Ministerie van Buitenlandse Zaken

van het lid Örgü over een gesubsidieerd televisiedebat op RTL4

Beantwoording kamervragen van het lid Örgü over een gesubsidieerd televisiedebat op RTL4

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

9 november 2004

Behandeld

Stefan Hulisz

Kenmerk

DVL2004/2009

Telefoon

070-3486934

Blad


1/5

Fax

070-3485010

Bijlage(n)

stefan.hulisz@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lid Örgü over een gesubsidieerd televisiedebat op RTL4

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Örgü over een gesubsidieerd televisiedebat op RTL4. Deze vragen werden ingezonden op 11 oktober met kenmerk 2040501470.

De Staatssecretaris voor De Staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur

Europese Zaken, en Wetenschap,

Mr. drs. Atzo Nicolaï mr. Medy C. van der Laan

Antwoorden van de staatssecretaris voor Europese Zaken, de heer Nicolai, en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van der Laan, op de schriftelijke vragen van het lid Örgü (VVD) over een gesubsidieerd televisiedebat op RTL 4.

Vraag 1

Heeft u televisieproducent Endemol de opdracht verleend een televisiedebat over de Europese Unie te maken, dat zal worden uitgezonden op RTL 4?

Antwoord

Ja. Teneinde de burger in heel Europa meer te betrekken bij de actuele ontwikkelingen in het Europese integratieproces heeft het kabinet gemeend om aan de vooravond van de Europese Raad een voor een breed publiek bestemd televisieprogramma te laten maken over Europa. Het is de bedoeling het programma ook in andere lidstaten uit te doen zenden.

Na inventariserende contacten met verschillende partijen, is besloten drie producenten te vragen een voorstel voor een televisieprogramma in te dienen: Ivo Niehe Producties, IDTV en Endemol. Na zorgvuldige afweging van de ingediende voorstellen is gekozen voor het concept `Eurovisie' van Endemol, dat in Nederland zal worden uitgezonden op RTL 4.

Vraag 2

Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de beslissing van het kabinet om het EU-televisiedebat op RTL 4 te laten uitzenden?

Antwoord

Een van de belangrijkste doelstellingen van het kabinet met het televisieprogramma is om een breed publiek te bereiken. Het concept zoals dat werd voorgelegd door producent Endemol, voldoet aan deze doelstelling. Niet alleen het publiek in de studio, tevens de kijker thuis, wordt actief bij het debat betrokken.

De overwegingen die ten grondslag liggen aan het besluit het programma uit te zenden op RTL 4 zijn het goede tijdslot dat RTL 4 kon bieden, namelijk aan de vooravond van de Europese Raad, en het feit dat de zender een breed bereik heeft.

Vraag 3

Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de beslissing van het kabinet om het EU-televisiedebat niet op de publieke omroep te laten uitzenden?

Antwoord

Het voorstel dat werd gedaan door Endemol, namelijk het voeren van een debat over aansprekende en actuele onderwerpen, waarbij tevens de kijkers thuis worden betrokken door middel van sms, sluit aan bij de wensen van het kabinet om de Nederlandse bevolking actief te betrekken bij de Europese Unie. Verwachting is dat de zender RTL 4 en het tijdstip van uitzenden een goede basis vormen voor het gewenste bereik. Een specifieke afweging van het verwachte bereik bij RTL 4 tegen het mogelijke bereik bij de publieke omroep heeft in het voorbereidingsproces niet plaatsgevonden.

Verder is bij de financiering van het programma voorzien in sponsoring door Achmea. Op grond van artikel 52a van de Mediawet is dit bij de publieke omroep niet toegestaan.

Ook heeft de Publieke Omroep sinds enige tijd zijn beleid ten aanzien van integriteit en onafhankelijkheid aanzienlijk aangescherpt. Dit leidt tot grotere terughoudendheid bij het sluiten van overeenkomsten voor coproducties. Dit is onder meer het gevolg van de discussie over de relatie tussen politiek en media en de aanbevelingen van het onderzoek dat het Commissariaat voor de Media recent heeft verricht (Externe financiering programma's publieke omroep, 27 september 2004) .

Vraag 4

Deelt u de mening dat het uitzenden van het EU-televisiedebat op RTL 4 het publieksbereik van met gemeenschapsgeld gefinancierde programma's over het Europese democratische proces ten goede komt?

Antwoord

Naar het oordeel van het kabinet is voor dit met gemeenschapsgeld gefinancierd programma een vorm gevonden welke kan bijdragen aan kennis van en belangstelling voor Europese samenwerking bij een breed publiek. Dit komt het Europese democratische proces ten goede.

Vraag 5

Deelt u de mening dat gesubsidieerde uitzendingen op commerciële zenders het publieksbereik van met gemeenschapsgeld gefinancierde programma's ten goede kunnen komen? Zo ja, hoe kan een optimaal publieksbereik structureel worden gerealiseerd?

Antwoord

De rijksoverheid is zeer terughoudend met het bekostigen van afzonderlijke omroepprogramma's. Daarom moeten eventuele financiële bijdragen passen binnen de afspraken die gemaakt zijn voor coproducties. Dit beleid is recentelijk aangescherpt en neergelegd in de Aanwijzingen inzake coproductie en andere omroepprogramma's die per
1 januari a.s. ingaan (zie de brief van de Minister-President, kamerstukken II, 2003-2004, 29 200 III, nr. 21).

In bredere zin ligt de opdracht om met gemeenschapsgeld programma's te maken bij de publieke omroep. Deze heeft daarbij de opdracht structureel een optimaal publieksbereik te realiseren. De publieke omroepen slagen daarin voldoende, maar verbeteringen met het oog op bepaalde doelgroepen zijn wenselijk. Op hoofdlijnen wordt thans gewerkt aan prestatie-afspraken met de Publieke Omroep waarvan ook het publieksbereik onderdeel uit zal maken.

Vraag 6

Ten laste van welke begroting komt de subsidie van EUR 300.000 voor deze uitzending?

Antwoord

De kosten voor de coproductie van het programma komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De exacte hoogte van het bedrag zal op korte termijn worden bepaald.

Vraag 7

Wordt de NOS, die de wettelijke taak heeft aandacht te besteden aan Europese parlementaire aangelegenheden, met een bedrag van EUR 300.000 gekort? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nee. Het dreigen met een korting, indien de NOS niet op eigen initiatief en geheel met eigen middelen dit programma verzorgt, zou in strijd zijn met de bepaling "Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending." (Grondwet art. 7, 2e lid).

De NOS heeft overigens in de periode voor de verkiezingen van het Europese Parlement veel extra aandacht aan Europa besteed, onder meer in de serie `Lijn 25' (zie www.nos.nl/lijn25/) en geeft naast de berichtgeving in de journaals aandacht aan het Nederlandse EU-voorzitterschap op zijn website.

De verwijzing naar de "verslaglegging van de Europese parlementaire aangelegenheden" (art. 16, 1e lid, onder a, Mediabesluit) is hier niet relevant omdat het beoogde televisiedebat niet tot deze categorie behoort. Het toezicht - achteraf - op de naleving van de mediawettelijke bepalingen voor de publieke omroep berust in voorkomende gevallen niet bij de regering, maar bij de onafhankelijke toezichthouder, het Commissariaat voor de Media.