Erasmus Universiteit Rotterdam

Ongezond gedrag moeilijk te veranderen

Ongezond gedrag - roken, ongezonde voeding en een tekort aan lichaamsbeweging - komt vaker voor bij mensen uit de lagere sociaal-economische groepen, dan bij mensen die tot de hogere sociaal-economische groepen behoren. Dit ongezonde gedrag komt dus vaker voor in wijken met een lagere welstand. De wijkgerichte aanpak van ongezond gedrag lijkt veelbelovend, aldus Gitte Kloek in haar proefschrift Bevordering van gezond gedrag in achterstandsbuurten, waarop zij woensdag 10 november 2004 promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Om sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen, zijn er methoden nodig waarmee de lager sociaal-economische groepen worden bereikt. De promovenda onderzocht of een wijkgerichte aanpak van gezondheidsbevordering tot goede resultaten kan leiden. Zij baseert haar conclusies op de resultaten van het project "Wijkgezondheidswerk", in 'impulsbuurten' in Eindhoven. In twee interventiebuurten organiseerden buurtprojectgroepen twee jaar lang meer dan vijftig gezondheidsbevorderende activiteiten met name gericht op de groente- en fruitconsumptie, lichamelijke activiteit, roken en alcoholconsumptie. Bewoners van drie vergelijkbare buurten fungeerden als controlegroep.
Na twee jaar was een kwart van de buurtbewoners in de interventiebuurten bekend met het programma "Wijkgezondheidswerk". De dagelijkse consumptie van fruit steeg licht. Ook waren deze buurtbewoners beter op de hoogte van de gezondheidseffecten van groente- en fruit. Voor de andere gezondheidsthemaâs werd geen effect van de interventie gevonden. Kloek toont aan hoe weerbarstig het veranderen van ongezond gedrag is. In het bijzonder het mobiliseren van voldoende activiteiten op buurtniveau blijkt een belangrijk knelpunt.

Promotor: prof.dr. J.P Mackenbach, Medische en maatschappelijke determinanten van de volksgezondheid