Gemeente Amsterdam

Inleiding Cohen 5 november
5 november 2004 - Djoe Lan Tan
Burgemeester Cohen, hoofdcommissaris van politie Welten en hoofdofficier van justitie De Wit hebben vrijdag 5 november een persconferentie gehouden naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh.
Onderstaand de inleiding van burgemeester Cohen:
* De brief van de vermoedelijke dader van de moord op Theo van Gogh was voor ons een grote schok. De brief was bij de Driehoek al bekend. We hebben direct veiligheidsmaatregelen genomen. Zoals bekend is de brief vanwege het justitieel onderzoek niet eerder gepubliceerd. De ministers hebben gisteren besloten de brief toch te publiceren en niet te wachten tot vandaag het moment waarop de verdachten worden voorgeleid.

* Deze zaak laat zien dat een gezamenlijke aanpak van fundamentalistische personen en groeperingen die tot terreurdaden komen, essentieel is. Ik heb daar gisteren met de ministers Donner en Remkes over gesproken. Wij zullen alle beschikbare informatie uit lokale en nationale onderzoeken bundelen. Zoals ik al eerder zei is het naast elkaar leggen van alle beschikbare informatie onontbeerlijk. Ik wil als burgemeester en als voorzitter van de Driehoek weten wat er in mijn stad gebeurt. En als het gaat om het tegengaan van de fundamentalistische Islam, dan wil ik weten wie in deze stad bezig is met zaken als rekrutering voor de Jihad, het oproepen tot haat of oorlog tegen het westen, het zich afzetten tegen de democratische rechtsorde omdat alleen de orde van God geldt, en welke organisaties mogelijk opereren als dekmantel. Daarom heb ik al 1,5 jaar geleden aan de AIVD gevraagd mij hierover te informeren.

* De Driehoek neemt gerichte maatregelen, waarbij voor ogen wordt gehouden dat grote groepen moslims in deze stad evenveel afkeer hebben van wat er gebeurd is als ieder ander.
* Tijdens het gesprek met de ministers Donner en Remkes heb ik gisteren gevraagd om te bezien of alle beschikbare informatie op een juiste manier is gedeeld. Wij hebben vervolgens besloten tot een gezamenlijk feitenonderzoek.

© Gemeente Amsterdam