Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ruimte reserveren voor de toekomst

De rijksoverheid wil zones langs snelwegen en vaarwegen zoveel mogelijk vrijhouden van toekomstige bebouwing. Ook is er in de toekomst ruimte nodig voor dijkversterkingen en waterberging. De Commissie van Advies inzake de Waterstaatswetgeving adviseert om zogeheten vrijwaringszones en andere reserveringen voor toekomstige waterstaatsdoeleinden in te bedden in ruimtelijke plannen. Daarbij kan het rijk het beste gebruik maken van het instrumentarium van de ruimtelijke ordening. Een aanpassing van de waterstaatswetgeving acht de Commissie dan ook ongewenst.

Dit staat in een advies dat vandaag is uitgebracht aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van VROM. In het rapport getiteld `De kost gaat voor de baat uit' onderzoekt de Commissie de juridische mogelijkheden om ruimte te reserveren voor waterstaatswerken van het rijk. Zij concludeert dat het reserveringsbeleid het beste vorm kan krijgen via de bestaande instrumenten uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het wetsvoorstel voor de nieuwe Wro - dat al bij de Tweede Kamer ligt - biedt in de toekomst bovendien aanzienlijk betere mogelijkheden voor de rijksoverheid om sturend op te treden.

Een alternatief dat de Commissie heeft onderzocht, is het wijzigen van een aantal waterstaatsrechtelijke wetten (de Tracéwet, Wet op de waterkering en/of Wet beheer rijkswaterstaatswerken). Het nadeel daarvan is dat de rijksoverheid op deze manier burgers en bedrijven zou confronteren met nieuwe verbodsbepalingen naast die van het bestemmingsplan. De Commissie heeft daarom een voorkeur voor het ruimtelijke instrumentarium in plaats van aanpassing van de waterstaatsrechtelijke instrumenten.

Voor een slagvaardige en doelmatige toepassing van de ruimtelijke instrumenten is wel noodzakelijk dat de bewindslieden van Verkeer en Waterstaat en van VROM goed samenwerken. Zij zullen het eens moeten worden over het te voeren beleid. Ook is draagvlak bij de decentrale overheden belangrijk. Een helder rijksbeleid voor het reserveren van de nodige ruimte en daadkrachtig optredende bestuurders zijn daarbij onmisbaar.