Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit en Researchcentrum, nr 112, 17 november 2004

LEI en Wetenschapswinkel Wageningen UR in rapport:

VARKENSHOUDERS SAMEN MET VLEESINDUSTRIE IN DE SLAG OM DE CONSUMENT EN RETAIL

Het zou de markt- en inkomenspositie van varkenshouders ten goede komen als zij zich, samen met de vleesindustrie, meer gaan richten op de wensen van de consument en retail. Daarnaast zouden varkenshouders en vleesindustrie de efficiëntie kunnen verbeteren en de relaties in de sector kunnen versterken om barrières tot verandering weg te nemen. Deze aanbevelingen doet het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) aan de varkenskolom, in een studie in opdracht van de Wetenschapswinkel van Wageningen UR en de Werkgroep Landbouw & Armoede.

De Werkgroep Landbouw & Armoede (WLA) heeft de Wetenschapswinkel gevraagd na te gaan hoe de prijs van varkensvlees in de supermarkt tot stand komt. Achterliggende gedachte bij de werkgroep is dat het aandeel van de opbrengst voor de varkenshouder achter lijkt te blijven bij het aandeel van de opbrengst voor de slachterij en de retail. Het rapport 'Visie op de varkenskolom', waarin onder meer de kostenstructuur van de productieketen uit de doeken wordt gedaan, is geschreven door het Landbouw-Economisch Instituut van Wageningen UR. Het rapport is vandaag 17 november in Arnhem aangeboden aan de heer J. Ramekers, voorzitter van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren, tijdens het symposium: "Van boer tot bord: wie is spekkoper?".

Varkensvlees is in de ogen van de consument niet onderscheidend. Bij de aankoop ervan let de consument het meest op de prijs. Het blijkt dat de varkenshouder van de huidige prijs van vers varkensvlees in de supermarkt, ¤ 6,16 per kilogram, circa 40 cent krijgt. Deze 40 cent komt neer op slechts 6 procent van de prijs die de consument ervoor betaalt. De retail heeft een aandeel van 24 procent in de verkoopprijs, echter de nettomarge van de versvleesafdelingen in de retail is 0 procent. Ondanks deze 0 procent is vlees toch een belangrijk product in de winkel. Het is een traffic generator, het lokt klanten naar de supermarkt, die vervolgens ook andere producten kopen.

Een structurele koerswijziging lijkt nodig, al zal die pas op de langere termijn voordelen bieden. Het rapport van de Wetenschapswinkel beveelt aan dat de 'varkensproductiekolom', van voerfabriek en varkenshouder tot en met de vleesverwerker, er verstandig aan doet in te spelen op de wensen van de consument en zich marktgericht opstelt richting de retail. De trend daarin is een toenemende vraag naar gemaksvoeding, naar kleinere porties en naar meer variatie, zoals meer kant-en-klaar vlees en speciale producten. Bovendien moet het varkensvlees gezond zijn en niet duur.

Door efficiënter te werken in alle schakels in de kolom is in de bedrijfstak een kostenbesparing tot tien procent mogelijk. Vergelijking tussen bedrijven ('benchmarking') levert veel besparingsopties op. Verder zouden de partijen in de productieketen beter moeten samenwerken. Strategische samenwerking tussen bedrijven in de kolom heeft een rustiger prijsverloop en meer zekerheid in de opbrengsten tot gevolg. Daarnaast leidt samenwerking ertoe dat de kolom een waardevoller leverancier wordt voor haar klanten, aldus het rapport.

De Werkgroep Landbouw en Armoede, opgericht in 1998, is een breed platform van boeren en boerinnen en betrokken kerkelijke en maatschappelijke organisaties. De werkgroep heeft tot doel om armoede in de agrarische sector tegen te gaan.