Gemeente Utrecht

Secretarie
Communicatiebureau/Bestuur
persbericht

Aanscherping maatregelen moet toestroom tippelzone Europalaan beperken

De gemeente Utrecht neemt aanvullende maatregelen om de toestroom van vrouwen uit andere steden naar de tippelzone op de Europalaan ('De Baan') te beperken. Doel van de maatregelen is dat per avond gemiddeld niet meer dan 50 vrouwen de hulpverleningsbus op De Baan bezoeken. Bij dit aantal is de situatie op de tippelzone voor politie en hulpverlening beheersbaar. Maatregelen die al ingevoerd zijn, zoals verscherpte controle door de politie, hebben het aantal vrouwen onvoldoende kunnen beperken.

Daarom worden nu de volgende aanvullende maatregelen genomen:
* nieuwe inschrijvingen op De Baan worden gestopt. Alle prostituees die op de tippelzone willen werken moet zich inschrijven bij de politie. Nieuwe inschrijvingen worden nu geweigerd.
* een vergunningsysteem wordt voorbereid; hierbij is voor het werken op de Baan een pasje nodig. Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor om hiervoor de Algemene Plaatselijke Verordening aan te passen. Het invoeren van het vergunningsysteem is dan juridisch mogelijk. Hans Spekman, wethouder Verslavingszorg: "Utrecht wil een goed georganiseerde en goed beheersbare tippelzone behouden. Alleen zo kunnen wij overlast van prostitutie in de stad beperken, zorgen voor de gezondheid en situatie van (verslaafde) prostituees (en daarmee de volksgezondheid), vrouwenhandel en minderjarigenprostitutie tegengaan. Om de toestroom te beperken, stoppen wij nu met nieuwe inschrijvingen van prostituees die op De Baan willen werken. We zullen niet aarzelen om zonodig nog verdergaande maatregelen te nemen, zoals de invoering van een pasjessysteem. Wij blijven bij de andere (grote) steden aandringen op het openhouden van de tippelzones aldaar".

In 2003 bezochten gemiddeld 47 prostituees per avond de hulpverleningsbus op de Baan. Hier biedt het Huiskamer Aanloop Project (HAP) niet alleen diensten (eten, drinken, condooms) aan, maar ook voorlichting en hulpverlening. Vanaf februari 2004 nam het bezoek aan de bus toe tot gemiddeld 50-55 vrouwen per avond. De reden hiervan was toestroom van (niet-verslaafde) prostituees uit Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. In het voorjaar van 2004 zijn twee maatregelen genomen om de toestroom van prostituees te beperken: 1. verscherpte controle door de politie bij degenen die de prostituees halen en brengen en 2. strikte handhaving van de brede dienst- en hulpverlening in de HAP-bus, ook als dit tot wachttijden leidt. Tot augustus 2004 bleef het aantal vrouwen per avond schommelen rond 55, maar in september en oktober 2004 is het aantal toegenomen tot 63 prostituees per avond. Dit zijn gemiddelden; pieken van 70 bezoekers en meer per avond zijn geen uitzondering. Hierdoor komt de beheersbaarheid van de zone in het geding, er ontstaat overlast in de omgeving van de tippelzone en het gevaar bestaat dat de kwetsbare groep van verslaafde Utrechtse prostituees wordt verdrongen. In september 2004 is dan ook een derde maatregel ingevoerd: prioriteit in de hulpverlening in de HAP-bus ligt bij (verslaafde) vrouwen uit de regio Utrecht; vrouwen van elders worden naar de eigen hulpverleningskaders verwezen.

Nieuwe maatregelen
De stop op nieuwe inschrijvingen voor werken op De Baan is gericht op het maximum van gemiddeld 50 prostituees per avond in de hulpverleningsbus. Er kan bij deze maatregel geen onderscheid worden gemaakt tussen Utrechtse verslaafde prostituees (voor wie de zone bij uitstek bedoeld is) en anderen. Bij een vergunningensysteem kan dit onderscheid wel gemaakt worden. De voorbereiding hiervan moet echter zorgvuldig gebeuren omdat zo'n systeem drempelverhogend kan werken voor de meest kwetsbare groepen op De Baan, zoals Utrechtse verslaafde prostituees - en dat is nu juist niet de bedoeling. Als deze maatregelen niet helpen en er op De Baan toch een onbeheersbare situatie ontstaat, dan kan besloten worden tot beperking van de openingstijden en - in het uiterste geval - sluiting van de tippelzone. Deze ingrepen staan echter haaks op het Utrechtse beleid, omdat dan overlast van straatprostitutie in de stad ontstaat en de positie van de groep kwetsbare prostituees zal verslechteren.

Overleg met andere steden
De toestroom naar de Utrechtse tippelzone is begonnen nadat de andere drie grote steden maatregelen op de tippelzones hebben genomen. De Amsterdamse tippelzone is eind 2003 gesloten en in Rotterdam en Den Haag zijn, als voorbereiding op sluiting in 2005, een vergunningenstelsel respectievelijk verkorting van openingstijden doorgevoerd. De voorgenomen sluitingen in Rotterdam en Den Haag kunnen een verdere toestroom naar Utrecht veroorzaken. Wethouder Spekman heeft de andere grote steden verzocht om maatregelen te nemen die voorkomen dat prostituees hun werkterrein verleggen naar Utrecht. Tot nu toe heeft dit niet geleid tot heroverweging van beleid in de andere steden. Er is wel ambtelijk overleg om elkaar te informeren over het tippelbeleid en om te zoeken naar betere afstemming. Het Utrechtse college van burgemeester en wethouders zal bij de bestuurders van de andere steden blijven aandringen op het openhouden van de tippelzones.

Noot voor de media:
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot bestuurscommunicatie, Sylvia Borgman, telefoon 030-286 10 55 of Gerard Derksen, 030- 286 11 68.

|10 november 2004                  |Postbus 16200                              |
|                                  |3500 CE  UTRECHT                           |
|                                  |Telefoon: (030) 286 11 32                  |
|                                  |Fax: (030) 286 11 43                       |
|                                  |Internet: www.utrecht.nl                   |
---- --