Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de secretaris-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Geert van Maanen, namens minister Karla Peijs, bij de afsluiting van het CVOV-congres in Rotterdam

Om te beginnen zou ikgraagministerPeijsverexcuseren.

Zij zou hier vandaag aanwezig zijn, maar ze is tot haar spijt verhinderd.

U zult het vandaag met mij moeten doen.

U heeft het net al kunnen horen, dit is geen fotowedstrijd in de zuivere zin van het woord.

De jury heeft behalve naar de esthetische kwaliteit van de foto's, namelijk ook gekeken naar de kwaliteiten van het vastgelegde ov-project, zeg maar het onderwerp van de foto.

Aangezien ik als inhoudelijk betrokkene meer verstand heb van stadsbussen dan van iso's, asa's en grove korrels, spreekt mij dat wel aan.

Over de fotografie kunt u zo direct zelf een oordeel vellen.

Ik zal daarom vooral enkele schoonheden van het winnende fotomodel aanstippen.

Het model heeft een moderne lage instap, en is dus goed toegankelijk voor ouderen met rollator en ouders met buggy's.

In zijn buik heeft hij genoeg ruimte voor al uw boodschappen en bagage.

Hij is razendsnel, en met het oog van zijn bewakingscamera houdt hij de veiligheid scherp in de gaten.

Tot slot is hij een stille en zuinige jongen die steeds meer klanten trekt.

Kortom: snel, toegankelijk, duurzaam, veilig en succesvol.

Hij komt uit Almere; mister CVOV 2004 is Maxx! [een busdienst van Conexxion]

De prijs gaat naar inzender Alex Flameling, van de gemeente Almere.

Gisteren heeft u met elkaar onderzocht hoe we met het Nederlandse openbaar vervoer `tot hier' zijn gekomen. Dat is hartstikke zinvol. Met een goed ontwikkeld historisch besef kunnen we de toekomst immers beter beslagen tegemoet treden.

De Wet Personenvervoer 2000 domineert het recente regionaal ov-verleden. De wens om het ov aantrekkelijker te maken, was de grote motor achter de wet. De weg van die wens naar werkelijkheid loopt grotendeels over twee sporen. We wilden af van - één - het dirigisme, en - twee - de rigiditeit van de centrale overheid.

Op de eerste plaats werken we daarom in het belang van de klant aan maatwerk in het openbaar vervoer, afgestemd op noden en behoeften van reizigers en regio's. Weg met de eenheidsworst, decentralisatie is het credo.

Daarnaast introduceren we meer marktprikkels. Die moeten leiden tot een betere prijs en een betere kwaliteit van het collectieve vervoer. De aanbesteding van het regionale ov maakt om die reden een belangrijk deel uit van de WP 2000.

De ervaring met de wet is nu zo'n drie jaar oud. Ongeveer veertig procent van het regionale openbare vervoer is inmiddels aanbesteed. Het is een geschikt moment om met het oog op de toekomst te leren van het verleden. Niet voor niets stelde het CVOV deze tweede congresdag de vraag `En hoe nu verder?'. Niet voor niets ook, heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat net een evaluatie uit laten voeren van de Wet Personenvervoer.

Wat blijkt daaruit? Is het ov aantrekkelijker geworden, zoals de bedoeling was?

Overall zijn er goede resultaten geboekt met aanbestedingen. Over het algemeen verbetert zowel de kwaliteit als de efficiency. De decentrale overheid is dus goedkoper uit, terwijl de klant er meer en beter openbaar vervoer voor terugkrijgt. Directeur-Generaal Personenvervoer Maarten van Eeghen heeft gisteren al wat aansprekende voorbeelden gegeven. Zo is het ov-aanbod in Leeuwarden met 20% uitgebreid en zijn bovendien steeds meer reizigers er tevreden over. In de driehoek Zutphen-Hengelo-Oldenzaal is het openbaar vervoer zelfs met bijna de helft uitgebreid. Het trekt daar bijna 20% meer reizigers. Aanbesteding heeft zich dus bewezen als een effectief instrument. Maar uit de evaluatie blijkt ook dat er nog wat haken en ogen zijn.

De partijen die actief betrokken zijn bij aanbestedingen - decentrale overheden, vervoerbedrijven, vakbonden en consumentenorganisaties - zijn de eerst aangewezenen om die haken en ogen in de praktijk recht te breien. Maar de rijksoverheid heeft als schepper van de algemene randvoorwaarden ook een verantwoordelijkheid. Daarom werken we nu op het ministerie aan enige aanpassingen van het beleid over aanbestedingen. Het gaat daarbij om de ingangsdatum, de concessietermijn en het ontheffingenregime. De minister bespreekt dit binnenkort in het kabinet. Ik verwacht dat er over twee weken een brief met het kabinetsstandpunt naar de Tweede Kamer gaat over dit onderwerp.

Met de beleidsaanpassingen en de kamerbrief trekken we concrete lessen uit het verleden. Het zijn de puntjes op de i van de WP 2000.

Los van bestaand beleid kijken we echter ook verder vooruit. Net als u vandaag, stellen ook wij ons de vraag `En hoe nu verder?'. De resultaten van die excercitie hebben we neergelegd in de Nota Mobiliteit. Daarin hebben we geworsteld met ongeveer dezelfde dilemma's als u hebt behandeld in dit manifest. U - die het openbaar vervoer maakt tot wat het is - u bent zich dus óók bewust van de weerbarstigheden van dit beleidsterrein. En met dat bewustzijn ben ik blij, want alleen samen kunnen we goede keuzes maken en uitvoeren. Om deze reden ben ik verguld met het document dat u mij zojuist heeft aangeboden.

Om wat voor dilemma's en keuzes gaat het dan bijvoorbeeld?

Op de eerste plaats staat als een paal boven water dat de Nota Mobiliteit financieel realistisch moet zijn. Betaalbaarheid is dus een harde voorwaarde voor openbaar vervoer. Dat levert een spanningsveld op met het publieke belang om heel Nederland maximale aansluiting op het ov-netwerk te bieden. We zoeken kortom naar een optimum, zo veel mogelijk mobiliteit per euro.

Een ander dilemma is dat tussen centrale afstemming en coördinatie, en decentraal maatwerk. Netwerken moeten het liefst goed op elkaar aansluiten, ov-informatie idem dito. Bovendien wil je niet steeds opnieuw het wiel uitvinden en profiteren van elkaars kennis en faciliteiten. Aan de andere kant is de ov-behoefte overal weer anders. Drenthe is beter gediend bij vraagafhankelijk vervoer, terwijl Amsterdam grote stromen passagiers moet zien te verwerken. De Nota Mobiliteit trekt op dit punt de lijn van de WP2000 door: het rijk stelt algemene kaders, decentrale overheden zorgen daarbinnen voor het ov dat bij hen past.

De Nota Mobiliteit werken we op dit moment uit in een Planologische Kernbeslissing. Daarin zullen we keuzes moeten preciseren en verder onderbouwen. Alle input en draagvlak van betrokken partijen kunnen we daarbij goed gebruiken. Ik neem uw conclusies dus graag mee terug naar Den Haag.

Dames en heren,

Tot slot, een kort woord over het CVOV. Dit is het laatste CVOV-congres onder eigen vlag. Vanaf 1 januari gaat het CVOV op in het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KPVV). We hebben het functioneren van het CVOV begin dit jaar ge ëvalueerd.Hetcentrumisvooralinde beginjaren een steunentoeverlaatgeweestvoordecentraleoverheden. Dat is zowel de kwaliteit als de snelheid van de uitvoering van de WP2000 ten goede gekomen. Aangezien er nog heel wat moet worden aanbesteed, is er dus alle reden om het CVOV nog een aantal jaren in stand te houden. Maar dat gebeurt dan wel onder de vleugels van de bredere adviesclub KPVV. Ik zou het CVOV in ieder geval nu al een pluim willen geven en hartelijk willen bedanken voor al het goede werk van de laatste jaren.

Dank u wel.

[INS:
:INS]

De jeugd heeft de toekomst, zoals u weet. De scholieren van nu, zijn het woon-werkverkeer van 2020. Het is dus interessant om eens van henzelf te horen in wat voor voertuig zij tegen die tijd van A naar B willen reizen.

Letterlijk hemelbestormend zijn de ideeën van de inzenders. Leerlingen zien de ruimte voor vervoer vooral in de lucht. Mensen met hun haren strak in de wind, met turbo-snelheid zoefend van hier naar daar. Het viel voor de jury niet mee om uit al die creatieve inzendingen één winnaar te kiezen. Daarom zullen twee groepen de prijs moeten delen: groep 7a van de Zonnehoek en groep 7 van OBS Combinatie 70.

Op de Zonnehoek hebben ze goed nagedacht over hoe je jezelf door de lucht kunt verplaatsen. De tekening van Adeel laat zien dat daar nog meer dan genoeg ruimte is. Neslihan maakt met zijn tekening goed duidelijk dat we met z'n allen onderdeel zijn van de maatschappij, dat we ons verplaatsen om allerlei verschillende redenen en dat het onmogelijk is om allemaal een eigen vervoermiddel te gebruiken.

Iniss van De Combinatie heeft een heel goede oplossing voor dat collectieve vervoer. Zij heeft een BMT getekend, een BusMetroTram. Die kan vliegen, op wielen rijden, op water varen als een boot en zelfs onder de grond. Ze heeft ook nog aan het comfort van de reizigers gedacht. Een ritje met de BMT kost maar 25 eurocent per persoon, altijd eerste klas met gratis lekker eten en een oppas voor baby's. De Combinatie heeft ook nog een fietsschotel ingezonden, een mooie combinatie van milieuvriendelijk en futuristisch vervoer.

Voor alle winnaars heb ik hier een grote cheque. Daarmee kunnen jullie naar `Living Tomorrow' in Amsterdam. Digitale gastvrouw Fempke zal jullie daar rondleiden door het huis van de toekomst.

Hartelijk gefeliciteerd met de prijs en veel plezier bij Fempke!