Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Kabinet en Protocol

Desk Internationale Organisaties

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 16 november 2004

Behandeld

W.O. Servatius


Kenmerk


- DKP/BV-2004/961

Telefoon


- 070 348 69 97


Blad


- 1/4

Fax


- 070 348 52 68


Bijlage(n)


- 1


- wo.servatius@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de leden Verbeet, Timmermans en over het niet toekennen door het EOB van gelijke rechten aan medewerkers die getrouwd zijn met een partner van hetzelfde geslacht.

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Verbeet, Timmer en Timmermans (allen PvdA), over het niet toekennen door het Europees Octrooibureau van gelijke rechten aan medewerkers die getrouwd zijn met een partner van hetzelfde geslacht. Deze vragen werden ingezonden op 22 oktober 2004 met kenmerk 2040502140.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Donner, minister van Justitie en mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van de leden Verbeet, Timmer en Timmermans over het niet toekennen door het Europees Octrooibureau (EOB) van gelijke rechten aan medewerkers die getrouwd zijn met een partner van hetzelfde geslacht.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat het Europees Octrooibureau geen gelijke rechten toekent aan medewerkers die getrouwd zijn met een partner van hetzelfde geslacht? Weet u dat daarover al een aantal zaken aanhangig zijn bij Het Internationaal Tribunaal van de Internationale Arbeidsorganisatie?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Vindt u dat het Europees Octrooibureau zich dient te houden aan de op 1 mei in werking getreden nieuwe Staff Regulations van de Europese Unie?

Antwoord

De kwestie is niet aan de orde omdat het EOB geen EU instelling is.

Vraag 3

Bent u van mening dat het EOB zich niet mag beroepen op het bij oprichting van het EOB geldende huwelijksrecht?

Antwoord

Zolang de zaken bij de Administrative Tribunal van de ILO aanhangig zijn, kan en wil ik niet publiekelijk ingaan op de door de procespartijen aangevoerde argumenten pro of contra deze stelling

Vraag 4

Wat vindt u van de houding van het EOB? Gaat u stappen ondernemen om aan deze situatie een eind te maken?

Antwoord

De regering deelt het standpunt van het EOB in deze niet. Van 27 t/m 29 oktober 2004 heeft een vergadering van de Administratieve Raad van Bestuur (Administrative Council) van de Europese Octrooi Organisatie (het EOB ressorteert hieronder) plaatsgevonden. Op de agenda stond de behandeling van huwelijken tussen personen van hetzelfde geslacht in het kader van de Rechtspositionele Regeling (Staff Regulations) van het EOB. Op deze vergadering heeft Nederland een krachtig pleidooi gehouden voor gelijke rechtspositionele behandeling van huwelijkspartners van gelijk geslacht met huwelijkspartners van verschillend geslacht. Nederland heeft voor zijn standpunt steun gekregen van een groot aantal landen. Aangezien het, zoals door de Nederlandse delegatie is gesteld, gaat om de erkenning dat ook een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht onder het begrip huwelijk van de Staff Regulations valt, is het aan de President van de EOB en niet aan de Raad van Bestuur om een besluit te nemen. Wel werd aan de President duidelijk gemaakt dat een snelle beslissing over deze interpretatieve kwestie (in de door Nederland gewenste richting) van hem verwacht werd. Hij heeft toegezegd spoedig te zullen besluiten.

===