D66

Waarschijnlijk zal er morgen een kamermeerderheid zijn, om het wetsartikel inzake godslastering te schrappen. D66-kamerlid Lousewies van der Laan dient daartoe in motie in bij de
justitiebegroting. Tijdens het vragenuurtje vond er hevig debat plaats met CDA-minister Donner van justitie. Deze had op had afgelopen weekend op het CDA-congres voorgesteld om het artikel weer vaker toe te passen. D66 vindt dat minister Donner een verkeerd signaal heeft afgegeven, door juist op dit moment de discussie te openen.

Lees hieronder de volledige bijdrage.

---

Voorzitter,

Sinds de moord op Theo van Gogh leven er in heel Nederland twijfels over wat je wel ...en ...niet ....kan of mag zeggen. Het gaat niet alleen om politici en opiniemakers. Veel mensen vertellen mij dat ze bang zijn een verkeerde opmerking te maken.

Op zich kan het geen kwaad als mensen nadenken voordat ze zich uitspreken. Maar nu staat in Nederland de vrijheid van meningsuiting onder druk. Er is grote onzekerheid, veroorzaakt door extremisten die onze vrijheid ondermijnen. Dat is zeer ernstig. Maar in plaats van zich daarop te richten, zegt de minister op een CDA congres dat hij een stoffig, nauwelijks gebruikt wetsartikel over godslastering wil gaan oppoetsen.

Waarom kiest de minister dit moment om die discussie te openen? Wil hij de onzekerheid verder vergroten? Welk signaal denkt de minister uit te sturen richting de extremisten die onze vrijheid van meningsuiting willen inperken? Is het zijn doel de vrijheid van meningsuiting verder in te perken? En zo niet, waarom dan nu deze discussie?

Vindt hij bij nader inzien dat de heer van Gogh en mevrouw Hirsi Ali te ver zijn gegaan in hun uitspraken? En zo niet, wat is dan het nut van zijn opmerkingen?

De onderliggende vraag is waarom het beledigen van iemand met een andere huidskleur, een vrouw of een gehandicapte anders bestraft moeten worden dan het beledigen van een christen of moslim?

Willen wij een samenleving waarin gelovigen meer rechten en plichten hebben dan atheïsten of agnosten? D66 niet en wij vinden het dan ook tijd om het artikel over godslastering te schrappen. Niet om de indruk te wekken dat belediging kan of mag - wat dat betreft ben ik het met de minister eens dat het in Nederland allemaal wel wat respectvoller en beleefder kan. Maar in de visie van D66 is het aan de samenleving zelf om de grenzen te stellen, binnen de zo groot mogelijke ruimte die de wetgever in haar verantwoordelijkheid daarvoor aangeeft. Bovendien vinden wij het belangrijk om juist nu het signaal uit te sturen, dat alle uitingen op dezelfde manier getoetst moeten worden. Vandaar ons voorstel tot schrapping.

Tot slot nog een vraag over de timing. Nederland snakt naar rust en veiligheid. Naar een daadkrachtig kabinet dat terroristen en brandstichters achter de tralies zet. Vindt de minister niet ook dat onze schaarse politiemacht zich daar beter op kan richten dan het bekeuren van vermeende godslasteraars. Kortom, stelt de minister wel de juiste prioriteiten?

De minister zegt dat hij mensen ertoe wilde bewegen wat fatsoenlijker met elkaar om te gaan en na te denken voordat ze iets zeggen. Dat is mooi en dat wil ik ook. Maar dat zij hij zaterdag niet. Daar zij hij: wees fatsoenlijk en als je het niet bent heb ik nog een artikel in het wetboek van strafrecht dat ik kan afstoffen. Iemand aanspreken op zijn gedrag en de politie er op af sturen zijn twee verschillende dingen. Ik vind ook dat het in Nederland wat minder hufterig kan, maar ik heb geen enkele illusie dat dat met het uitdelen boetes gaat lukken.

Is de minister van plan het artikel vaker in te zetten en zo ja kan hij dan enkele voorbeelden geven van wat zijns inziens vervolgd zou moeten worden of had moeten worden? Gaat het om het beledigen van de god of de gelovige? En als hij geen enkel voorbeed kan of wil noemen wat is dan het doel van zijn uitspraken en de aankondiging dat hij het wil onderzoeken?

Schept de minister met zijn opmerkingen geen valse hoop voor mensen die zich gekwetst voelen in hun geloof? Hij kent de jurisprudentie. Hij weet dat de rechter heel veel toestaat. Is dit een klacht tegen onze rechters? Is het zijn bedoeling om ons justitieel apparaat verder te belasten met zaken waarvan we bij voorbaat weten dat het niets oplevert?

In een tijd waarin Nederlanders behoefte hebben aan rust en zekerheid, draagt hij bij aan de onzekerheid. Waar het kabinet zich moet richten op het bij elkaar brengen van alle Nederlanders is men bezig ons weer uit elkaar te drijven. Waar is hier de leiding en hoe denkt het kabinet dat dit geruzie de huidige situatie zal verbeteren? En als u dat niet denkt waarom doet u het dan?

De vrijheid van meningsuiting staat onder druk. De minister gaat echter niet voor dat grondrecht op de bres staan, hij holt het verder uit. Daarom is het nu aan de kamer om er wel voor te gaan staan. Ik zal dat doen door morgen bij de justitiebegroting een motie in te dienen om het artikel af te schaffen. Als ik de heer van Aartsen hoor zal de VVD dat sowieso steunen, dus als PvdA hier ook duidelijkheid over kan geven ook in meegaat hebben we een kamermeerderheid en kunnen we nu een duidelijk signaal sturen dat de vrijhied van meningsuiting in Nederland veilig is.

Kunt u zich voorstellen dat ook een atheïst of agnost zich in het diepst van zijn overtuiging gekwetst kan voelen? Zo ja, waarom moet hij dan een aparte behandeling krijgen?

Ik vind ook dat er in Nederland keihard en vaak onnodig onbeschoft met elkaar om wordt gegaan. Maar mensen daar op aanspreken is iets heel anders dan met het Wetboek van Strafrecht dreigen.

Waarom zou het kwetsen van een groep anders behandeld worden dan een andere? Ik vind dat je niemand moet kwetsen of beledigen, maar als het wel gebeurd wil ik dat de rechter iedereen gelijk behandelt. Iemand om zijn huidskleur beledigen is heel erg, maar niet meer of minder erg dan om zijn geloof.

16-11-2004 17:54