Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

http://www.minbzk.nl

Wetsvoorstellen gekozen burgemeester bij de tweede kamer ingediend

De ministerraad heeft -op voorstel van de ministers De Graaf (BVK) en Remkes (BZK)- ingestemd met de indiening bij de Tweede Kamer van de wetsvoorstellen over de direct gekozen burgemeester. De Raad van State heeft onlangs over de voorstellen geadviseerd.

De democratische betrokkenheid van de burger bij de samenstelling van het lokale bestuur vormt een belangrijk punt voor het kabinet om de gekozen burgemeester in te voeren. Evenzeer staat voorop dat de positie van de burgemeester binnen het lokale bestel moet worden versterkt, om de slagvaardigheid van het lokale bestuur te vergroten. Hoewel de burgemeester door de bevolking als de belangrijkste plaatselijke bestuurder wordt gezien, heeft hij in de praktijk te weinig middelen om zijn coördinerende rol inhoud te geven. Als de burgemeester meer bevoegdheden krijgt, moet hij ook over een zwaardere legitimatie beschikken. De huidige benoemingsprocedure kan die niet bieden en is bovendien tot een ondoorzichtige procedure verworden. Alleen een rechtstreekse verkiezing kan daarin voorzien. Op verzoek van de Raad van State heeft het kabinet nog eens uiteengezet waarom de burgemeester voortaan niet meer benoemd, maar gekozen zal worden door de burgers.

De Raad van State geeft expliciet aan dat de voorstellen in overeenstemming zijn met het grondwettelijk vastgelegde hoofdschap van de raad. Ook onderschrijft de Raad het aangekondigde voorstel tot herziening van de Grondwet op het punt van het raadsvoorzitterschap, nu het sinds de dualisering van het gemeentebestuur al minder vanzelfsprekend is dat de burgemeester voorzitter van de gemeenteraad is.
Op advies van de Raad van State zijn in de wetsvoorstellen verschillende wijzigingen aangebracht. Zo is er voorzien in een mogelijkheid voor burgemeesters die bij een tussentijdse verkiezing zijn gekozen, bij voorbeeld omdat de vorige burgemeester ontslag heeft genomen, een nieuw college te formeren. Ook zal de zittende burgemeester niet op de eerste plaats op het stembiljet worden vermeld, maar zal hij met de andere kandidaten moeten loten voor een plek op het stembiljet.

De Raad van State is van oordeel dat een zorgvuldige invoering van de gekozen burgemeester in 2006 mogelijk is, mits de wetgeving medio 2005 wordt vastgesteld. Voor een gefaseerde invoering die aanknoopt bij het einde van de benoemingstermijn van de zittende, benoemde burgemeesters, ziet de Raad geen aanleiding.

Het kabinet streeft ernaar om de burgers nog voor het eind van deze kabinetsperiode, tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen in 2006, hun burgemeester te laten kiezen.
Bij de behandeling van de wetgeving zal met de Tweede Kamer nog gesproken worden over de vraag of invoering in 2006 in alle gemeenten zal plaatsvinden. Het kabinet heeft al eerder aangegeven dat een gefaseerde invoering, deels in 2006, deels in 2010, het enige mogelijke alternatief voor invoering ineens in 2006 is.

Met de invoering van de gekozen burgemeester krijgt de Nederlandse bevolking voor het eerst de mogelijkheid de burgemeester rechtstreeks te kiezen. Hiermee krijgen burgers directe invloed op de manier waarop de gemeente taken uitvoert.
Het kabinet kiest voor een stelsel dat past binnen de Nederlandse verhoudingen. Dat betekent handhaving van het collegiaal bestuur en daarnaast het toekennen van een beslissende stem aan de volksvertegenwoordiging

De gekozen burgemeester die het kabinet voor ogen staat zal optreden als 'lokaal regeringsleider'. Hij zal als formateur van het college een centrale rol krijgen bij de collegevorming. Hij zal in de formatie een basis proberen te vinden voor de uitvoering van een collegeprogramma waarin voor hem belangrijke punten uit zijn eigen verkiezingsprogramma herkenbaar terugkomen. Hij verdeelt de portefeuilles en draagt de wethouders voor benoeming voor bij de raad. Hij kan de raad voorstellen een wethouder te ontslaan. Het wetsvoorstel voorziet in een conflictenregeling. Uiteindelijk kan de gemeenteraad de burgemeester ontslaan wanneer er onverhoopt sprake mocht zijn van een onwerkbare verhouding tussen de burgemeester en de raad. Ook kan de raad tot ontslag overgaan bij handelen of nalaten van de burgemeester dat onverenigbaar is meteen integere vervulling van het ambt. Deze conflictregeling is een zware procedure; voor ontslag door de raad is een tweederde meerderheid van de raad een vereiste. De conflictenregeling is een vangnet, en is uitdrukkelijk niet bedoeld voor de beslechting van 'gewone' politieke verschillen van inzicht.

Vandaag heeft de ministerraad ook - eveneens op voorstel van de ministers De Graaf (BVK) en Remkes (BZK) - besloten om de bepaling dat de burgemeester voorzitter van de gemeenteraad en de commissaris van de Koningin voorzitter van provinciale staten is, uit de Grondwet te schrappen. Het kabinet vindt dat deze bepaling, die sinds 1983 in de Grondwet staat, niet in de Grondwet thuishoort. Na de totstandkoming van deze grondwetsherziening zal de wetgever het voorzitterschap van de gemeenteraad en provinciale staten anders kunnen gaan regelen. Of dat zal gebeuren, moet te zijner tijd worden besloten. Het voorstel tot grondwetswijziging doet hierover geen uitspraken.
Van verschillende kanten is naar voren gebracht dat het burgemeesterschap moeilijk verenigbaar meer zal zijn met het voorzitterschap van de raad als de burgemeester gekozen wordt. Ook in de huidige situatie wordt het raadsvoorzitterschap van de burgemeester en het statenvoorzitterschap van de commissaris in de praktijk al als minder vanzelfsprekend ervaren. De dualisering van het gemeente- en provinciebestuur bracht immers een duidelijker functiescheiding tussen aan de ene kant de gemeenteraad en provinciale staten en aan de andere kan het college van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten. Het voorstel tot grondwetswijziging vloeit voort uit de toezegging die het kabinet kort voor de zomer aan de Tweede Kamer heeft gedaan naar aanleiding van de bespreking met de Kamer van de kabinetsvoornemens over de invoering van de gekozen burgemeester. Het voorstel tot grondwetswijziging gaat nu eerst voor advies naar de Raad van State.

Noot van de redactie,