Protestantse Kerk in Nederland


Verontwaardiging over gemarchandeer rond autopsierapport

(15-11-2004)
ICCO en Kerkinactie zijn verontwaardigd dat het meer dan twee maanden heeft geduurd voordat het autopsierapport van het Nederlands Forensisch Instituut over de doodsoorzaak van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir beschikbaar kwam. Hierdoor is het niet denkbeeldig dat het juridisch onderzoek is belemmerd en de rechtsgang is geschaad.

De belangrijke Indonesische mensenrechtenactivist Munir overleed op 7 september 2004 op 38-jarige leeftijd onder onduidelijke omstandigheden in het vliegtuig na een tussenstop in Singapore op weg naar Nederland. Hij kwam naar Nederland voor een studieverlof op uitnodiging van ICCO en Kerkinactie. Het Nederlands Forensisch Instituut verrichtte autopsie op Munirs lichaam.

Beide organisaties betreuren het dat het autopsierapport niet direct door het Openbaar Ministerie ter hand gesteld is aan de familie, maar aan het Departement van Buitenlandse Zaken in Indonesië. De verantwoordelijkheid van de Nederlandse Justitie is daarmee veranderd in een internationale diplomatieke zaak. Dat schaadt de belangen van de nabestaanden.
Nu de pers met het bericht naar buiten komt dat uit het autopsierapport van het Nederlands Forensisch Instituut zou blijken dat er in Munirs lichaam een dodelijke dosis arsenicum is aangetroffen, vinden ICCO en Kerkinactie dat zo ernstig dat ze van de Nederlandse overheid volstrekte opening van zaken vragen. Ook zou de Nederlandse overheid moeten aangeven welke actie van haar te verwachten valt om het juridische proces waar mogelijk te bevorderen en te ondersteunen.

ICCO en Kerkinactie zullen dit in een brief aan de Minister van Buitenlandse Zaken aan de orde stellen.

Donderdag 11 november 2004 werden ICCO en Kerkinactie in de ochtend door hun partners in Indonesië en bevriende organisaties in Nederland op de hoogte gesteld dat een Nederlands autopsierapport aangaande de doodsoorzaak van de heer Munir in Jakarta was overhandigd aan vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Indonesië. Onze Indonesische vrienden hebben van de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Indonesië te horen gekregen dat het rapport nog niet wordt doorgestuurd naar de familie, omdat daarvoor eerst toestemming nodig is van de minister van buitenlandse zaken en van de coördinerend minister voor veiligheid, justitie en politieke aangelegenheden. In de namiddag nam een woordvoerder van het Nederlandse Departement van Buitenlandse Zaken contact op met ICCO en Kerkinactie om hen officieel op de hoogte te stellen. Uit dat gesprek bleek dat Nederland er bij het Indonesische departement voor Buitenlandse Zaken op heeft aangedrongen om het rapport zo spoedig mogelijk ter hand te stellen aan nabestaanden van Munir. Tot op het moment van dit schrijven (11-11-2004, 19.00 uur) is dat nog niet gebeurd. Het Openbaar Ministerie te Haarlem (verantwoordelijk voor het forensisch onderzoek) komt pas met een verklaring als het rapport bij de familie is.

ICCO is één van de zes medefinancieringsorganisaties in Nederland. ICCO heeft als missie: werken aan een wereld zonder armoede of onrecht. Dat wordt in de praktijk gebracht met inspanningen voor betere basisvoorzieningen, economische ontwikkeling en democratisering. De inkomsten uit het medefinancieringsprogramma bedragen in 2004 110 miljoen euro en worden gebruikt voor projecten in 52 landen.

De Protestantse Kerk in Nederland voert haar diaconale en missionaire werk (omvang 45 miljoen euro) uit onder de naam Kerkinactie. De samenwerking met ICCO zal met name betrekking hebben op noodhulp en structurele armoedebestrijding (werelddiaconaat). Daarvoor ondersteunt Kerkinactie meer dan 200 projecten overal ter wereld. Het gaat daarbij met name om wederopbouw, onderwijs en landbouw.