Ministerie van Algemene Zaken


1red14944
05-11-2004, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

VICE-MINISTER-PRESIDENT ZALM, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD OVER DE MOORD OP VAN GOGH, DE AANPAK VAN

MOSLIMTERREUR EN DE TOESTAND VAN HIRSI ALI

VRAAG:
Meneer Zalm, bent u gezien de hele toestand rond de moord op Van Gogh bang?


ZALM:
De analyse over de radicalisering is veel ernstiger dan dat we tot nu toe dachten. Dit gaat niet om iemand die het in zijn bol is geslagen en iemand vermoord. Dit gaat om iemand die vanuit zijn religieuze overwegingen het recht heeft, zelfs de plicht heeft om iemand te vermoorden. En hij is niet de enige. Er zijn meer in die beweging die dezelfde opvatting hebben. Dat maakt het zo ernstig. Het wordt niet alleen radicaal gedacht, nu wordt ook de daad bij het woord gevoegd.

VRAAG:
Van Aartsen, fractievoorzitter van de VVD, zegt zelfs dat ons de oorlog is verklaard. Bent u het daarmee eens. Is het oorlog?


ZALM:
We verklaren in ieder geval de oorlog terug. We gaan de oorlog aan om aan dit soort extremisme en radicalisme te bestrijden. Daar zullen we op alle fronten extra middelen voor in zetten. Niet alleen de capaciteit van de inlichtingen en opsporing, ook de capaciteit voor beveiliging. We zullen ook de wetgeving analyseren of die voldoende aanknopingspunten biedt. We zullen de mogelijkheid creëren om iemand die zoiets gedaan heeft de Nederlandse nationaliteit te ontnemen, als hij een dubbele nationaliteit heeft. En we willen ook met de Marokkaanse gemeenschap, met de moslimgemeenschap in gesprek om te zien of we samen op kunnen trekken in het bestrijden van dit soort extremisme. Want wat niet moet gebeuren is dat nu de hele moslimgemeenschap, ook de redelijke moslims, op een hoop worden gegooid met dit soort extremisten.

VRAAG:
Het was een van de redenen waarom gisteren de ministers Donner en Remkes de brieven bekend hebben gemaakt die Mohammed B., de verdachte van de moord, bij zich had. We weten nu wat daar in staat. Maar dat kan natuurlijk wel de angst aanwakkeren.


ZALM:
Maar je kan het ook niet verborgen houden. Dit moet gewoon iedereen weten. En dit geeft ons ook aanleiding om tot een veel drastischere aanpak over te gaan.

VRAAG:
Er staat dat we te maken hebben niet met een handjevol personen, maar met een brede beweging. Maar het wordt niet duidelijk wie of wat of hoe. Weet de regering dat eigenlijk wel?


ZALM:
De AIVD heeft eerder al voor dit soort radicaliseringtendensen gewaarschuwd. En heeft dus ook een grote groep die permanent in de gaten worden gehouden, omdat die mogelijkerwijs tot terroristische daden zouden kunnen overgaan. Ik denk dat de AIVD die groep nog verder moet uitbreiden. En daarvoor zullen ze ook extra middelen moeten hebben.

VRAAG:
Die groep werd gevolgd, maar door deze daad wordt het gevaar van die groep nog iets hoger aangeslagen dan voorheen?


ZALM:
Ja, want tot nu toe waren het wel radicale denkers, maar geen doeners.

VRAAG:
In september heeft het kabinet een heel pakket aan antiterreur maatregelen gepresenteerd. Een van de voornemens daarin was meer samenwerking tussen inlichtingendiensten, meer coördinatieafstemming. Nu heeft burgemeester Cohen van Amsterdam vandaag bekend gemaakt dat op het moment van de moord in Amsterdam er geen beschikking was over allerlei informatie, bijvoorbeeld over de huizen waarin de verdachte gewoond had en zijn extremistische contacten. Kennelijk werkt dat pakket maatregelen niet zo goed.


ZALM:
Er wordt nu precies in kaart gebracht hoe die inlichtingenverschaffing vanuit AIVD en vanuit de nationale recherche in Amsterdam is gegaan. Dat zal maandag in de brief worden beschreven.

VRAAG:
Maar dit is iets wat de autoriteiten in Amsterdam al gezegd hebben.


ZALM:
Maar dat is nog niet bevestigd door de autoriteiten in Den Haag.

VRAAG:
Er is een feitenonderzoek. Donner, Remkes en Cohen hebben dat samen gestart. Dat is toch ook wel een teken dat er iets is fout gegaan?


ZALM:
Of dat er een verschil van opvatting is tussen de Haagse kant en de Amsterdamse kant. Dat zal moeten blijken. We gaan dat nu precies in kaart brengen.

VRAAG:
Waarom denkt u dat?


ZALM:
Wij willen van onze diensten, dus van de nationale recherche en de AIVD, precies weten welke informatie al dan niet is verschaft in Amsterdam. Ik vind dat op zo'n onderwerp foutloze informatie moet verschaffen, zeker aan de Tweede Kamer. Dus dit moet haarfijn worden uitgezocht en die informatie moet eerlijk en foutloos zijn.

VRAAG:
U heeft ook extra maatregelen aangekondigd. Meer capaciteit voor de AIVD, meer beveiliging, misschien zelfs meer wettelijke bevoegdheden. Dan denk ik: waarom pas nu? Heeft u de situatie onderschat?


ZALM:
Er waren gelukkig ook al dingen onderweg.

VRAAG:
Maar kennelijk niet genoeg.


ZALM:
We doen er nu nog een schep bovenop. Want dit wordt echt een topprioriteit.

VRAAG:
Dan is de situatie dus onderschat.


ZALM:
Ja, ik denk dat je dat met de kennis van heden dat kunt zeggen. Maar het is niet zo dat we hebben stil gezeten. Want de capaciteit van de AIVD is al aanzienlijk uitgebreid. We hadden vorige week in de ministerraad het wetsontwerp van minister Verdonk om in geval van terrorisme de Nederlandse nationaliteit te kunnen intrekken. We kijken nog even precies naar de omschrijving in welke omstandigheden dat kan. Ze waren wel behoorlijk bezig. Maar dit is natuurlijk wel aanleiding om daar nog eens een forse schep bovenop te doen.

VRAAG:
Nog even over die persoonsbeveiliging. Ayaan Hirsi Ali zei deze week: er is een soort kunstmatig onderscheid gemaakt tussen politici en opinieleiders. Gaat u dat onderscheid opheffen en nu ook mensen die zich publiekelijk kritisch over de islam uitlaten beveiligen?


ZALM:
Iedereen waarvan de conclusie is dat die wordt bedreigd heeft recht op beveiliging.

VRAAG:
Maar er is natuurlijk wel een verschil. Want het kabinet gaat over politici, diplomaten. En de plaatselijke, de stedelijke driehoek, gaat over de loslopende individuen.


ZALM:
Dat is de werkverdeling. Die ligt misschien ook wel voor de hand, omdat wij natuurlijk de beste kijk hebben op nationale politici. Die zitten in Den Haag.

VRAAG:
Maar het zijn natuurlijk een handjevol mensen die zich in het debat mengen. We kennen ze allemaal.


ZALM:
Maar toch, wij zullen in ieder geval zorgen dat er voldoende beveiligingscapaciteit is. Ook als men in Amsterdam, of in Rotterdam, of in Utrecht zegt: hier is iemand bedreigd. Dan kunnen ze een beroep doen op de beveiliging vanwege het Rijk.

VRAAG:
Kunt u niet beter het zekere voor het onzekere nemen en gewoon die opinieleiders beveiligen?


ZALM:
Het gaat niet om de definitie van een beroepsgroep. Het kan ook iemand anders zijn die niet als een opinieleider bekend staat. Het kan ook een dominee of een professor zijn. Waar het om gaat is dat voor iedereen waarvoor de indicatie is dat die bedreigd wordt, dat die ook een beroep kan doen op beveiliging.

VRAAG:
Tot slot, u heeft contact gehad met Ayaan Hirsi Ali deze week. Hoe is het met haar?


ZALM:
Ik vind dat ze heel flink is. Dit is natuurlijk een dramatische gebeurtenis. Ze heeft veel met Theo van Gogh gewerkt. Veel meer dan ik. Ze hebben samen nog recent een filmpje gemaakt. Ik vind haar heel flink.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)