Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij de start van de bouw van de nieuwe terminal op Eindhoven Airport, in Eindhoven op zaterdag 30 oktober 2004 om 14.00 uur.

(Alleen de uitgesproken tekst geldt)

Dames en heren,

Toen ik hier net aankwam en deze tent zag staan, dacht ik heel even dat iets of iemand op het laatste moment toch nog roet in de nieuwbouwplannen had gegooid. Ik weet niet hoe het u verging, maar ik moest meteen denken aan een uitspraak van Bart de van een tijdje geleden. Om duidelijk te maken dat het hem menens was, verklaarde hij dat hij desnoods een tent zou opzetten als de nieuwe terminal er niet snel genoeg zou komen. Gelukkig is deze tent speciaal voor de gelegenheid neergezet. De nieuwe terminal komt er dus! Gelukkig maar.

Ik vertel u waarschijnlijk niets nieuws als ik zeg dat het jasje van de heer De Boer wel een beetje erg begon te knellen. De oude terminal is ooit gebouwd voor 80.000 reizigers per jaar. En als ik goed ben ingelicht, zijn dat er volgend jaar 800.000. Dat knelt dus behoorlijk. Letterlijk. Het nieuwe jasje is op de groei gekocht, want de nieuwe terminal kan straks 1,2 miljoen reizigers per jaar verstouwen. Als dit initiatief dus één ding bewijst, dan is het wel dat Eindhoven Airport vertrouwen heeft in de toekomst.

Dat is goed nieuws, ook voor mij en mijn collega's in het kabinet. In de Nota Ruimte van collega Dekker en mijn Nota Mobiliteit is de regio Eindhoven namelijk aangewezen als `brainport'; als een van de belangrijkste economische gebieden in Nederland. Ik vind het heel belangrijk dat de regio's waar in Nederland het geld verdiend wordt goed bereikbaar zijn. Ook door de lucht, want we leven vandaag de dag in een internationale economie. Laat ik het zo zeggen: de zakelijke partners en concurrenten van de Eindhovense kennisbedrijven en
-instellingen zitten nu eenmaal niet in Limburg of Drenthe. Een gezonde luchthaven met gezonde toekomstplannen is dus onmisbaar voor het vestigingsklimaat in deze regio en goed voor de Nederlandse concurrentiekracht.

Nu gaan wij op Verkeer en Waterstaat ook over Schiphol en daardoor weet ik natuurlijk als geen ander dat vliegen ook een keerzijde heeft. Elke succesvolle luchthaven zet het milieu en de leefbaarheid onder druk, wat vaak tot spanningen leidt tussen de luchthaven en de omgeving. Maar in dat opzicht maak ik me over Eindhoven Airport niet zo'n zorgen. De manier waarop luchthaven, provincie, gemeenten, omwonenden en milieupartijen hier afspraken met elkaar hebben gemaakt, is echt een voorbeeld voor anderen. Dat mag vandaag best nog eens gezegd worden.

De Regionale Overeenkomst die hier in 2000 is gesloten en vorig jaar nog eens is aangepast, is goed voor alle partijen. Eindhoven Airport kreeg lucht en ruimte om te groeien. De omgeving kreeg keiharde garanties dat de overlast binnen de perken blijft. De kern van het verhaal is dat in de toekomst niet het aantal starts en landingen de ruimte van de luchthaven moet bepalen, maar de mate van geluidsoverlast. Dat is natuurlijk ook veel beter en eerlijker. Het mooie is, dat zo'n systeem zeer bevorderlijk is voor de ontwikkeling van schone en stille vliegtuigen. Want als je speelruimte als vliegveld bepaald wordt door het totaal aan overlast, dan kijk je wel uit om een echte lawaaischopper toe te laten. Daar kun je misschien wel twee of drie andere vliegtuigen voor laten landen en opstijgen. Tel uit je winst!

De deskundigen onder u weten dat Verkeer en Waterstaat op dit moment, samen met Defensie, hard werkt aan nieuwe regels voor de `regionale, kleine en militaire luchtvaart', zoals dat dan in jargon heet. De heer De Boer zit daar met smart op te wachten, omdat de afspraken met de regio pas echt goed kunnen gaan werken als er een wettelijke basis voor is.

Zover is het dus nog niet, maar Eindhoven Airport heeft van Defensie en Verkeer en Waterstaat wel een nieuwe beschikking gekregen waarmee het tot 2007 uit de voeten kan. Als het aan mij ligt en ijs en weder dienende, is de aanpassing van de wet dan echt klaar. Nu is het zo, dat Eindhoven Airport formeel onder het ministerie van Defensie valt omdat we hier nu eenmaal op een militair vliegveld staan. We zijn nog met elkaar in gesprek of dat in de toekomst zo moet blijven. Maar ik denk dat dat die honderdduizenden reizigers die hier elk jaar aankomen en vertrekken weinig kan schelen. Waar die wel in geïnteresseerd zijn, is waar voor hun geld. En dat krijgen ze, straks nog meer dan nu.

Hoe het ook uitpakt, zoals het er nu uitziet, krijgt Eindhoven Airport straks onder de nieuwe regels mogelijkheden genoeg om de capaciteit van de nieuwe terminal goed te benutten. Maar dat vermoedt de heer De Boer natuurlijk al. Anders zou hij zijn nieuwe jasje wel wat minder op de groei gekocht hebben.

Tot slot: voor felicitaties is het te vroeg. Die krijgt u van me als het werk gedaan is. Maar ik wens Eindhoven Airport en alle betrokkenen wel heel veel succes bij de bouw van de nieuwe terminal. En ik ben blij dat ik daar vandaag een klein steentje aan kan bijdragen.

Dank u wel.