Ministerie van Buitenlandse Zaken

voor informatie inzake het toetredingsverdrag met Bulgarije en Roemenië

Kamerbrief over verzoek voor informatie inzake het toetredingsverdrag met Bulgarije en Roemenië

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

9 november 2004

Behandeld

Axel Kenes

Kenmerk

DIE-586/04

Telefoon

+31-(0)70-348.41.82

Blad


1/2

Fax

+31-(0)70-348.63.81

Bijlage(n)

axel.kenes@minbuza.nl

Betreft

Uw verzoek voor informatie inzake het toetredingsverdrag met Bulgarije en Roemenië

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek bij het algemeen overleg ter voorbereiding van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen op 7 oktober jl., aangaande het vatten in een verdrag van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.

De bekende principiële stellingname van de Nederlandse regering is dat toetredingskandidaturen liefst per land worden beoordeeld, en dat er dus twee verdragen met Bulgarije en Roemenië worden gesloten. Zoals aan de Tweede Kamer gemeld bij het algemeen overleg op 11 december 2003, heeft de Nederlandse regering echter moeten vaststellen dat ze bij deze stellingname geen steun bij de andere Europese lidstaten vindt.

Hieronder treft u zoals gevraagd de referenties van de informatie die de Tweede Kamer over dit voornemen reeds is toegegaan:


- De regeringsnotitie De Vijfde Uitbreiding van de Europese Unie die als bijlage van de brief aan de Tweede Kamer van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Europese Zaken op 7 november 2003 (TK 23 987, nr. 33) is gestuurd.


- Het verslag van het hierboven vermelde algemeen overleg op 11 december 2003 over de agenda van de Europese Raad van 12 en 13 december 2003 (TK 21 501-20, nr. 234).


- De conclusies van het voorzitterschap voor de Europese Raad op 12-13 december 2003 die als bijlage van het verslag van deze bijeenkomst naar de Tweede Kamer zijn gestuurd (TK 21 501-20, nr. 233).


- De conclusies van het voorzitterschap voor de Europese Raad op 17-18 juni 2004 die als bijlage van het verslag van deze bijeenkomst naar de Tweede Kamer zijn gestuurd (TK 21 501-20, nr. 252).


- Het door de Europese Commissie op 6 oktober 2004 gepubliceerde strategiedocument dat dezelfde dag naar de Tweede Kamer is aangeboden (TK 23 987, nr. 40).


- De brief van de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Europese Zaken die op 15 oktober 2004 aan de Tweede Kamer is gestuurd (TK 23 987, nr. 41), met een beknopte weergave en appreciatie door de Nederlandse regering van de Commissierapportage.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Atzo Nicolaï