VVD



Nieuws

10 nov 2004 - Inbreng VVD bij het debat over het
afvalbeleid

Op woensdag 10 november 2004 heeft de Tweede Kamer een debat gevoerd met de staatssecretaris van VROM over het afvalbeleid. Hieronder staat de bijdrage van Paul de Krom in dit debat Afvalexport

In de voortgangsrapportage staat dat een exportheffing op te storten afvalstoffen in het buitenland op basis van de EVOA beschikking nog steeds onderwerp is van gesprekken tussen de ministeries (VROM en Financien) en de Tweede Kamer. Duidelijk is wel dat het Kabinet naast intensivering van de handhaving en met het oog op de ontwikkelingen in het Duitse afvalbeheer, geen noodzaak ziet voor extra maatregelen. De VVD bestrijdt dit.

Ondanks het feit dat de totale hoeveelheid afval in Nederland afneemt en de verwachting is dat hoeveelheid gestort brandbaar afval in 2006 nihil zal zijn, neemt de hoeveelheid (brandbaar) afval dat wordt geëxporteerd nog steeds toe (sinds 2000 meer dan verdubbeld). Dit is het gevolg van de stijging van het hoge belastingtarief voor het storten van brandbaar afval, en het ongelijkwaardige speelveld tussen Nederland en andere landen.

Door het 'weglekken' van brandbaar afval naar Duitsland is in Nederland een onzeker investeringsklimaat ontstaan en blijven voorgenomen uitbreidingsplannen voor AVI's op de plank liggen. De Staatssecretaris constateert dit zelf ook in de voortgangsrapportage van het LAP. Alhoewel de AVI's in Nederland op dit moment nog goed gevuld zijn, zal bij een verdere toename van de afvalexport naar Duitsland de bezettingsgraad van de AVI's afnemen. Hierdoor stijgen de kosten per ton verbrand afval en daalt de investeringsbereidheid nog verder.

Het beleid van deze Regering schaadt de Nederlandse afvalinfrastructuur die bekend staat om de zeer goede milieuprestaties en de tot de meest efficiënte in de wereld kan worden gerekend. Bovendien kan als gevolg hiervan de doelstelling om in 2006 geen brandbaar afval meer te storten in gevaar komen. Immers, de benodigde uitbreiding van thermische verwerkingscapaciteit blijft uit als gevolg van het onzekere investeringsklimaat. VROM wacht op de invoering van een stortverbod op voor onbewerkte afvalstoffen in Duitsland, maar zegt zelf dat het onzeker is welk effect hiervan uitgaat voor de Nederlandse afvalmarkt.

De discussie rond de export van afval sleept zich al lang voort zonder dat er sprake is van een concreet resultaat. Ik vind dat het Kabinet de zaak nu lang genoeg heeft vertraagd. De Kamer heeft nu al diverse keren aangegeven de huidige ontwikkeling een probleem te vinden en het enige dat wij horen is wat NIET kan. Het Kabinet is daarmee deel van het probleem in plaats van de oplossing.

Ik wil daarom dat de Staatssecretaris toezegt dat hij binnen 3 maanden met een plan van aanpak komt om aan dit probleem het hoofd te bieden. Dit hoeft niet als hij ervoor zorgt dat er binnen die termijn een gelijk speelveld binnen Europa ontstaat, maar die kans is klein. De vierde rapportage die de Staatssecretaris ons hierover stuurt staat bol van holle frasen, maar concreet kan ik er weinig soep van koken. Kan ik daarom die toezegging van de Staatssecretaris krijgen ?

Afval als secundaire bouwstof in een stortinrichting Enige tijd geleden spraken wij over de inzet van AVI-bodemas als secundaire bouwstof. De afzet ervan stagneert. Tengevolge van het beleid neemt de inzet van primaire grondstoffen als bouwstof toe. Dit staat haaks op het kabinetsbeleid. Datzelfde dreigt nu weer te gebeuren met secundaire bouwstoffen die binnen stortinrichtingen nuttig worden toegepast.

Staatssecretaris Wijn is van plan om de vrijstelling van stortbelasting voor het toepassen van secundaire bouwstoffen op stortplaatsen per 1 januari 2005 in te trekken.

Wat is nu het gevolg van dit besluit?

1. Meer primaire bouwstoffen zullen worden toegepast door de stortplaatsen. Immers, de kostenverhoging van het toepassen van secundaire bouwstoffen bedraagt ? 13,79 (tarief 2004) per ton en primaire bouwstoffen (schoon zand) hebben een marktprijs hebben van tussen de ? 5 en ? 7 per ton. We krijgen dan dus de situatie dat exploitanten primaire bouwstoffen gaan gebruiken voor fundering, afdichting, etc, om daar vervolgens het overschot aan secundaire bouwstoffen als afvalstof te storten voorzover dat niet elders kan worden toegepast. Zie de lessen van AVI-bodemas. Dit kan toch nooit de bedoeling zijn? Vanuit milieuhygiënisch oogpunt is het een nadeel dat primaire bouwstoffen worden aangewend in plaats van secundaire bouwstoffen.

2. Financieel is het nadeel voor de stortplaatsen dat ze ofwel de duurdere primaire stoffen moeten toepassen (secundaire bouwstoffen zijn nu goedkoper), ofwel de belasting over de secundaire bouwstoffen voor hun eigen rekening moeten nemen. Dit doen ze dus niet, want ze kunnen het niet doorbelasten

3. Er zal ontwijking optreden. Buiten de stortplaatsen kwalificeert het spul niet als afval en hoeft er geen belasting te worden betaald. Ergo: aanbieders kunnen het elders goedkoper kwijt en zullen het dus niet meer aan de stortplaatsen aanbieden. Er mogen dus geen meeropbrengsten van de voorgestelde belastingmaatregel worden verwacht. Zo er al extra inkomsten door de maatregel van de Staatssecretaris van Financiën zijn ingeboekt, dan zullen deze niet gerealiseerd worden.

4. Het hevigst zullen zich de gevolgen voordoen bij stortplaatsen die niet meer in exploitatie zijn maar die nog wel moeten worden beheerd, en bij sanering van voormalige stortlocaties . Stortplaatsen die niet meer in exploitatie zijn zullen niet of nauwelijks dekking kunnen vinden voor de enorme kostenstijging van de beheermaatregelen op de stortplaats. Saneringsprojecten waarbij secundaire bouwstoffen zijn ingecalculeerd kunnen eveneens een enorme kostenstijging tegemoet zien.

Ik wil graag dat de Staatssecretaris deze problematiek bij zijn ambtgenoot van Financiën onder de aandacht brengt. Het zou mooi zijn als de Kamer vóór de behandeling van het belastingplan volgende week een reactie heeft.

Ik zeg dit omdat de VVD fractie overweegt via moties en/of amendering bij c.q. van het belastingplan de maatregel te neutraliseren.

Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG) Hetzelfde dreigt te gebeuren bij teerhoudend asfaltgranulaat. Op basis van een uitspraak van de RvS is VROM van plan om asfaltgranulaat als afvalstof te gaan beschouwen. Hierdoor komt het hergebruik van deze potentiële secundaire bouwstof in gevaar. En wel om de verkeerde redenen omdat de casus bij de RvS betrekking had op de opslag van oud asfalt zonder dat er een bestemming voor was. Graag zou ik de visie van de Staatssecretaris op dit probleem vernemen.

Gescheiden inzameling GFT-afval

De staatssecretaris heeft de gemeenten een grotere beleidsruimte gegeven bij het inzamelen van gft-afval. Door de aangekondigde wijziging van de wet milieubeheer ligt de kans op de loer dat het aanbod van gft-afval daalt. Dit heeft nadelige gevolgen voor de jonge composteerbedrijven en snijdt deze milieuvriendelijke wijze van afvalverwijdering de pas af.

Composteren is milieuvriendelijk omdat:

1. Uit een recent uitgevoerde LCA-studie is gebleken dat composteren een grotere bijdrage aan de CO2 reductiedoelstellingen levert dan gedacht. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij dit onderzoek zal bekijken en de uitkomsten ervan in het nationaal CO2 register verwerkt?

2. Compost heeft een betere milieuscore dan kunstmest. Er zitten minder mineralen in (stikstof en fosfaat) en deze spoelen minder snel uit. Kan de staatssecretaris contact opnemen met zijn collega van LNV om ervoor te zorgen dat compost een zo groot mogelijke vrijstelling krijgt bij het opstellen van het nieuwe MINAS.

Op deze manier wil de VVD de sterke marktpositie van gft-afval en composteren behouden door de afzetmogelijkheden te verruimen (lees: te dereguleren) . Wat is het standpunt van de staatssecretaris op dit punt. Kan hij in zijn antwoord een reactie geven op deze voorstellen?