parlementaire stukken - Antwoorden op ...
Antwoorden op kamervragen naar aanleiding van het bericht in NRC Handelsblad
dat informatie van de AIVD mogelijk in handen is gekomen van
moslimterroristen en van Mohamed B
11 november 2004
In reactie op het verzoek van het lid Halsema (GroenLinks), mede
namens de leden Verhagen (CDA), Van Aartsen (VVD), Bos (PvdA),
Dittrich (D66), Wilders (Groep Wilders) en Van der Vlies (SGP) van
heden om, naar aanleiding van het bericht in NRC Handelsblad dat
informatie van de AIVD mogelijk in handen is gekomen van
moslimterroristen en van Mohamed B, de Kamer in te lichten over wat er
precies is gebeurd, deel ik u het volgende mede.
---
Op zaterdag 25 september 2004 bereikte de AIVD uit operationele bron
het bericht dat een persoon die gerelateerd is aan een islamistisch
terroristisch netwerk beschikte over AIVD-informatie. De volgende dag
heeft de AIVD een ambtsbericht uitgebracht aan het Openbaar
Ministerie. Naar aanleiding hiervan werd de in het ambtsbericht
genoemde Hassan O. gearresteerd. Bij zijn arrestatie bleek hij in het
bezit van AIVD-informatie betreffende onderzoek in de sfeer van het
islamistisch terrorisme. Intern AIVD-onderzoek duidde er op dat de
informatie van een bepaalde AIVD-medewerker afkomstig zou kunnen zijn.
Hiervan is direct aangifte gedaan bij de Rijksrecherche, die
betrokkene heeft gearresteerd op verdenking van het schenden van
staatsgeheimen. Het justitieel onderzoek is thans nog in volle gang.
Het document waarvan NRC Handelsblad op 9 november 2004 melding maakte
is van de AIVD afkomstig. Er zijn sterke aanwijzingen dat het document
door de eerder bedoelde AIVD-medewerker naar buiten is gebracht. Dit
wordt door middel van een aanvullende aangifte aan de Rijksrecherche
gemeld.
Het in de media geschetste beeld dat er sprake zou zijn van een tweede
lek bij de AIVD is naar alle waarschijnlijkheid onjuist.
De AIVD is onmiddellijk na de ontdekking op 25 september dat
informatie van de dienst in handen van onbevoegden was gekomen een
onderzoek gestart om vast te stellen wat de schade is voor het werk
van de AIVD en te bezien hoe verdere schade kan worden voorkomen.
Uiteraard hebben lopende onderzoeken van de AIVD schade opgelopen. De
precieze omvang daarvan moet nog worden vastgesteld. Het bericht in
NRC Handelsblad van 9 november jl. dat AIVD-informatie in handen is
gekomen van een persoon in de omgeving van Mohammed B. was mij bekend
en bevatte in dit opzicht geen nieuwe informatie.
De commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten werd op 29
september 2004 over de gebeurtenissen geïnformeerd. Nadere
bijzonderheden over de gang van zaken kunnen voorshands uitsluitend
aan deze commissie worden gemeld. Openbare mededelingen zouden zowel
het onderzoek van de AIVD als dat van justitie schaden.
De compromittering van AIVD-informatie als gevolg van het handelen van
een eigen medewerker betreft een unieke zaak. De reeds bestaande
beveiligingsmaatregelen zullen waar mogelijk worden aangescherpt.
Herhaling moet vanzelfsprekend worden voorkomen.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
J.W. Remkes
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties