LEI

persbericht / nr. 1789

16-november-2004

Evaluatie aanpak gebied De Venen: meer samen aan de slag

Voor het gebied De Venen, onderdeel van het Groene Hart, is in 1998 een Plan van Aanpak opgesteld. Het LEI (onderdeel van Wageningen UR) onderzocht in opdracht van de provincies Utrecht en Zuid-Holland en het Ministerie van LNV hoe de uitvoering van dit plan tot nu toe is verlopen. Het LEI concludeert dat de betrokken partijen nog te weinig een team vormen met gemeenschappelijke doelstellingen en prioriteiten. De uitvoeringsorganisatie zou meer daadkracht kunnen hebben als de verantwoordelijkheden duidelijker waren geformuleerd. De onderzoekers adviseren om meer energie te stoppen in de vertaling van het beleid naar een concreet uitvoeringsprogramma waarbij alle belanghebbenden zijn betrokken, en om de Stichting Ontwikkeling De Venen een duidelijker verantwoordelijkheid te geven bij de dagelijkse uitvoering van het programma.

Het Plan van Aanpak dat in 1999 door 27 partijen werd ondertekend, is bedoeld om natuur, recreatie en duurzame landbouw in onderlinge samenhang te ontwikkelen en de daarbij horende water- en milieukwaliteit te waarborgen. Uit de evaluatie van het uitvoeringsproces tot nu toe blijkt dat de deelnemende partijen behoefte hebben aan meer openheid over toekomstvisie, rollen, taken en verantwoordelijkheden, zodat er een teamgevoel kan ontstaan. Zij willen ook meer ruimte voor discussie over de mogelijke structuuraanpassingen. Daarnaast zouden de tot nu toe behaalde successen van het project De Venen naar buiten toe meer moeten worden benadrukt. De belanghebbenden bij de ontwikkeling van De Venen moeten samen aan de slag. Drie workshops die met het oog daarop zijn georganiseerd, leverden een aantal aanbevelingen op. Zo zullen afspraken over de uitvoering van het Plan van Aanpak, mede gezien de financieringsproblemen, SMART moeten worden geformuleerd (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden). Ook moet duidelijker worden aangegeven wat de vele en soms tegenstrijdige ontwikkelingen in het ruimtelijk beleid van rijk en provincies betekenen voor de concrete plannen in De Venen. Een bij het projectbureau aan te stellen provinciale beleidscoördinator zou bij die vertaalslag een belangrijke rol kunnen spelen. Verder wordt aanbevolen om de coördinatie en beheersstructuur van de werkprocessen aan te scherpen door het dagelijks bestuur van de Stichting Ontwikkeling De Venen een grotere rol te geven in de uitvoering en de dagelijkse sturing.

---

Procesevaluatie Plan van Aanpak De Venen; Bottom-up de randvoorwaarden voor de toekomst bepalen. Het rapport bestellen 'rapport7.04.12'.