Gemeente Den Helder

11-11-2004 Aanwijzing uitgaanscentrum en deel Nieuw Den Helder als veiligheidsrisicogebied
Aanwijzing van het uitgaanscentrum als veiligheidsrisicogebied

op 11 juli 2004 is voor een periode van vier maanden het uitgaanscentrum van Den Helder en een daaraan grenzend nader aangegeven gebied aangewezen als veiligheidsrisicogebied;³ uit aan de politie afgelegde verklaringen blijkt, dat de rivaliteit tussen verschillende bezoekersgroepen, waarvan bekend is dat zij over wapens kunnen beschikken en die zich in dit gebied ophouden, nog steeds voortduurt;

de politie beschikt over informatie die duidt op een toename van het wapenbezit onder jeugdigen;

ondanks de vele maatregelen die zijn genomen om het geweld in het uitgaanscentrum terug te dringen, is er in het betreffende gebied nog steeds geen sprake van een significante daling van het aantal geweldsdelicten;

er is sprake van een situatie die de vrees voor geweldadige vormen van criminaliteit met grote gevolgen voor de slachtoffers doet voortbestaan;

zonder het nemen van passende maatregelen zal het wapenbezit en
-gebruik in het betreffende gebied niet afnemen, waarbij het niet is uitgesloten dat daarbij opnieuw slachtoffers zullen vallen;

het is daarom gewenst dit gebied opnieuw aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied;

De burgemeester heeft daarom op 9 november 2004 besloten, toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 2.1.1.3 van de Algemene plaatselijke verordening 1996 en voor de periode van 11 november 2004 tot 2 januari 2006 als veiligheidsrisicogebied aan te wijzen het gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en de bijbehorende erven, binnen de grenzen van het Koningsplein, de Polderweg, en de daaraan gelegen parkeerterreinen, een gedeelte van de Middenweg en de Boerhaavestraat, het NS-station, een gedeelte van de Parallelweg en de Beatrixstraat, het Julianaplein, de Spoorstraat, Molenstraat en Oostslootstraat; dit is aangegeven op onderstaande kaart.

Deze aanwijzing betekent dat de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren in het betreffende gebied bevoegd zijn

- verpakkingen van goederen met in begrip van reisbagage
- vervoermiddelen en

- personen aan de kleding
te onderzoeken op de aanwezigheid van wapens en munitie.

Dit besluit treedt in werking op 11 november 2004.

11-11-2004 Aanwijzing van een deel van Nieuw Den Helder als veiligheidsrisicogebied

sinds 11 juli 2004 is een deel van Nieuw Den Helder voor een periode van vier maanden aangewezen als veiligheidsrisicogebied;

uit aan de politie afgelegde verklaringen blijkt dat er nog steeds spanningen bestaan tussen groepen van personen die zich verzamelen/bevinden in het nader omschreven gebied;

de politie beschikt over informatie dat er in delen van Nieuw Den Helder nog altijd sprake is van excessief wapenbezit;

uit politiecijfers blijkt dat vanaf de datum waarop een deel van Nieuw Den Helder is aangewezen als veiligheidsrisicogebied er nog steeds geen significante daling van het aantal wapen gerelateerde incidenten heeft plaatsgevonden;

tijdens preventieve fouilleeracties worden bij vrijwel elke actie wapens in beslag genomen;

de vrees bestaat dat zonder het nemen van passende maatregelen het geweld zal toenemen, waarbij het niet is uitgesloten dat daarbij slachtoffers zullen vallen;

het is daarom gewenst dit gebied opnieuw aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.

De burgemeester heeft daarom op 9 november 2004 besloten, toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 2.1.1.3 van de Algemene plaatselijke verordening 1996 en voor een periode van 11 november 2004 tot 2 januari 2006, als veiligheidsrisicogebied aan te wijzen het gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en de bijbehorende erven, binnen de grenzen van de Marsdiepstraat, de Texelstroomlaan, de IJsselmeerstraat, het fietspad tussen IJsselmeerstraat en Flevostraat en Flevostraat en Waddenzeestraat en de Waddenzeestraat; dit is aangegeven op onderstaande kaart.

Deze aanwijzing betekent dat de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren in het betreffende gebied bevoegd zijn:

- verpakkingen van goederen met in begrip van reisbagage
- vervoermiddelen en

- personen aan de kleding
te onderzoeken op de aanwezigheid van wapens en munitie.

Dit besluit treedt in werking op 11 november 2004.