Ministerie van Algemene Zaken


1red14979
12-11-2004, NOS, Met het oog op morgen, R.1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER LEIDING GEVEN IN CRISISTIJD, BEZOEK

KONINGIN AAN JONGEREN AMSTERDAM, ROL PRINSES MÁXIMA, VAN

GOGH DEBAT

WALLAART:
Balkenende ging eerst naar Uden, daar zegde hij zelfs een verplichting in de Tweede Kamer voor af. Later ook nog in het Laakkwartier. Hij was zichtbaar in zijn element tussen die huilende moeders en geschrokken evacués. Vandaar dat ik begon met de vraag: wat voelt u zich deze dagen nou meer, regeringsleider of vader des vaderlands?


BALKENENDE:
Je probeert eigenlijk allebei een beetje te zijn. Dat blijkt ook wel uit het werk dat je moet doen. Deze week ben ik een paar keer in het land geweest om met mensen te praten. Dan voel je je een beetje als diegene die oog heeft voor het vaderland, die probeert naar mensen te luisteren, met mensen mee te leven en ook een gevoel van betrokkenheid over te brengen. Laat ik zeggen: datgene dat je hoort van mensen, dat beroert je enorm. Daarnaast heb je ook gewoon het werk hier in Den Haag te doen. Dat doe je met gevoel, dat is een kwestie vaak van beslissingen nemen, zorgen dat Nederland veiliger wordt en dat je die maatregelen treft die nodig zijn. Het is dus en én.

WALLAART:
Het lijken me pittige beslissingen want het gaat echt om grote maatschappelijke dreiging van het islamitisch terrorisme. Welk van die twee functies heeft nu voorrang voor u op dit moment?


BALKENENDE:
Je kunt niet zeggen wat voorrang heeft. Het is allebei nodig. Het ene wat gedaan moet worden is dat diegenen die menen de Nederlandse samenleving te verzieken en te bedreigen, die moeten hard worden aangepakt. Dat is ook nodig want als ik nu zie wat er is gebeurd, de vreselijke moord op Theo van Gogh, vervolgens aanvallen op moskeeën, op islamitische scholen, op kerken. Dat hele klimaat bevalt niemand. Waar het om gaat, en dat is het tweede deel, is dat mensen van goede wil het gevoel duidelijk moeten hebben dat we in Nederland zo niet met elkaar omgaan en dat je daartegenover juist moet stellen dat mensen betrokken zijn op elkaar.

BEZOEK KONINGIN AAN JONGEREN AMSTERDAM

WALLAART:
Is dat ook de reden dat koningin Beatrix vandaag een bezoek heeft gebracht aan een Marokkaans jongerencentrum in Amsterdam?


BALKENENDE:
Weet dat onze koningin altijd betrokken is bij ontwikkelingen in de samenleving. De koningin is iemand die heel vaak in het land is, met mensen praat. Ze weet ook 100% wat er in die samenleving gebeurt. Ze heeft deze week uit eigen beweging willen aangeven dat

ze meeleeft met mensen. Dat ze zich zorgen maakt over het maatschappelijk klimaat en dat ze ook mensen graag een hart onder de riem wil steken.

WALLAART:
Bij eerder situaties met grote maatschappelijke onzekerheid, neem bijvoorbeeld de vuurwerkramp in Enschede, verscheen de koningin meteen in het openbaar. Waarom in dit geval pas na tien dagen?


BALKENENDE:
Ik heb eerder deze week met de koningin erover gesproken. Dat was overigens nog ver voor het Kamerdebat. De koningin heeft het buitengewoon druk en heeft naar een moment gezocht dat het ook goed was. Ook om te weten van wat zie je aan ontwikkelingen in de samenleving? Ik denk dat zij een goed moment heeft gekozen om juist nu naar Amsterdam te gaan. We hebben trouwens ook gezien: vorige week waren we allemaal in de ban van de moord op Theo van Gogh. Dan zie je in het weekend en daarna allerlei andere zaken ontstaan op verschillende plaatsen in Nederland. Ik ben heel blij dat de koningin heeft gezegd: ik ga ook het land in, ga met mensen praten en maak zichtbaar wat mij ook beweegt. Ik denk dat dat heel goed is, ook als een teken van eenheid aan de Nederlandse bevolking dat ook de koningin zegt: ik ga met mensen praten.

WALLAART:
Dus het was eigenlijk die keten van geweld die volgde op die moord die de doorslag heeft gegeven.


BALKENENDE:
De koningin is iemand die zich net zo goed zorgen maakt, net als iedereen, over een klimaat van verharding. Als je praat met huilende moeders die ineens die ontmoetingsplek op die school kwijt zijn of dat je hier in het Laakkwartier bent, waarin mensen, allochtoon en autochtoon, proberen die wijk op te bouwen. Een meisje dat ik heb gesproken, caissière bij Albert Hein, ze zegt: ik wil gewoon blije mensen in de zaak hebben, ik heb geen zin in al die ruzietoestanden.

ROL PRINSES MÁXIMA

WALLAART:
Wie ook zeer nadrukkelijke betrokkenheid heeft getoond is prinses Máxima. Die heeft zich vorige week bij een conferentie in de Kamer uitgelaten. Het is iemand die veel interesse aan de dag legt voor de plaats van integratie van minderheden. Ziet u voor haar een speciale rol weggelegd om de spanningen tussen verschillende culturen weg te nemen?


BALKENENDE:
We hebben gelukkig een koninklijk huis in Nederland dat zeer maatschappelijk betrokken is. Neem prinses Margriet die heel veel doet voor het Rode Kruis, die ook de koningin ondersteunt. Prinses Máxima is zeer betrokken bij het integratievraagstuk, heeft die belangstelling. U refereert inderdaad aan een toespraak waarin ze haar afschuw over de ontwikkelingen uitsprak, ook de moord op Van Gogh. Kortom, het is ook iemand van het koninklijk huis die heel betrokken is bij de ontwikkelingen in de samenleving. Dat doet iedereen op zijn of haar manier. Daar mogen we denk ik ook dankbaar om zijn dat dat zo gaat.


VAN GOGH DEBAT

WALLAART:
Terug naar het politiek leiderschap. Het behoeft geen betoog dat dat nodig is in deze situatie. Hoe kan de regering het best leiderschap tonen?


BALKENENDE:
Door in de eerste plaats die maatregelen te nemen die nodig zijn. Wanneer we het hebben over extremisten, over mensen die radicaal zijn, mensen die de rechtsorde willen aantasten., die moeten kunnen rekenen op een hard antwoord. Daar zijn we druk mee bezig. Dat is een kant van het verhaal. De tweede kant van het verhaal is om te voorkomen dat Nederlanders tegen elkaar worden uitgespeeld, dat wij tegenover zij wordt geplaatst, dat mensen vanuit de islam zich bedreigd voelen. Dat doen we op verschillende manieren.

WALLAART:
Daar kreeg u gisteren ook steun voor in het debat in de Tweede Kamer. Toch sloeg de VVD daarop een uitermate kritische toon aan. Wat is het effect van zo'n toon op het aanzien van het kabinet?


BALKENENDE:
Ik moet zeggen: een debat gaat scherp, daar worden gewoon forse uitingen gedaan in zo'n debat. Voor mij is gewoon de vraag: wat moet gedaan worden?

WALLAART:
Voorzitter van de VVD Van Aartsen sprak van een `betonnerig' betoog van minister Remkes. Dat klinkt bepaald niet als iemand die 100% overtuigd is van het regeringsbeleid.


BALKENENDE:
Er is ook scherp gedebatteerd. Aan de andere kant constateer ik wel dat ook de heer van Aartsen, ook de VVD fractie, uiteindelijk de steun heeft gegeven aan minister Remkes om door te kunnen gaan met wat ie moet doen: namelijk Nederland veiliger te maken. Dan kan een debat scherp zijn, het gaat uiteindelijk toch om het resultaat en de politieke conclusies. Kennelijk heeft minister Remkes voldoende draagvlak weten te genereren om door te gaan. Het is ook heel goed dat minister Remkes door kan gaan want niemand zit nu te wachten op politiek gedoe.

WALLAART:
Toch blijft hangen dat de Kamer het idee heeft dat u de dreiging van het islamitisch radicalisme enigszins onderschat heeft. Als de Kamer dat al zegt. Hoe kunt u dan verwachten dat de burger zich veilig voelt?


BALKENENDE:
Ik moet ook zeggen: er worden vaak grote worden gebruikt. Ik merk eigenlijk voortdurend dat er steeds grote woorden worden gebruikt in de richting van het kabinet. Of het nu gaat om de zaak van de portefeuille van mevrouw Kroes, dan worden grote woorden gebruikt van: waar is de premier, terwijl we het gewoon binnen halen. Bij het sociaal akkoord, ik moest geloof ik vanaf mijn ziekbed al zaken doen, het is nu gewoon geregeld. Ten aanzien van het islamitisch extremisme: dat is niet iets van vandaag: we kennen wat er is gebeurd in New York, de Twin Towers, wat er is gebeurd in Madrid, we hebben al tal van maatregelen genomen, dus ik vind dat je moet oppassen met grote woorden te komen. Het kabinet, en

dat geld ook voor mij, we zijn druk bezig om die zaken aan te pakken. Dat doen we door harde maatregelen te nemen maar tegelijkertijd ook om de samenleving te bereiken door met mensen te gaan praten en ook tijd te investeren in het delen van gevoelens met elkaar. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LJ)