Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Veiligheid 2004

Jaarrapportage Veiligheid 2004

10 november 2004

De meeste vormen van criminaliteit, overlast en verloedering nemen af of blijven stabiel. Het aantal slachtoffers van geweld stijgt de laatste jaren wel licht. Ook de overlast door groepen jongeren is sinds 1995 gestegen, maar de laatste twee jaar weer gedaald.

Dit staat in de Jaarrapportage Veiligheid van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie. De nadruk in de rapportage ligt op de vormen van onveiligheid die het kabinet wil aanpakken met het programma "Naar een veiliger samenleving". (De gegevens in de rapportage zijn niet allemaal nieuw, maar soms al eerder in andere publicaties opgenomen.)
* Geweld onder burgers
* Vermogenscriminaliteit onder burgers
* Ernstige overlast
* Fysieke verloedering
* Onveiligheidsgevoelens
* Diefstal in detailhandel
* Onderscheid naar gemeentegrootte
---

Geweld onder burgers

Uit slachtofferenquêtes van het CBS blijkt dat in 2003 1.093.000 mensen te maken hebben gehad met geweldsdelicten. Meer dan de helft hiervan zijn bedreigingen (653.000). Het aantal mishandelingen en seksuele delicten is respectievelijk 279.000 en 162.000. Deze aantallen schommelen door de jaren heen.

De laatste jaren lijkt er sprake van een lichte stijging die vooral veroorzaakt wordt door een toename van het aantal bedreigingen. De afgelopen tien jaar ging het gemiddeld om ongeveer 900.000 geweldsdelicten per jaar.

Vermogenscriminaliteit onder burgers

In 2003 zijn 1.342.000 mensen slachtoffer geworden van een vermogensdelict. Het grootste deel hiervan zijn fietsendiefstallen (709.000) en diefstallen van en uit een auto (323.000). Het totale aantal vermogensdelicten laat over de loop van de jaren een redelijk stabiel beeld zien. In 2002 was sprake van een tijdelijke stijging, maar in 2003 is het aantal vermogensdelicten weer afgenomen.

Ernstige overlast

Onder ernstige overlast wordt verstaan: drugsoverlast, lastigvallen op straat, overlast van groepen jongeren, dronken mensen op straat. Op een schaal van nul (weinig overlast) tot tien (zeer veel overlast) scoort ernstige overlast 2,08 in 2004. De burgers die vinden dat verschillende vormen van overlast vaak voorkomen, signaleren de afgelopen 10 jaar vooral de overlast door groepen jongeren.

Dit is volgens de Politiemonitor Bevolking de enige vorm van overlast die in de periode 1994-2002 is toegenomen; de laatste twee jaren daalt deze vorm van overlast. Na overlast door jongeren volgen overlast door dronken mensen op straat en door drugs. Opmerkelijk is dat voor deze beide vormen van overlast min of meer sprake is van een gelijkblijvende tendens. Bij drugsoverlast is er zelfs vanaf 1997 (het eerste jaar dat het wordt gemeten) sprake van een daling.

Fysieke verloedering

Onder fysieke verloedering wordt verstaan: het bekladden van muren en gebouwen, rommel op straat, hondenpoep op straat en vernieling van straatmeubilair. Op een schaal van nul (weinig verloedering) tot tien (zeer veel verloedering) scoort fysieke verloedering 3,43 in 2004. Hondenpoep is de vorm van verloedering die door de meeste mensen wordt genoemd. Voor alle vormen van fysieke verloedering is er sprake van een afname vanaf 2002. Voor hondenpoep op straat is deze daling al in 1997 begonnen.

Onveiligheidsgevoelens

Ruim een kwart van de inwoners van Nederland (27%) voelt zich wel eens onveilig, terwijl 4 procent van de inwoners zich vaak onveilig voelt. Dit zijn de laagste percentages die ooit in de Politiemonitor Bevolking zijn gemeten.

Er is een duidelijke relatie tussen de mate van verstedelijking van een gemeente en de gevoelens van onveiligheid. In de grootste gemeenten voelen inwoners zich in verhouding het meest onveilig. In de kleinste gemeenten voelt men zich in verhouding het minst onveilig.

Uit het onderzoek komt naar voren dat mensen zich vooral onveilig voelen op locaties waar jongeren rondhangen. Verder worden uitgaansgelegenheden, het openbaar vervoer, maar ook de eigen buurt door meer dan 10 procent van alle burgers genoemd als een situatie waarin men zich onveilig voelt.

Diefstal in detailhandel

Uit het onderzoek Diefstal detailhandel 2004 komt naar voren dat drie op de tien detailhandelsvestigingen dit jaar het slachtoffer is geweest van een of meer diefstallen. In absolute aantallen betreft het 2.915.000 diefstallen, gepleegd bij 50.300 van de in totaal 167.000 vestigingen. Ruim de helft van alle diefstallen vindt plaats in een sterk stedelijke (30 %) of zeer sterk stedelijke (28 %) omgeving. 20 % van de diefstallen vindt plaats in een matige stedelijke omgeving en voor de weinig en niet stedelijke omgeving zijn de percentages respectievelijk 16% en 6%.

Onderscheid naar gemeentegrootte

De mate waarin gewelds- en vermogensdelicten, ernstige overlast, fysieke verloedering en onveiligheidsgevoelens voorkomen, stijgt met de grootte van de gemeente. Opvallend is echter wel dat in gemeenten van 50.000 tot 250.000 inwoners er in 2003 sprake is van een daling van zowel gewelds- als vermogensdelicten. Tegelijkertijd is ook sprake van een stijging van het totale aantal geweldsdelicten binnen de kleinste gemeenten (0-20.000 inwoners) en binnen de grootste gemeenten (250.000+).

---

---

---

---
Doorsturen Doorsturen Printversie van pagina Printversie van pagina

Zie ook
Veiligheidsprogramma: Naar een veiliger samenleving Interne link Politiemonitor Bevolking 2004 Interne link Downloads

***
Download het originele bericht in PDF-formaat. Zie het origineel