Europadebat
woensdag 10 november 2004
Tijdens het jaarlijkse debat in de Eerste Kamer op 9 november over de
stand van zaken in de Europese Unie kwam ook de kwestie Buttiglione
ter sprake waarin het Europees Parlement voor het eerst bij de
samenstelling van een nieuwe Europese Commissie zijn tanden liet zien
ter sprake.
De senatoren Van Middelkoop (ChristenUnie, mede namens de SGP) sprak
van een 'onverkwikkelijk schervengericht' en Van der Linden (CDA)
vroeg zich af of dit niet de gewetensvrijheid raakte. De PvdA-er
Jurgens vond het het goed recht van het Europees Parlement om zo op te
treden en daarmee zijn positie te versterken. Schuyer (D66) zag de
kwestie vooral als een stap naar betere democratische verhoudingen in
de Unie.
VVD-senator Hoekzema liet dit punt rusten, maar complimenteerde de
regering er wel mee, dat de affaire Buttiglione niet tot averij bij de
Nederlandse kandidaat voor de Commissie, de liberale mevrouw Kroes,
had geleid.
Minister Bot zei dat de Italiaanse kandidaat voor de Europese
Commissie, Buttiglione, uitspraken heeft gedaan "die in strijd zijn
met de anti-discriminatie-beginselen en dan botsen toch
rechtsopvattingen met privé-opvattingen". Volgens minister Bot is er
dan een politiek probleem en kan men niet spreken van selectieve
verontwaardiging, maar gewoon gegronde twijfel aan de geschiktheid van
de kandidaat voor de portefeuille van Justitie. "Ik denk dat de heer
Barosso er goed aan heeft gedaan om naar het Europees Parlement te
luisteren, zoals Nederlandse ministers ook naar het Nederlandse
parlement luisteren", zei minister Bot op een nadrukkelijke vraag van
GroenLinks-senator Platvoet over de handelwijze van
Commissievoorzitter Barosso.
Jurgens (PvdA) verheugde zich erover dat het publieke debat over
Europa is opgeleefd door de toetreding van tien nieuwe lidstaten per 1
mei van dit jaar en de kandidatuur van Bulgarije, Roemenië en vooral
Turkije. Hij zei dat het debat vooral gaat over vragen als: Behoren
deze landen wel tot Europa? Wordt de EU niet te groot? Komen er niet
teveel vreemdelingen op onze arbeidsmarkt? Volgens Jurgens is de vraag
of de EU niet te groot wordt om nog een bestuurbare eenheid te blijven
'alleszins relevant'. De PvdA-senator verwachtte dat het onlangs in
Rome getekende Constitutioneel Verdrag ('Europese grondwet') hierop
antwoord zal geven.
Dat Verdrag is er volgens Jurgens op gericht de bestuurbaarheid, de
rechtstatelijkheid en de doorzichtigheid van de EU te vergroten. De
PvdA-er hekelde het feit dat Nederland bij de verwerking van Europese
regelgeving in Nederlands recht 'veelal hekkesluiter' is. Jurgens
vroeg ook om een visie op de verhouding tussen de Nederlandse grondwet
en de Europese regelgeving. In Duitsland heeft het Constitutionele Hof
onlangs de Duitse grondwet hoger geplaatst dan het EU-verdrag. PvdA-er
Doesburg pleitte ervoor de samenwerking tussen België, Nederland en
Luxemburg (Benelux) haar functie als 'aanjager en voortrekker' in de
EU te laten houden.
Kox (SP) preludeerde op de mogelijkheid dat het parlement ('hoogst
onwaarschijnlijk') of de bevolking van Nederland per referendum (een
heel stuk waarschijnlijker') het Constitutionele Verdrag voor de
Europese Unie zal afwijzen. "Houden we ons dan aan het aloude
democratische uitgangspunt dat een volk niet aan een verdrag gehouden
wordt als ze dat niet wil?", vroeg de SP-er.
Ten Hoeve (Onafhankelijke Senaatsfractie) vroeg of het mogelijk is in
Europa een referendumregeling in te voeren die integraal voor de hele
Unie geldt en dan ook maar een uitslag oplevert? Minister Bot zei dat
in elk geval over het Constitutioneel Verdrag zo'n Europees referendum
nog niet is te organiseren. Daar komen alleen nationale referenda over
te spreken.
De CDA-senator Van der Linden waarschuwde tegen verenging van de
discussie over de financiering van de EU tot een 'centenkwestie'. Hij
noemde dat fnuikend voor de beeldvorming. Van der Linden wees erop dat
de begroting van de EU maar eenderde beslaat van de Nederlandse
rijksbegroting: 98 miljard euro. Schuyer (D66) zag een versterking van
de rol van de verenigde vergadering van Eerste en Tweede Kamer bij de
beoordeling van Europese regelgeving. Hij wees erop dat in het
Constitutionele Verdrag voor het eerst is geregeld hoe landen de EU
kunnen verlaten. "Zij die sceptisch staan tegenover de Europese
integratie (de SP bijvoorbeeld) zouden er dus goed aan doen om eerst
voor de Europese grondwet te stemmen en pas daarna voor uittreding te
pleiten".
GroenLinkser Platvoet pleitte voor een realistische benadering van het
project dat Europese Unie heet. "Weg met gezwollen taalgebruik".
VVD-senator Hoekzema was er beducht voor dat het referendum in
Nederland over het Europese grondwettelijk verdrag uitdraait op een
oordeel over het wel of niet toelaten van Turkije. Hij vond toetreding
van Roemenië en Bulgarije, voorzien in 2007, geen uitgemaakte zaak is.
Over Turkije zei Hoekzema dat de VVD "geen principiële bezwaren heeft
tegen een lidmaatschap van Turkije van de EU". Er moet echter nog wel
aan veel voorwaarden worden voldaan. Zo zal het landbouw- en
structuurbeleid van de EU drastisch moeten worden herzien. Met Turkije
met zijn meer dan 80 miljoen inwoners en een grote zwak georganiseerde
landbouwsector erbij is het huidige beleid van de EU op dit punt niet
te betalen. Hoekzema verwees naar berekeningen dat toetreding van
Turkije
de EU 14 miljard euro extra per jaar zou gaan kosten. Voor Nederland
zou dit een verhoging van de Europese contributie met 1,6 miljard euro
betekenen.
Minister Bot schatte dat als de onderhandelingen over toetreding van
Turkije volgend jaar beginnen het tot 2015 zal duren voor het
lidmaatschap een feit is. In antwoord op een vraag van CDA-er Van der
Linden zei Bot dat het begin van de onderhandelingen niet hoeft te
wachten op de uitslagen van de referenda in verschillende Europese
landen over het grondwettelijk verdrag.
---
link (opent in een nieuw venster) stenogram 9 november 2004 Dit is
een downloadbaar word-bestand van 506.5 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal