Politie Haaglanden

Politie registreert geweld binnenshuis beter

Haaglanden 16-11-2004 - Ruim 80 procent van de slachtoffers van huiselijk geweld is vrouw, 18,5 procent is man. Vrouwelijke slachtoffers zijn grotendeels tussen de 25 en 45 jaar. Bij seksueel geweld zijn vooral kinderen en jongeren het slachtoffer. De top 3 van huiselijk geweld bestaat uit buren c.q. relatieproblemen (26,9 procent), Man- c.q. vrouwmishandeling (23,2 procent) en bedreiging (9,7 procent). Deze cijfers blijken uit een onderzoek van Advies- en Onderzoeksgroep Beke, op grond van de dit jaar ingevoerde registratie bij de politiekorpsen in Nederland. Het is voor het eerst dat uit politiecijfers dergelijke gedetailleerde informatie over huiselijk geweld bekend wordt.

De informatie is gebaseerd op cijfers van de 25 politieregios in de periode mei tot en met augustus 2004. Wanneer het aantal incidenten teruggebracht wordt naar één jaar, dan blijkt dat er in Nederland, 56.000 incidenten worden geregistreerd. Daarbij moet worden aangetekend dat de invoering van de nieuwe registratie niet in alle korpsen in het zelfde tempo is verlopen. Er is sprake van een groeimodel. De verwachting is dat in de toekomst de registratie nog nauwkeuriger zal zijn.

Voor huiselijk geweld geldt zeker in vergelijking tot geweld op straat- dat er sprake is van een groot dark number. Zo blijkt uit onderzoek dat slechts 12 procent van alle gevallen van huiselijk geweld bij de politie terecht komt. Uit onderzoek van de nu bekende politiecijfers blijkt dat in slechts 33,6 procent van de gevallen ook aangifte werd gedaan. Dat heeft te maken met de afhankelijke positie waarin slachtoffers vaak zitten of dat aangifte onmogelijk is zoals bij kindermishandeling. Desondanks kon de politie in 58 procent van de aangiften een dader aanhouden. Dit moment is het nog niet mogelijk na te gaan in hoeveel gevallen er op een andere manier, bijvoorbeeld door bemiddeling, aandacht aan het probleem werd besteed. In 2005 is deze mogelijkheid er wel.

De politie leidt uit het onderzoek af, dat de cijfers een niet te miskennen signaal afgeven over de ernst van dit grote maatschappelijke probleem, dat op zijn minst aanleiding moet geven tot acties van andere partners, zoals gemeenten en in het verlengde daarvan hulpverlenende instanties. Daarbij valt te denken activiteiten gericht op buren- en relatieproblemen, als ter plekke blijkt dat er geen strafbare feiten zijn gepleegd.

Voor het adequaat optreden van de politie is het meer dan noodzakelijk dat het kabinet haast maakt met de wetgeving om plegers van huiselijk geweld een huisverbod te kunnen geven. Daarnaast wil de politie dat privacybelemmeringen bij de registratie en uitwisseling van gegevens over huiselijk geweld bij de ketenpartners worden weggenomen. Het lijkt in de rede te liggen dat de 35 centrumgemeenten in het land vanuit hun regierol in het opzetten van Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld ook de coördinatie op de informatie op zich nemen.

Specifieke aandacht wordt gevraagd voor de rol van de Reclassering in het voor- en natraject van veelplegers van huiselijk geweld. Zij hebben intensieve begeleiding nodig om niet opnieuw in herhaling te vallen. Daarnaast is extra aandacht nodig voor kinderen die slachtoffer en/of getuige zijn van huiselijk geweld. Per jaar worden ongeveer 22.000 jongeren slachtoffer van huiselijk geweld doorgerekend op basis van 12% wat gemeld wordt bij de politie. Het is bekend dat deze groep in de pubertijd tot een potentiële dadergroep van geweld op straat gaat behoren.