nieuwsberichten