Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: DL. 2004/3424
datum: 05-11-2004
onderwerp: Coëxistentie TRC 2004/7543

Bijlagen: 1

Geachte Voorzitter,

Mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bied ik u het rapport 'Coëxistentie primaire sector' aan van de commissie onder voorzitterschap van de heer J. van Dijk. Onder zijn leiding hebben LTO Nederland, Platform Biologica, Plantum NL en het Platform Aarde Boer Consument gewerkt aan afspraken voor de coëxistentie van gangbare, genetisch gemodificeerde en biologische teelten. Het secretariaat is waargenomen door het Hoofdproductschap Akkerbouw. In mijn brief van 18 maart jl. (Kamerstuk 29404, nr. 4) heb ik u dit gemeld.

Door de veelheid van onderwerpen en de complexiteit van de onderhanden vraagstukken is het niet mogelijk gebleken om per 1 juli jl. tot een afgerond advies te komen. De leden van het overleg stelden unaniem 1 november jl. van dit jaar voor als datum voor hun advies. Gezien de positieve berichten uit dit overleg en het unanieme voorstel van de deelnemers heb ik ingestemd met dit voorstel (Kamerstuk 29404, nr. 5).

De werkzaamheden hebben nu geleid tot resultaten. De partijen hebben onder andere afspraken gemaakt voor teelt- en bedrijfsmaatregelen om coëxistentie mogelijk te maken en ongewenste vermenging te voorkomen. Ook zijn er principeafspraken gemaakt voor het opzetten van een fonds voor de vergoeding van gewasschade, die desondanks op mocht treden. Ik ben verheugd over het feit dat partijen tot een geaccepteerde aanpak zijn gekomen, te meer daar de materie ingewikkeld is en de belangen verschillen. Dit positieve resultaat beschouw ik als een goed voorbeeld van mijn beleidsvisie, waarin maatschappelijke stakeholders
- waar mogelijk - in staat worden gesteld zelf verantwoordelijkheid te nemen. De rol van de overheid is daarbij ondersteunend en faciliterend van aard.

Het is nu aan de betrokken partijen om verder invulling te geven aan hun afspraken. Daarbij vragen zij ook een aantal zaken van de overheid. Begin 2005 zal ik u berichten over de wijze waarop de overheid zal bijdragen aan de invulling van de afspraken in dit rapport.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Coëxistentie Primaire sector