Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Persbericht

4 november 2004

Dekker: woonbeleid blijft van lidstaten Europese Unie

'Het woonbeleid is en blijft de verantwoordelijkheid van de individuele lidstaten van de Europese Unie.' Dit zei Minister Dekker bij de opening van een Europese voorbereidende hoogambtelijke bijeenkomst over wonen die op 4 en 5 november in Rotterdam werd gehouden. Aan de bijeenkomst namen 26 landen en de Europese Investeringsbank (EIB) deel.

De minister wees wel op de samenhang met andere Europese beleidsterreinen. 'Juist omdat wonen niet tot het mandaat van de EU behoort, moeten we alert zijn op EU-regelgeving in ánder verband die voor het woonbeleid van belang is.' Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de Richtlijn Bouwproducten. Zij bepleitte regelmatige agendering van het thema EU-regelgeving op toekomstige soortgelijke bijeenkomsten.

Hoogbouw

De minister onderstreepte meer specifiek de grote verantwoordelijkheid die de lidstaten hebben bij 'duurzame renovatie van hoogbouw en van de omliggende gebieden'. Vooral de onderhoudstoestand van flatgebouwen in de nieuwe lidstaten en toetredingslanden is slecht. Een integrale aanpak, beter beheer en financiële middelen zijn nodig. De mogelijkheden van financiering door EU-structuurfondsen is uitgesloten, aangezien wonen niet tot het mandaat van de EU behoort. Er moeten dus interne en andere externe financieringsbronnen worden gezocht.

Om de problematiek het hoofd te bieden, pleitte minister Dekker voor informatie-uitwisseling en onderlinge samenwerking tussen de landen. Zij bood aan te willen helpen bij de oprichting van publiekprivate samenwerkingsverbanden om concrete renovatieprojecten in de nieuwe lidstaten op te zetten. Bovendien liet zij weten op maat toegesneden cursussen op het Institute for Housing and Urban Development Studies (IHS) in Rotterdam mee te financieren.

Aandachtswijken

In haar openingsspeech refereerde de minister aan de wijze waarop in Nederland de stedelijke vernieuwing wordt aangepakt. Zij benadrukte het belang van leefbare wijken waarin naast het treffen van bouwkundige maatregelen ook in de wijkbewoners wordt geïnvesteerd. De Nederlandse aanpak is gericht op de 56 zogenoemde aandachtswijken en niet specifiek op hoogbouw.

In de nieuwe lidstaten is het aandeel hoogbouw in de totale woningvoorraad twee keer zo groot als in de oude. Hoogbouwflats werden in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in grote mate gebouwd. Grote hoeveelheden maatschappelijk kapitaal zijn daar in vertegenwoordigd. Hoogbouw biedt in Europa huisvesting aan ruim 40 miljoen mensen.

De ambtelijke bijeenkomst in Rotterdam diende ter voorbereiding van een reguliere EU-ministersconferentie over wonen die maart 2005 in Praag plaatsvindt.

( bron: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=18772 )